Clinton verscherpt Colombiaanse
burgeroorlog
Door
Anton Holberg(*)
Het plan van
president Clinton van de VS, om Colombia, dat na
Israël en Egypte de grootste militaire hulp van de
VS krijgt, nog eens 1,3 miljard VS-dollars te geven
voor de bestrijding van drugsproductie en -export.
Volgens officiële VS-bronnen betekent dat
bestrijding van de linkse guerrilla's, en dat stuit
niet alleen bij de rebellen op weerstand.
Drugsbestrijding is het voorwendsel, maar in
werkelijkheid werkt de CIA nauw samen met de
drugsmaffia.
Ivan Rios, commandant
van het revolutionaire leger van Colombia (het
FARC-EP) zei, dat deze steun aan de regering van
Colombia de burgeroorlog zou verscherpen. Het FARC-EP
heeft daarom ook intussen de eerder uitgeroepen
wapenstilstand van 20 dagen beëindigd. Maar ook
binnen het establishment van de VS worden bezwaren
geuit.
Patrick Leahy, lid van de partij van Clinton, de
democraten, en senator van Vermont, eiste van de
regering een uitgebreide verklaring voor haar plannen
en zei: "Wij moeten op z'n minst bij het
Colombiaanse leger een poging constateren de
paramilitairen, die voor de meeste gruweldaden tegen
burgers verantwoordelijk zijn, in de hand te houden,
en de wil bij de Colombiaanse strijdkrachten om hun
eigen leden, die schendingen van de mensenrechten
pleegden, voor de burgerlijke rechter te dagen. De
guerrilla's door verscherpte maatregelen ter
onderdrukking van de opstand naar de
onderhandelingstafel te dwingen, is - aldus Leahy -
een dure en gevaarlijke politiek." Volgens de
senator zou de VS-hulp aan Colombia onmiddellijk
moeten worden gestaakt.
Militairen samen
met paramilitairen
Het is namelijk een openbaar geheim, dat de
paramilitairen niet alleen maaksels van het leger
zijn, maar ook steeds weer in feite ermee
samenwerken. Het leger ziet ook geen kans schendingen
van mensenrechten te vermijden, omdat het zijn taak
is, de orde in de maatschappij te handhaven op een
wijze, die lijnrecht ingaat tegen deze mensenrechten.
Wat betreft de personen, die in Colombia en de
buurlanden - vooral Peru en Bolivia - officieel met
militaire middelen de drugshandel moeten bestrijden,
hebben wel de kat op het spek gebonden. Ten eerste
wordt het grootste deel van de zaken niet in Colombia
en door Colombianen gedaan, maar in de VS zelf. Van
daaruit en vanuit andere imperialistische landen
komen bijvoorbeeld de chemische stoffen om uit de
cocaplant en de papaver, die traditioneel ook voor
geneeskrachtige doeleinden worden geteeld, drugs te
maken. Bovendien wordt ook minstens 80 procent van de
totale winst in de cocaïne- en heroïnebusiness in
de industrielanden gemaakt. De banden van de
heersende klasse in Colombia, en van de
paramilitairen (en met hen van het leger) met de
drugsmaffia, zijn in het algemeen even notoir
(=algemeen bekend, red. M.) als die van de CIA en
andere hooggeplaatste VS-vertegenwoordigers in
Colombia.
Samenwerking leger
en drugsmaffia
Zo is er bijvoorbeeld het Medellin-drugskartel, dat
in het midden van de jaren tachtig samen met het
leger midden in de regio Magdalena, waar trouwens
constant VS-soldaten gelegerd zijn, de paramilitaire
groepen uit de grond heeft gestampt. We herinneren
hier niet alleen aan het
"Irangate"-schandaal, toen de CIA illegale
wapenleveranties aan de Contra's in Nicaragua met
drugsgeld financierde, maar ook aan het feit, dat de
DEA, de VS-narcotica-dienst, toentertijd het
Medellin-kartel, onder de drugsbaron Pablo Escobar,
in nauwste samenwerking met de concurrent, het
Cali-kartel, heeft verslagen. Dat ook dit kartel
later ontbonden is, is niet zozeer het resultaat van
"verslagen zijn" als wel een terugtocht,
die met de regering overeengekomen was, nadat de
export naar de VS op grote schaal door Mexicaanse
bandieten overgenomen werd en de heren van het
Cali-kartel in toenemende mate in de legale economie
wisten te integreren, zonder echter van de oude zaken
afstand te doen.
Belastingen
Het FARC-EP krijgt, volgens verklaringen van haar
commandant Fabio Ramirez, uit de belastingen, die het
heft op de aanplant van coca en van drugshandelaren,
zo'n 10 miljoen dollar per jaar binnen. Dit getal is
misschien wat te gering geschat, als men de 20
miljoen ertegenover zet, die het beduidend kleinere
ELN krap twee jaar geleden als schadeloosstelling
eiste, als het zou afzien van de inkomsten uit
ontvoeringen en bescherming. Echter noch de ene noch
de andere maat past bij de opmerking over "het
bloeiende bedrijf van guerrilla's". De
"strijd tegen de drugs" wordt steeds meer
ontmaskerd als een voorwendsel voor de strijd tegen
de guerrilla's om de bestaande sociale en
internationale structuren van afhankelijkheid te
behouden.
Bron: Redresistencia;
uit: junge Welt, d.d. 17 januari 2000, vert. uit het
Duits Toos Plug.