Doodvonnis Öcalan uitgesteld
Door
Bert Bakkenes
Op 12 januari heeft
de Turkse regering besloten om het doodvonnis tegen
PKK-leider Abdullah Öcalan voorlopig uit te stellen.
Dit in verband met de nog lopende zaak bij het
Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Het uitstel
lag minder voor de hand dan de laatste maanden het
geval leek te zijn. De fascistische MHP, beter bekend
als de Grijze Wolven, die deel uitmaakt van de
regeringscoalitie heeft de afgelopen weken campagne
gevoerd voor een onmiddellijke uitvoering van het
vonnis.
De MHP kreeg steun
voor dit standpunt uit onverwachte hoek. De
fundamentalisten van de Partij van de Deugd bleken
plotseling ook voor uitvoering van het vonnis te
zijn. Zowel binnen als ook buiten het parlement
hebben de fundamentalisten op alle mogelijke manieren
geprobeerd om de MHP op te hitsen om toch vooral geen
compromis te accepteren. Gesteund door deze
onverwachte bondgenoot probeerde de MHP meer druk uit
te oefenen op de twee andere coalitiepartijen, de
Democratisch Links Partij van premier Ecevit en de
conservatieve Moederlandpartij.
Beslissing
De heftige discussie mondde uit in een
coalitieoverleg in Ankara op 12 januari, dat zeven
uur duurde. Het leek erop dat de MHP uit de regering
zou stappen als er geen beslissing zou komen voor
uitvoering van het doodvonnis. Uiteindelijk vonden de
fascisten deelname aan de regering toch belangrijker
en alle coalitiepartners kwamen overeen om op de
uitspraak van het Europese Hof te wachten. Dit zal
nog zeker twee jaar duren. Het is zeker dat het
Europese Hof zich tegen de doodstraf zal uitspreken
en de kans is dan ook groot dat Turkije uiteindelijk
gedwongen zal zijn het vonnis om te zetten in
levenslange gevangenisstraf.
De belangen zijn
natuurlijk ook erg groot. Voor het eerst in jaren
heeft Turkije een voet tussen de Europese deur en
premier Ecevit is niet van plan deze mogelijkheid te
verspelen. Overigens is het doodvonnis tegen Abdullah
Öcalan niet de enige barrière die Turkije op weg
naar Europa tegenkomt. Er zullen grote verbeteringen
in de mensenrechtensituatie moeten worden aangebracht
en ook zal er erkenning voor minderheden moeten
komen. Twee pijnlijke onderwerpen waar de Turkse
machthebbers nog geen raad mee weten.
De Koerdische
organisaties hebben met terughoudend optimisme op de
beslissing van de regering gereageerd. In
verschillende verklaringen, onder meer van het
Koerdistan Nationaal Congres wordt duidelijk gemaakt
dat dit een positieve stap is, maar dat het alleen
maar om een begin gaat. De doodstraf zal volledig van
tafel moeten en er moeten meer stappen worden gezet
om tot een oplossing van het conflict te komen.
Splitsing
Intussen is het 7de buitengewone Congres van de PKK
van start gegaan. Het Congres zal de toekomstige
politiek van de PKK vaststellen. Er zijn ook wat
problemen in de organisatie ontstaan naar aanleiding
van het huidige vredesproces. Een groep
guerrillastrijders in Dersim heeft geweigerd zich
terug te trekken buiten de Turkse grenzen. De groep
wil de gewapende strijd voortzetten, en heeft alle
contacten met de partij verbroken. De Presidentiële
Raad van de PKK heeft aangekondigd niet langer
verantwoordelijk te zijn voor de acties van de groep.
De PKK ziet de activiteiten van de groep als een
provocatie die het Turkse leger en de machthebbers de
mogelijkheid biedt om het vredesproces en de
democratisering van Turkije te verwerpen.
Op zondag 9 januari viel de groep een Sikorsky
helikopter van het Turkse leger aan. Zes soldaten,
waaronder twee officieren, werden gedood en de
helikopter raakte ernstig beschadigd. In de gevechten
die volgden vonden zes guerrillas de dood. Het
voorval werd door de Turkse pers en de MHP meteen
gebruikt om de hetze tegen het Koerdische volk verder
op te voeren en de campagne voor de uitvoering van de
doodstraf te versterken.
Inval
De discussie over vrede en een mogelijke oplossing
van de Koerdische kwestie heeft geen invloed gehad op
de mate van de repressie, zowel in Turkije als in
Europa. In Turkije vond de laatste weken een serie
invallen plaats in verschillende kantoren van de
pro-Koerdische Hadeppartij en bij de
mensenrechtenvereniging IHD. Er werden veel
documenten en ook pro-Koerdische kalenders in beslag
genomen. Ook vernielde men veel inventaris en pakte
men een aantal vooraanstaande Hadep-bestuursleden op.
Ook de vakbonden in de Koerdische gebieden hebben het
hard te verduren.
Op 12 januari vielen
politie en veiligheidsdienst in drie Duitse steden,
Berlijn, Frankfurt en Düsseldorf, de kantoren van de
Koerdische krant Özgür Politika binnen. Men dwong
de redactie te stoppen met werken en nam grote
hoeveelheden documenten in beslag. Ook doorzocht men
de woningen van drie redacteuren. Twee mensen werden
gearresteerd. De invallen hebben tot grote woede
onder de Koerden geleid. Mede ook omdat de actie
precies op dezelfde dag werd uitgevoerd dat de Turkse
regering een beslissing moest nemen over het lot van
Abdullah Öcalan.
Autoriteiten
De Duitse autoriteiten proberen bewijzen te vinden
voor banden tussen de Özgür Politika en de in
Duitsland nog steeds verboden PKK. Zo beweert
justitie dat het overnemen door het dagblad, dat in
geheel Europa wordt gelezen, van verklaringen van de
PKK en het ERNK al een bewijs is van nauwe banden. De
redactie van de Özgür Politika heeft erop gewezen
dat het dagblad een Koerdische krant is met
Koerdische lezers, en dat het dus logisch is dat er
over de Koerdische kwestie wordt geschreven. Ook het
afdrukken van verklaringen valt onder deze
nieuwsvoorziening.
Toch lijkt het erop
dat de Duitse autoriteiten een verbod op de krant
voorbereiden. Dit is al met andere kranten het geval
geweest, maar zonder al te veel effect. Steeds
opnieuw verscheen er een nieuwe krant die de plaats
van het verboden blad innam. Ook zijn de invallen een
nieuwe poging tot intimidatie en criminalisering van
het Koerdische volk. De redactie van de Özgür
Politika heeft in een verklaring duidelijk gemaakt
dat de medewerkers zich niet laten intimideren. Er is
met veel inzet gewerkt om de editie van de volgende
dag toch uit te brengen, en dit is gelukt.
Bronnen: KIZ Berlijn,
verklaring Özgür Politika 13 januari 2000