Van redactie buitenland (*)
Het kleine Latijns Amerikaanse land Ecuador kende een hele week volksopstanden. Groepen indianen kwamen afgezakt naar de hoofdstad, anderen bezetten de petroleumputten in het Amazone-gebied. Meer dan een
miljoen boeren deden mee met de beweging tegen de regering van Jamil Mahuad, vooral omdat hij de sociale zekerheid wil uitverkopen aan het privé-kapitaal.
De petroleumarbeiders begonnen een staking van onbeperkte duur. De economie van Ecuador is een ramp. Het voorbije jaar werd het nog slechter. De petroleumprijzen zakten in elkaar en het weer zat tegen, met een slechte oogst als gevolg. De sucre, de nationale munt, verloor 82 procent van zijn waarde tegenover de dollar, met als gevolg een spectaculaire prijsstijging. Met de recente devaluatie is het minimumloon nog maar 30 dollar waard. Alle maatregelen van de regering maken de crisis alleen maar erger. Op 9 januari kondigde de president aan dat de economie voortaan afgestemd wordt op de dollar: behalve voor de kleine munten zal de dollar overal de sucre vervangen. Deze maatregel legt de economie van het land in handen van de Amerikaanse schatkist en maakt van Ecuador een kolonie van Washington.
Op 22 januari bezetten de Indianen het parlementsgebouw, met de steun van de onderofficieren en de soldaten, van wie er velen linkse sympathieën op na houden. Maar president Mahuad was amper afgezet of de legerleiding benoemde onder zware druk van de Verenigde Staten vice-president Gustavo Noboa tot president. Hij behoort tot een van de rijkste families van het land, die de Chiquita-bananen bezit. De leiders van de volksbeweging beschouwen dit als verraad. Ze zijn vast van plan de strijd voort te zetten.
Bron: Solidair 4/2000