Door Klaus von Raussendorff en Oliver Wagner(*)
Manifest plaatst de komende periode een analyse over de beestachtige NAVO-oorlog tegen Joegoslavië en de vier belangrijkste punten van tegenspraak in de imperialistische wereldorde. Vandaag het tweede deel van
de tegenspraak tussen de centra van het imperialisme en de onderdrukte landen en het aan de dag treden van strategische allianties tussen anti-imperialistische regionale machten (1)
Geen McDonald's zonder McDonnell
"Opdat de globalisering kan functioneren, mag Amerika niet bang zijn, als een a
machtige supermacht, die het feitelijk is, op te treden," schreef Thomas Friedm
n, de politieke hoofdredacteur van de New York Times (van 28 maart 1999), vier dagen na begin van de NAVO-bombardementen op Joegoslavië, en hij vervolgt: "De onzichtbare hand van de markt kan nooit functioneren zonder de onzichtbare vuist - McDonald's kan niet groeien zonder McDonnell Douglas, de bouwer van de F15. En de onzichtbare vuist, die de wereld buiten de technologie van Silicon Valley weet te houden, is het leger, de luchtmacht, de marine en het corps mariniers van de VS." Een merkwaardige bekentenis, dat de aanvalsoorlog op Joegoslavië deel uitmaakt van de poging, overal op de wereld zwakke en afhankelijke landen een systeem van herkolonisatie door de internationale concerns, desnoods met militair geweld, op te dringen. Net zoals eerder in Irak bewezen de verantwoordelijke politici van de NAVO-lidstaten, dat zij er geen been in zien, luchtaanvallen en economische boycots op te voeren tegen een niet in de pas lopende staat, tot aan de totale oorlog tegen de burgerbevolking toe, indien het risico op eigen verliezen daarbij miniem blijft. Dit doen zij in het belang van een zeer kleine minderheid van schatrijke geldmagnaten en hun kompanen, die elkaar onder meer ieder jaar ontmoeten op de zogenaamde wereldhandelstop. Geheel in de trant van het militaire jargon, verklaarde de directeursbedrijfsleider, Claude Smadja, op het hoogtepunt van de NAVO-bombardementen: "Onder deze omstandigheden is de enige optie meedogenloze en meer intensieve luchtoperaties, gecombineerd met de massale inzet van antitankwapens, om de gehele militaire en paramilitaire infrastructuur van het land te vernietigen. Met andere woorden: een drempel van onverdraaglijke verwoesting te schaffen voor een zo vasthoudende dictator als Milosevic. Als dat niet volstaat, dan moet er onverwijld een massale interventie op de grond volgen, nadat de bombardementen zijn gebruikt, om deze voor te bereiden." (Citaat van Vladimir Volkoff, in "Désinformation flagrant délit", Parijs, 1999, blz. 91, overz. van schrijvers)
Westerse belangen
In Joegoslavië is het de internationale concerns niet volledig gelukt, 'overbodige' nationale productiecapaciteit via de gewone dwangmaatregelen door de internationale financiële instituten uit te schakelen en de diverse economische branches geheel onder elkaar te verdelen. De NAVO-bombardementen op raffinaderijen, fabrieken en andere civiele productieplaatsen doen het vermoeden ontstaan, dat zo ook concurrerende industriële capaciteit "afgebouwd" had moeten worden. "Bij de eerste fabrieken die werden verwoest, behoorde de grootste sigarettenfabriek van de Balkan. De afzet van het Duitse Reemtsma-concern kon hiervan profiteren (...) Het concern... behaalt tegenwoordig deels een uitmuntend marktaandeel: in Slovenië 78 procent, in Slowakije 50,1 procent, in de Oekraïne 43,6 procent, in Polen 27,5 procent, in Hongarije 23 procent etc.
(...) In de Joegoslavische industriestad Kragujevac werd de autofabriek Zastava meerdere keren aangevallen. Een concurrent voor Skoda, de dochtermaatschappij van Volkswagen, die in Oost-Europa een belangrijke rol speelt.
Joegoslavië nog overeind
Reeds bij de eerste stagnaties in leveringen van auto's uit Joegoslavië maakten VW-handelaren reclame voor Skoda ten nadele van Zastava en Yugo. In 1991 ging het Franse autoconcern Renault in de concurrentieslag met VW om de overname van Skoda. VW behaalde de overhand en produceert intussen niet alleen in Tsjechië en Slowakije, maar ook in Hongarije en Polen. Het één na grootste Franse autoconcern, Peugeot, en het Italiaanse Fiat-concern wilden in Kragujevac gaan produceren (Handelsblatt 29 april, 1999, blz. 3)...
Voor de petro-chemische fabriek Petrohemija in Pancevo hadden buitenlandse investeerders van tevoren al interesse getoond. De installatie, die gold als de 'parel' van de Joegoslavische economie, werd net zo verwoest als de twee grootste raffinaderijen van het land bij Novi Sad en Pancevo. Ook de opslagplaatsen van de benzinestationketen Jugopetrol en Beopetrol werden gebombardeerd. Allebei waren te verkopen objecten in de eerste golf van privatisering. Bij de privatisering kunnen we uitgaan van speciale belangstelling van Russische aardolieconcerns. Zij zijn niet alleen de belangrijkste leveranciers van Joegoslavië, maar hebben zich ook al ingekocht in de buurlanden Roemenië en Bulgarije. (...) De (kunst)mestfabrieken van Pancevo en Novi Sad zijn voor Joegoslavië, dat nu weer een BBP had waarin de landbouw een aandeel had van 50 procent, zeer belangrijk. Op de wereldmarkt bestaat een sterk overschot aan kunstmest, niet op z'n minst omdat Rusland, maar ook andere Oost-Europese staten, meer kunstmest zijn gaan exporteren om zo deviezen te verkrijgen." (2)
Rusland en China hebben de defensieve oorlog van het Joegoslavische volk en haar regering niet zo vastberaden gesteund als wenselijk was en eventueel gewenst zou zijn geweest. De NAVO kon alleen daarom al haar verliezen beperken en de oorlog voeren in de stijl van bloedbaden onder een weerloze bevolking. Toch hebben ondanks dat de VS en haar geallieerden hun hoogste doel, het binnendringen van NAVO-troepen in heel Joegoslavië, niet bereikt.
Oppositie tegen Westen groeit
Van meer belang: De aanval op Joegoslavië wordt in Moskou, Beijing en New Delhi gezien als het begin van plannen, die door de belangen van monopolies worden opgelegd, vooral het plan voor het destabiliseren van Rusland, India en China, alsook het installeren van een raketafweersysteem onder gelijktijdig afblazen van het in 1972 tussen de VS en de Sovjet-Unie gesloten ABM-verdrag, dat een omvangrijk systeem voor de afweer van raketten verbiedt. "In Rusland, India en China sluiten krachten zich aaneen, die aandringen op samenwerking van de Aziatische grootmachten," constateert een voormalig chef van het planbureau van het federale ministerie van defensie (aldus Ulrich Weisser, "Tegen Amerikaanse hegemonie", FAZ van 11 december)
(einde deel 1 van tegenspraak)
(1) Daarna volgen nog:
II. Rivaliteit tussen imperialistische machtscentra
III. Tegenspraak tussen de kapitalistische transformatie en de restanten aan verworvenheden van het reële socialisme in het verleden
IV. Tegenspraak tussen kapitaal en arbeid
(2) Aldus Christian Christians, "Ook een economische oorlog" in: Offensiv - Socialistisch tweemaandelijks blad van de PDS in Göttingen en Hannover, nr. 5 van 1999, juli/augustus, blz. 19/20.
Bron: Marxistische Blätter 2000, nummer 1, wetenschappelijke uitgave van de DKP, vert. Toos Plug