Door Klaus von Raussendorff
De advocaat Dr. Heinz-Jürgen Schneider (en enkele anderen uit andere landen, red. M.), uit Hamburg, heeft een aanklacht ingediend bij het
Joegoslavi-tribunaal van het Internationale Hof van Justitie te Den Haag tegen de NAVO, wegens oorlogsmisdaden begaan tegen de Joegoslavische bevolking. Hieronder zijn (niet voorgedragen) bijdrage aan de Europese hearing in Berlijn op 30 oktober jl. ter voorbereiding van een Internationaal Tribunaal over de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië.
In juni van dit jaar heb ik me met een aanklacht over oorlogsmisdaden tegen de Joegoslavische burgerbevolking tot het Joegoslavië-tribunaal van het Internationale Hof van Justitie in Den Haag gewend. In het schrijven worden concrete gevallen genoemd en wordt geëist, dat er onderzoek wordt gedaan naar met name genoemde politici en militairen van de oorlogvoerende NAVO-lidstaten. In de aanklacht staat ook: "Eenzijdig onderzoek en partijdige aanklachten, politieke consideratie met of helemaal geen onderzoek naar de oorlogshandelingen van de NAVO (...) zal de wettigheid van het werk van het Hof totaal teniet doen."
In oktober heb ik in Den Haag gevraagd, wat er van mijn en soortgelijke aanklachten geworden is en of er wel een onderzoek loopt tegen de verantwoordelijken in de NAVO. Het antwoord van mevrouw de voorzitter kwam onmiddellijk, maar was nietszeggend. Ze had geen commentaar; of er iets onderwerp van een onderzoek was kon ze niet zeggen; er worden veel van dergelijke eisen ingebracht; Den Haag moet onafhankelijk kunnen beslissen.
Er zijn genoeg maanden na het einde van de oorlog verstreken en er is voldoende informatie in de media en andere bronnen verschenen, zodat de procureur-generaal van het Hof iets, van wat moest gebeuren, zou hebben kunnen doen. Om te onderzoeken of objectieve en subjectieve feiten bestaan om de onwettigheid van een schending van het humanitaire volkenrecht aan te tonen en eventueel er aanklachten over in te dienen (Inmiddels wordt er openlijk in de media aandacht geschonken aan deze aanklacht en zit het Tribunaal in een lastig parket. Hoofdaanklaagster Del Ponte moet, om redenen van 'onpartijdigheid', aandacht schenken aan dit soort verzoeken, maar weet dat een eventueel optreden van het Tribunaal tegen de NAVO in Washington zeer slecht zal vallen).
De NAVO heeft tijdens de oorlog 38.000 vluchten uitgevoerd, 10.000 daarvan met bommen en raketten tegen doelen op de grond in de Federale Republiek Joegoslavië. Deze aantallen werden genoemd door Klaus Naumann, generaal buiten dienst en tot mei voorzitter van de militaire commissie, in een lezing. (Hamburger Abendblatt van 27 augustus jl.) Deze aantallen van de daders komen overeen met de aantallen slachtoffers. Het Joegoslavische Rode Kruis noemde half mei, toen de oorlog nog aan de gang was, al 700 gedode en 6.400 gewonde burgers, aan de plaatsvervangend secretaris-generaal voor humanitaire vraagstukken van de VN-delegatie, die daar aanwezig was (Le Monde Diplomatique, juli 1999). Dat er doden gevallen zijn in groten getale, en niet slechts sporadisch, onder de Joegoslavische burgerbevolking door NAVO-wapens, is buiten kijf en wordt door de beschuldigden ook niet geloochend.
Deze doden zijn zware vergrijpen tegen het humanitaire volkenrecht en het Internationale Rode Kruis heeft alle partijen in de oorlog in april opgeroepen dit recht te eerbiedigen (TAZ, 13 augustus 1999).
De betreffende regels uit het Verdrag van Geneve en de aanvullende verdragen worden hier nog een keer genoemd.
De hoofdregel bepaalt, dat partijen in een oorlog, volgens art. 35 (aanvulling I van 1977) "niet het onbeperkte recht hebben in de keus van aard en middelen van krijgsvoering".
Volgens art. 48 mogen oorlogshandelingen alleen gericht zijn op militaire doelen, er moet "te allen tijde... onderscheid gemaakt worden tussen burgerobjecten en militaire doelen".
Art. 51, lid 4, verbiedt "aanvallen zonder uitzondering" waarbij "militaire doelen en burgers of burgerobjecten zonder uitzondering" kunnen worden geraakt. Volgens art. 57, lid 2 punt III, moet "van iedere aanval afgezien worden, waarbij gerekend moet worden dat er ook verliezen onder de burgerbevolking (...) kunnen ontstaan, die in geen verhouding staan tot het te verwachten (...) militaire voordeel."
De verantwoordelijken in de NAVO hebben het tot zulke subjectief gewilde of bewust afgezwakte zware schendingen van het "volkenrecht in oorlogstijd" laten komen.
En dan getuigt het van verachting van mensen, als Naumann, generaal buiten dienst, in een analyse van de oorlog voor de hoge militaire academie in de Bondsrepubliek zegt: "Wij hebben geen aanvalsvlucht ter vernietiging van het Servische volk uitgevoerd. Wij hadden stuwdammen kunnen verwoesten! Wij hadden een bommentapijt kunnen leggen!" (HA, 27 augustus 1999) Of de verklaring van Michael Short, commandant bij de luchtmacht, voor de VS-senaatscommissie van Defensie, dat hij de voorkeur zou hebben gegeven aan massale luchtaanvallen in de eerste nacht van de oorlog op Belgrado, om de "dolk te steken in het hart van de leiding". (FAZ van 23 oktober 1999) Dit is zonneklaar en toont de voortzetting van de psychologische oorlogsvoering via persconferenties vanuit het NAVO-hoofdkwartier; de woorden "bijkomende schade" en "niet-rake missers" zullen niet gauw vergeten worden.
De opzettelijke en met militaire precisie uitgevoerde aanvallen met gronddoelraketten op de Chinese ambassade en het tv-station van RTS in Belgrado, de aanvallen met luchtdoelraketten op de personentrein op de spoorbrug van Lescovac, op het vluchtelingenkonvooi tussen Prizren en Djakovica en de interlokale bus van Pristina naar Nis op de brug van Luzane behoeven niet verder uit de doeken gedaan te worden. Hier moet alleen nog uitgezocht worden wie in de rij van militaire commandanten en politici persoonlijk als oorlogsmisdadiger moet worden aangemerkt.
Bovendien moet er handelend worden opgetreden tegen deze criminelen door het Openbaar Ministerie. Welk team van het Joegoslavië-tribunaal van het Internationale Hof van Justitie te Den Haag gaat overlevenden verhoren en bepaalt de mate van reserve ten opzichte van de militaire doelen en de doelen van de bommen in Surdulica en Nis? Welke bewijsmiddelen worden veilig gesteld over het inmiddels bekende feit, dat bij de interne NAVO-beraadslagingen Duitsland en Griekenland tegen de uitbreiding van luchtaanvallen op niet-militaire doelen waren (ND, van 23 augustus 1999) en de overige verantwoordelijken kennelijk er voor? Wanneer zal Adolfo Luis Martin de la Hoz, NAVO-commandant, verhoord worden, die in juli in een Spaanse krant zei, dat hij het bevel had gegeven tot het gooien van richtbommen met anti-personen-mijnen op de stad Nis? (JW, 6 juli 1999)
Wij willen de verantwoordelijken voor een Internationaal Gerechtshof zien verschijnen. Ook om oorlogen in de toekomst te vermijden. Het politieke krachtenveld moet daarvoor gewijzigd worden. Het voorgenomen Tribunaal en andere soortgelijke initiatieven dienen dit doel. Het pas na zeer geruime tijd aangelegde "dossier Pinochet" laat ons zien: Niets is onmogelijk. Niets en niemand wordt vergeten.
Informaties over vier soortgelijke aanklachten door juristen uit Groot-Brittannië, Griekenland, Canada en Noorwegen wegens schending van het humanitaire volkenrecht door de NAVO zijn te vinden op het Internet onder:
- The Movement for the Advancement of International Criminal Law (MAICL), http://ban.joh.cam.ac.uk/~maicl/index.htm
- The complaint (De aanklacht) of Mr. Alexander Lykourezos, uit Athene, Griekenland, http://www.NAVO-warcrimes.gr/
- The complaint (De aanklacht) of Professor Michael Mandel, York University, Toronto, Canada, http://www.jurist.law.pitt.edu/icty.htm
- The case launched by The Balkan Charter organisation, uit Noorwegen, http://www.balkan.cc/EnIndex.htm
Vert. uit Duits: Toos Plug