Door Bert Bakkenes
Premier Wim Kok maakte op 25 februari bekend dat hij bereid is spijt te betuigen voor het Nederlands optreden in Indonesië tijdens de koloniale periode. Hij wil dit in het openbaar
doen, maar het is nog niet bekend wanneer. Er zijn verschillende mogelijkheden. In juni zal de Indonesische president Wahid naar Nederland komen om een eredoctoraat van de Universiteit van Twente in ontvangst te nemen. Het is ook mogelijk dat Kok Indonesië op een eerdere datum zal bezoeken.
Het lijkt erop dat Kok een streep wil zetten onder een verleden waarin de relatie tussen Nederland en Indonesië werd gekenmerkt door wederzijds wantrouwen en veel oude wonden. Er trad een verbetering op tijdens het bezoek van Wahid aan Nederland in februari en dit proces zal nu verder worden ontwikkeld.
Dienstweigeraars
De spijt die Kok wil betuigen slaat deels op de politionele acties tegen de Indonesische onafhankelijkheidsbeweging tussen 1946 en 1950. Duizenden Nederlandse dienstplichtigen werden naar Indonesië gestuurd om de onafhankelijkheidsbeweging te onderdrukken. Hierbij werden de mensenrechten op grote schaal geschonden en was er sprake van oorlogsmisdaden. Een aantal dienstplichtigen die werden opgeroepen weigerde te gaan en werd gevangengezet. Het ging om ongeveer 100 mensen. Veel anderen doken onder, wat in het Nederland van kort na de oorlog vrij gemakkelijk was. Ook waren er militairen die overliepen naar de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders. Premier Kok heeft aangegeven dat ook de daden van de dienstweigeraars nu "in een ander licht kunnen worden bezien".
Princen
De bekendste Nederlandse militair, die overliep naar de onafhankelijkheidsstrijders is Poncke Princen. Hij zei kort na het bekend worden van Kok's uitspraak dat hij erg blij is met het voornemen van de premier. "Daar hebben we altijd opgewacht", aldus Princen. "Ik zou het fijn vinden als het nu echt gebeurde." Hij ziet de verontschuldiging als een klein beetje erkenning van zijn daden. Poncke Princen vocht samen met de Indonesische eenheden tegen het Nederlandse leger. Een andere bekende persoonlijkheid die overliep was Piet van Staveren die omroeper werd van de omroep van de Indonesische jeugdbeweging. Hij probeerde onder de naam Pipojo met zijn uitzendingen Nederlandse militairen over te halen de strijd te staken.
Later werd hij tijdens de onderhandelingen, over het Ronde Tafel Verdrag, die uiteindelijk tot vrede zouden leiden, opgepakt door de Nederlandse autoriteiten en berecht. Tijdens de rechtszaak waren er protestbijeenkomsten in zowel Nederland als Indonesië en werden er vanuit Indonesië duizenden protestbriefkaarten aan de Nederlandse regering gestuurd. Piet van Staveren kreeg uiteindelijk zeven jaar gevangenisstraf.
CPN
In Nederland werden de protesten tegen de politionele acties geleid door de CPN. De Communistische Partij van Nederland had al ver voor de oorlog steun gegeven aan de Indonesische onafhankelijkheidsbeweging, en vooral aan de Indonesische Communistische Partij PKI. CPN-leden hadden regelmatig contact met de PKI en werden voorgesteld als het andere gezicht van Nederland. Op 17 augustus 1945 riep Soekarno de Republiek Indonesië uit. Toen Nederland troepen ging inzetten om de onafhankelijkheidsbeweging van Soekarno te onderdrukken kwam de CPN massaal in actie. Op 21 oktober werd er een grote demonstratie gehouden op het Amstelveld in Amsterdam tegen militair ingrijpen en voor onderhandelingen.
In de daarop volgende jaren nam de strijd tegen de Indonesië-politiek van de regering Beel-Drees in hevigheid toe. Op 2 februari 1946 was er een betoging van 20.000 mensen in de Markthallen in Amsterdam voor vrede met Indonesië en op 23 september brak er in Amsterdam een algemene staking uit tegen het vertrek van het troepenschip Boissevain. Er werd opnieuw massaal gedemonstreerd en de politie voerde charges met de blanke sabel uit op het Waterlooplein. Er viel één dode.
ANJV
In maart 1947 stemde de CPN in de Tweede Kamer als enige partij tegen een grondwetswijziging die het uitzenden van meer troepen mogelijk maakte. Enkele maanden later was de koloniale oorlog een feit. Opnieuw werd er massaal gedemonstreerd en ook gestaakt, vooral in Amsterdam. Ook de jeugdbeweging ANJV liet zich niet onbetuigd en verspreidde veel materiaal tegen de koloniale oorlog onder de militairen op de kazernes.
Ratio Koster, die hier een grote rol in speelde, werd gepakt met het ANJV-
blad 'Eén' en voor de krijgsraad gebracht. Na anderhalf jaar in hechtenis, en vele acties van de CPN, werd hij op 23 november 1948, vrijgesproken en vrijgelaten. De spijtbetuiging van Kok zal hij niet meer horen. In 1984 is Ratio Koster overleden.
Na een nieuwe politionele actie rond kerst 1948, waartegen opnieuw massaal actie werd gevoerd, volgde op 27 december 1949 de soevereiniteitsoverdracht. Ook voor al diegenen die bij de acties en stakingen betrokken waren, en waarvan een aantal onschuldig in de gevangenis heeft gezeten, zal de spijtbetuiging van Kok erkenning betekenen. Vooral rond de politionele actie van 1949 was het verzet onder de soldaten groot. Eén veteraan, Joop Meuting, die op 19-jarige leeftijd naar Indonesië werd gestuurd, riep de Nederlandse regering al in 1969 op om spijt te betuigen. Hoewel hij blij is met de uitspraak van Kok heeft hij aangegeven dat het eigenlijk veel te laat is.
Brief
Op 23 januari 2000 schreef de voormalig adviseur van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Jakarta, Ibrahim Isa, een brief aan premier Kok waarin hij ondermeer verzocht "om de relatie tussen Nederland en Indonesië grondig te herstellen en te bevorderen, dat de Nederlandse regering een excuus zal aanbieden aan het Indonesische volk, voor de onderdrukking en ontberingen tijdens de koloniale overheersing van Indonesië door Nederland, die de koloniale regering van Nederland, het Indonesische volk heeft aangedaan."
In een reactie op de bekendmaking van Kok zegt Isa dat, hoewel hij er vanuit gaat dat het door Kok genomen besluit geen directe reactie op zijn brief is, het toch om een historische stap gaat die de relatie tussen Indonesië en Nederland verder zal ontwikkelen.