Interview met Jean-Luc Sallé,
voorzitter van de Coordination Communiste
De
PCF is niet meer te redden
Door
Jean Pestieau(*)
Eind maart houdt de
Franse Communistische Partij, de PCF, haar dertigste
congres. De partijleiding heeft te kampen met veel
tegenwind binnen de partij, vanwege haar deelname aan
de Franse regering. Solidair had een gesprek met
Jean-Luc Sallé, voorzitter van de 'Communistische
Coördinatie voor de revolutionaire continuïteit en
de leninistische heropleving'. In het kader van de
discussie over de noodzaak van nieuwe tactieken
plaatst Manifest dit interview om ook de grenzen van
het debat vast te stellen.
"We zijn met de
Coördinatie gestart in 1991", vertelt Jean-Luc
Sallé, een stevige veertiger. "Het opportunisme
van de PCF-leiding werd alsmaar erger en in de
Sovjet-Unie was de contrarevolutie volop bezig. Dat
dwong de leden die communist gebleven waren uit hun
isolement te breken en hun oppositie te bundelen. We
waren erg verspreid, een handicap om frontaal tegen
de leiding te kunnen ingaan en het revisionisme te
bestrijden. We wilden de revolutionaire kaders
hergroeperen. De PCF heroveren of heropbouwen? Dat
was toen nog niet duidelijk. De praktijk en de
invloed van onze ideeën hebben intussen getoond dat
we onze strategie moeten verfijnen om de PCF her op
te bouwen."
Hoe is de PCF een
partij geworden die het Franse imperialisme mee
beheert?
Jean-Luc Sallé.
Ik wil er toch eerst op wijzen dat wij onszelf zien
als de voortzetters van het revolutionaire verleden
van de PCF. Dat was een communistische massapartij,
die heel veel invloed had onder de arbeidersklasse.
Ze zorgde ervoor dat de revolutionaire stroming het
won van het reformisme. Ze stond aan het hoofd van
belangrijke strijdbewegingen zoals die voor het Front
Populaire (antifascistisch eenheidsfront vóór en
tijdens de oorlog), het verzet, de internationale
solidariteit met de Sovjet-Unie, het
antikolonialisme...
Maar tegelijk doken er opportunistische fouten op,
die hun oorsprong vonden in de tendens om zich strikt
aan de burgerlijke wetten te willen houden en het
parlementarisme. Men onderschatte de rol van de
massa's, hun kracht en creativiteit. Zolang de PCF
haar communistisch karakter had, werden die fouten
bekritiseerd en verbeterd. Maar het revisionisme
greep om zich heen binnen de internationale
communistische beweging. Er ontstond een steeds
bredere kloof tussen theorie en praktijk, tot men
uiteindelijk de principes ging herzien.
Op het 22ste Congres van de PCF in 1976 slaagden de
revisionisten erin de grondslagen zelf van de partij
aan te vallen. Ze schrapten de noodzaak van de
dictatuur van het proletariaat en daarmee ook de
marxistische theorie over de staat. Vanaf toen begon
een revisionistisch proces waarbij telkens de tijd
gelaten werd één stap te 'verteren' alvorens dan
over te gaan naar een volgende stap in naam van 'de
nieuwe toestand'. Zo verdwenen één voor één de
begrippen die de revolutionaire, communistische
identiteit van een partij uitmaken: de revolutie, het
socialisme, de macht van de arbeidersklasse en haar
bondgenoten, het collectief bezit van de
productiemiddelen, het marxisme, het
internationalisme...
Het 28ste Congres zette de stap naar de
sociaal-democratische partij.
Het was de periode van de 'ombouw', een vreemd
concept dat van de partij een sociaal-democratische
kracht maakte. Doel was het kapitalisme sociaal aan
te passen door de klassencollaboratie te bevorderen.
De monopolistische burgerij steunt de 'ombouw' van
partijvoorzitter Robert Hue, zolang hij invloed
blijft uitoefenen onder de arbeiders en op voorwaarde
dat hij de communistische voorhoede in de kiem
smoort. De burgerij wil het proletariaat immers
integreren in de kapitalistische orde en de
revolutionaire beweging politiek uitschakelen.
Hoe komt het dat de
PCF-leiders niet langer de belangen van de
arbeidersklasse verdedigen?
Jean-Luc Sallé.
Ideeën vallen niet uit de lucht. We moeten de
materiële oorzaken analyseren die geleid hebben tot
het revisionisme en het reformisme. Het imperialisme
plundert de landen en volkeren die het overheerst.
Het strijkt zo superwinsten binnen, waarmee het
bepaalde lagen van de arbeidersklasse, zoals de
arbeidersaristocratie en de arbeidersbureaucratie,
kan corrumperen. Na de bevrijding van het fascisme
hebben de sociale veroveringen bij ons in Frankrijk
ook gezorgd voor een grote groep politieke- en
vakbondsvrijgestelden, ook binnen de PCF. Dat had
negatieve aspecten. De minst revolutionaire elementen
kregen goedbetaalde baantjes die weinig inspanningen
vereisten: de leiding van huurmaatschappijen,
vakantie-organisaties, verzekeringen... Zo ontstond
geleidelijk aan een sociale laag 'boven' het
proletariaat.
Die laag vormde de sociale steun voor het
revisionisme. Ze bekritiseerden het systeem zonder
het te willen omverwerpen, want hun leven als kader
integreerde hen helemaal in het kapitalisme.
Daarna stelden de 'apparatjiks' (vrijgestelde
partijkaders) de partij open voor de middenlagen, de
hogere kaders, de vrije beroepen (een terrein dat
door de Parti Socialiste in de steek was gelaten. Zo
groeide de sociaal-democratische tendens. Maar veel
arbeiders en ambtenaren gaan niet akkoord met de
'ombouw' van de PCF.
Waarom stapte de
PCF niet uit de regering toen de NAVO Joegoslavië
bombardeerde?
Jean-Luc Sallé.
De houding van de PCF-leiding was zonder meer
schandalig. PCF-minister Buffet zei op de eerste dag
van het militair conflict dat de PCF de regering
zelfs niet zou verlaten als het tot een grondoorlog
kwam! 'Noch de NAVO, noch Milosevic', was hun leuze.
Alsof je aanvaller en aangevallene op dezelfde voet
kan plaatsen!
De stroming tegen de imperialistische oorlog was in
Frankrijk zwak. Wij moeten onze verantwoordelijkheid
op dat vlak veel beter oppakken. Ik ben optimist.
Onze Coordination Communiste scandeerde tijdens
betogingen: "Weg met de imperialistische
oorlog" en "Solidair met
Joegoslavië". Omstanders waren verbaasd maar we
kregen toch ook veel applaus. De oorlog tegen
Joegoslavië is een breekpunt in de geschiedenis van
de PCF. De partij heeft zich akkoord verklaard met de
nieuwe imperialistische wereldorde.
Wat zeggen de
trotskistische partijen over de ontaarding van de
PCF?
Jean-Luc Sallé.
De ontaarding van de PCF zorgt voor een versterking
van de trotskistische tendens. De trotskisten zien
hun kans schoon om hun partijen uit te bouwen en
daarmee de arbeidersklasse naar de impasse te leiden.
De versterking van de trotskisten is de versterking
van de sociaal-democratie, van de sociale steun aan
het kapitalisme. De trotskisten passen een
verschillende tactiek toe. Lutte Ouvrière en Lutte
Communiste Révolutionnaire scoorden goed bij de
verkiezingen en willen een formatie uitbouwen 'links'
van de PCF. De Parti Trotskyste kiest voor het
'entrisme': ze willen in de PCF binnendringen om de
ontgoochelde kaders te binden en... de verkeerde kant
op te sturen.
Zowel de reformisten als de trotskisten verhinderen
de heropbouw van de partij. Als we vanuit het 30ste
Congres de PCF willen heropbouwen is inzicht in de
rol van het trotskisme onontbeerlijk. Anders krijgen
we alleen verwarring en illusies.
Wat zijn de
belangrijkste scheidingslijnen tussen de PCF-leiding
en de Coordination Communiste?
Jean-Luc Sallé.
Zowat alles scheidt ons. Het gaat om de
scheidingslijnen tussen voorstanders van een
sociaal-democratische partij en voorstanders van een
revolutionaire partij. Zolang de PCF
arbeiderssectoren organiseert, zullen wij er het
gevecht voortzetten. Maar we koesteren geen illusies:
die partij is gezien zijn sociale samenstelling niet
meer recht te trekken. Wij willen op het 30ste
Congres opkomen voor een authentieke revolutionaire
partij, wij zullen de balans van het socialisme en de
verworvenheden van de Sovjet-Unie verdedigen, wij
zullen de terugtrekking van de PCF-ministers uit de
regering van oorlog eisen.
Wij willen geen
'linkervleugel' zijn
Het doel is steeds meer kameraden en met name
arbeiders samen te brengen. Maar wij voelen ons
allerminst geroepen de linkervleugel te gaan vormen
van die sociaal-democratische partij. Wij werken en
treden op om een nieuwe communistische voorhoede te
vormen. Wij willen dat binnen strijdbewegingen een
communistische geest gaat waaien, wij willen onze
banden met de arbeiders, de jongeren, de werklozen,
de mensen zonder papieren,... versterken. Dat vereist
allemaal tijd, studie van de theoretische klassieken,
uitbouw van infrastructuur. De Coordination
Communiste is ervan overtuigd dat er geen andere weg
is om de revolutionaire Communistische Partij opnieuw
op te bouwen. In die zin werken wij!
(*) solidair 5/2000