Kwaliteit zorg steeds meer uitgehold
Door een correspondent
Aan een ziekenhuisopname zit ook een goede kant, je ervaart zelf hoe slecht het met de zorg gesteld is. Nu heb ik een kijkje in de keuken kunnen
nemen.
Er waren op dat moment vijf zalen met vier patiënten in gebruik, waarvan de meesten ernstig ziek waren, geheel verzorgd moesten worden, dus afhankelijk van anderen waren.
De meeste patiënten lagen aan speciale apparatuur, die alleen bediend mocht worden door gediplomeerde verpleegkundigen, slechts eenvoudige handelingen onder begeleiding van een verpleegkundige mochten door ziekenverzorgers (of aankomende ziekenverzorgers) worden verricht.
Tekort aan gediplomeerd personeel
Tijdens iedere dienst, (dag-, avond- of nachtdienst) was slechts één gediplomeerde verpleegkundige aanwezig en daarnaast twee à drie ziekenverzorgers, gediplomeerd of in opleiding. Er werd mij verteld dat er een onderbezetting was, deels door de vakantieperiode, deels door ziekteverzuim en deels door gebrek aan personeel.
De verpleegkundigen brengen de meeste tijd alleen nog maar door met het bedienen van de steeds ingewikkelder wordende apparatuur en het begeleiden van de leerlingen. Van contact met patiënten kan je nauwelijks nog spreken. De ziekenverzorgenden houden zich grotendeels met de verzorging bezig, bestaande uit: bedden verschonen, patiënten wassen en verschonen, patiënten meerdere malen per dag goed leggen, medicijnen toedienen onder begeleiding van een verpleegkundige, sommigen van hen mochten injecties geven, ook onder toezicht van een verpleegkundige, patiënten naar een andere ruimte brengen, enz.
Communiceren met patiënten
Eigenlijk zou communiceren met de patiënten ook onder de zorg moeten vallen, maar helaas, dat strekte zich niet verder uit dan: "goede morgen, mevr. x, goed geslapen?" Als de patiënt daar serieus op in ging was de verpleegster/verpleger al weer bij een ander bed en had het antwoord niet afgewacht. Dit heeft niets te maken met onvriendelijkheid of ongeïnteresseerdheid van het personeel, maar met een zo grote werkdruk dat er geen mogelijkheid is om iedere patiënt voldoende aandacht te geven. Over het algemeen doet het (verplegend) personeel erg haar best.
Op een neuro-chirurgische afdeling, waar doorgaans veel patiënten liggen die halfzijdig verlamd zijn, moeilijk of niet kunnen spreken, vaak oud zijn, zullen mensen niet of nauwelijks voor zichzelf kunnen opkomen. Daarbij komt, als iemand wel een paar pogingen heeft gedaan om aandacht te vragen, zonder succes, hij of zij het waarschijnlijk maar zal laten afweten en in apathie vervalt. Dat beeld zag ik veel om me heen.
Zwijgzame, voor zich uitstarende mensen, die alleen, als ze het echt niet meer uit konden houden, een zuster belden voor hulp. Meestal ging het dan om: kunt u me even goed leggen?
Ik heb verschillende schrijnende antwoorden gehoord, o.a.: "moet ik u nu alweer goedleggen? Een halfuur geleden bent u al goed gelegd. Of: ligt u nu alweer zo scheef in uw bed, straks valt u eruit. Blijf nou toch eens rechtliggen. (het betrof een halfzijdig verlamde vrouw). Of: "u zegt dat u een po wil, ik geloof er niets van. Vanmorgen heeft u wel een halfuur op de po gezeten, zonder succes. Zouden we het nu wel doen?"
Of: "Nou heeft u weer die sonde uit uw neus getrokken. Dat betekent voor ons heel veel extra werk en voor uzelf is het ook niet leuk, want we doen hem er toch weer in. Nu moeten we toch overgaan tot het vastbinden van uw handen aan het bed."
En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Dit alles werd meestal wel op een vriendelijke, enigszins vermanende toon gezegd, maar kan op een patiënt een hele negatieve invloed hebben: "ik wil zo min mogelijk last veroorzaken."
Ik had zelf al het gevoel dat ik, als het enigszins kon, niemand moest lastigvallen, liever maar zelf proberen. Ik heb er met verpleegkundigen en ziekenverzorgers, voor zover het mogelijk was, over gesproken.
Haast
De sfeer die van hen uitgaat is, haast, haast, haast. Alles wordt rennend gedaan, er wordt zelfs snel gepraat, kan-ik-nog-iets-voor-u-doen? Het spreekt vanzelf dat er geen band meer kan ontstaan tussen personeel en patiënt. Er worden hierdoor ook fouten gemaakt. Bijv. een bejaarde vrouw die een herseninfarct had gehad, eenzijdig verlamd was en slikproblemen had. Door de arts was voorgeschreven dat ze alleen dik vloeibaar voedsel mocht eten en absoluut geen water mocht drinken, door het slikprobleem. Ze zou zich heel makkelijk kunnen verslikken, het water zou dan in haar longen kunnen komen en een longontsteking zou het gevolg kunnen zijn. Vocht werd via een infuus toegediend. Dit stond dagelijks in het rapport en stond bovendien op een lijst die aan het voeteneind van het bed hing. Een verpleegster die vakantie had gehad en deze patiënte niet kende, ging in op de vraag, mag ik een glas water? Zij gaf het haar direct. Ik hoorde mij er niet mee te bemoeien, maar ik had de arts de vorige dag horen zeggen dat de vrouw over enkele dagen onder begeleiding van een logopediste zou leren water drinken. Tot zolang moest doorgegaan worden met dik vloeibaar voedsel. Voorzichtig zei ik dat tegen de verpleegster. Zij wendde zich tot mij en antwoordde: "Is dat zo? Ja, ik kom net van vakantie terug en had natuurlijk eerst de rapporten moeten lezen, maar daar had ik echt geen tijd voor. Maar ach, dit kunnen ze deze mevrouw niet meer afnemen. Het zit er in. Je zou verwachten dat ze zou schrikken, maar daar gaf ze geen blijk van. (wordt vervolgd)