Door Luk Brusselaer
Bij Philips Terneuzen werd in oktober 1999 aangekondigd, dat 280 van de bijna 500 werknemers zouden worden ontslagen. De zogenaamde burners-afdeling zou worden verplaatst naar lage-lonenlanden, zoals
Polen (Pila). Reeds eerder was in 1995 al ontslag aangekondigd voor 340 mensen.
Nooit, wanneer de Philipsdirectie ontslagen aankondigde, betrok de vakbondsleiding de echte oorzaak van de aangekondigde ontslagen, de kapitalistische uitgangspunten, in de discussie. Met andere woorden, het uitgangspunt van de Philipsdirectie dat er, ten behoeve van Philips, winst moet worden gemaakt, liefst zoveel mogelijk, is nooit in het geding geweest. Het uitgangspunt van de vakbonden liep wat dat betreft steeds evenwijdig aan de redenering van de Philipsdirectie, ook de vakbonden waren telkens heel realistisch, zoals dat heet.
Om ontslagen te vermijden gingen de bonden dus uit van dezelfde principes als de fabrieksbazen. Hun reactie bestond er dan ook in, om met betere plannen te komen dan diegene die de directie had ontwikkeld, waardoor toch nog winst zou kunnen worden gemaakt (op grote schaal zelfs) in Terneuzen.
In 1995 werd er een onderzoeksbureau voor ingeschakeld, dat uitkwam op ontslag voor 100 mensen, in plaats van de door Philips bij aanvang aangekondigde 340. Maar die 100 moesten er wel direct uit, terwijl bovendien anderen mondjesmaat volgden.
Deze keer, in 1999, werd de ontslagboodschap met steun van de vakbonden bestreden middels een alternatief plan, ontwikkeld door de ondernemingsraad. Uitvoering van dat plan zou het bedrijf in Terneuzen rendabeler maken en zelfs meer winst opleveren dan in Polen. Het plan ging uit van een concentratie van de productie in Terneuzen.
Net zoals in 1995 werd ook in 1999 het verzet tegen de ontslagen door de vakbonden (plus de ondernemingsraad) gekanaliseerd. Stakingsacties die bij de werkers van Philips uitbraken, werden telkens onmiddellijk ingekaderd, herleid tot verzet via onderzoeksbureaus, onderhandelingen en andere activiteiten. Om stoom af te blazen werd er deze keer zelfs een wandeling gemaakt bij de Philipsvestiging in Eindhoven; daadwerkelijk doorgaan met staken zat er nooit in, omdat dit de onderhandelingen zou blokkeren!
"Het koste de vakbondsmensen en de OR-voorzitter heel wat praatwerk om de tegenstanders (=voorstanders van staking) te overtuigen van de noodzaak het akkoord te steunen en de staking op te schorten". (BN/De Stem 02/12/1999).
Er werd op de actiebijeenkomsten door de OR-voorzitter dikwijls gedreigd met harde acties, hartige woorden zouden gewisseld worden met de Philipsdirectie, maar telkens diende alles sereen te verlopen om de onderhandelingssfeer niet te verpesten. Bezoeken aan andere Philipsafdelingen (ondernemingsraden) werden in goed overleg met de directie besproken. Kortom, alles diende te verlopen overeenkomstig de wensen van de Philipsdirectie. De acties, die wel gevoerd werden, waren een gevolg van het feit dat de leiding niet altijd alles evengoed in de hand had, of om de actiebereidheid te kanaliseren.
De Philipsdirectie ging natuurlijk simpelweg door met haar plannen, terwijl de ondernemingsraad verder mocht gaan met tegensputteren; onvrede moet immers een uitlaatklep hebben. Uiteindelijk leven wij zogezegd in een democratie en iedereen mag zijn mening hebben en zelfs wat verzet aantekenen, als dat maar binnen het raamwerk blijft van het genomen besluit.
De ondernemingsraad van Philips Lighting Terneuzen kon haar verzet natuurlijk nog niet opgeven en de directie werd gesommeerd af te zien van het besluit om het bedrijf in Terneuzen gedeeltelijk te sluiten. Als de directie negatief antwoordt op de ondernemingsraad dan zal de ondernemingsraad de ondernemingskamer, een rechtsorgaan voor geschillen tussen ondernemingsraden en directies, inschakelen. Het besluit van de Philipsdirectie wijkt volgens de ondernemingsraad teveel af van het advies van de OR van de Terneuzense fabriek. Het besluit van de Philipsdirectie 'wijkt dus teveel af', fundamenteel is er eigenlijk niets aan de hand. Je moet realistisch zijn, toch?
Door alle verzet bij Philips Terneuzen heen, valt telkens de meegaandheid en de acceptatie van de stakingsleiding op van de uitgangspunten die eigen zijn aan het kapitalisme. Men steunde vooral op externe deskundigen, niet op de arbeiders zelf en men was duidelijk ook niet al te zeer van plan om de solidariteit met de werkers van de andere Philipsvestigingen in het geweer te brengen. Veeleer werd deze solidariteit met andere vestigingen zelfs in gevaar gebracht door het ontwikkelen van winstgevende plannen voor het eigen bedrijf, zelfs als dat ten koste kon gaan van andere vestigingen!
De strijdbeweging bij Philips Terneuzen werd feitelijk verlamd door de ronkende verhalen over het ontwikkelen van plannen die nog meer winst konden opleveren dan door de plannen van de Philipsdirectie zelf. Onderwijl werd steeds geopteerd voor 'realisme', wat concreet wil zeggen, dat de beslissingsmacht bij het kapitaal blijft liggen. Begin januari 2000 kon de OR-voorzitter al in de pers (BN/De Stem 4-1-2000) verkondigen dat hij de indruk had, dat het personeel in Terneuzen (gelukkig?) actiemoe was.
De 'realistische' vakbondsbestuurders vertrekken vanuit begrip voor de moeilijkheden van het kapitaal (Philips in dit geval), de moeilijke concurrentiepositie. De werkers zijn echter altijd de slachtoffers van de concurrentieslag die de kapitalisten onderling voeren ten behoeve van hun eigen winsten.
De kapitalistische logica of wetten zijn vervangbaar, het zijn geen vaststaande natuurwetten! Toegeven aan de concurrentielogica brengt een internationale spiraal van afbraak op gang. Het zijn de werkers die over de grenzen heen tegen elkaar worden uitgespeeld, terwijl zijzelf er hoe dan ook de slachtoffers van zijn of worden. Zoiets moet onvermijdelijk leiden tot ellende, fascisme en oorlog!
De staking zelf is als actiemiddel nog altijd de belangrijkste actievorm van en voor de werkers, de enige manier om het kapitaal te treffen in het hart, de productie, de winsten! Bij Philips Terneuzen werd het stakingsmiddel geschuwd, niet door de werkers van het bedrijf, maar wel door de stakingsleiding. De stakingen werden getolereerd voor zover dit noodzakelijk werd geacht voor de handhaving van het eigen gezag, door de stakingsleiding. Het werd een niet te vermijden noodzakelijkheid of een middel om stoom af te laten blazen, waarna de gewone gang van zaken, het 'realistische' schijngevecht, werd voorgezet. De actiebereidheid en de strijdbaarheid van de werkers werd onderuit gehaald.
Ter ondersteuning van de gang van zaken, om een mogelijke strijdbeweging te voorkomen, zongen de traditionele politieke partijen (inclusief de SP) hun liedje mee. Men huilde krokodilletranen en spuide diverse verhalen en kwam met loze gebaren, zoals het beschikbaar stellen van zeven ton, vragen stellen in de Tweede Kamer, Philips wel eens aan de tand gaan voelen, Boonstra de schuld geven en zo meer, zonder echt daadwerkelijk op te treden.
De Philipsdirectie kan tevreden terugblikken op de gang van zaken in Terneuzen. Zonder veel kleerscheuren haalt Philips immers zijn slag thuis! Verzet wordt ingecalculeerd, als het maar geleid kan blijven gebeuren is er verder immers niets aan de hand!
Het is duidelijk: meedenken binnen het kapitalistische systeem levert enkel winst op voor de kapitalisten. Zij plukken de vruchten van de zachtaardige dood van de bedrijven of bedrijfsonderdelen. Een zachtaardige dood die in Terneuzen alleen succesvol kon plaatsvinden, dankzij de 'realisten' die zich als verdedigers van de werkersbelangen voordoen, in nauw overleg met de directie, die de eisende partij kon blijven spelen.
De werkers plukken dankzij de 'realisten' de bittere vruchten van hun ontslag, het kapitaal kan elders (opnieuw) verder profiteren van nieuwe slachtoffers!
De Philipsdirectie van Terneuzen buigt zich ondertussen, vanzelfsprekend samen met de begripsvolle vakbondsbestuurders, over een sociaal plan: een doekje voor het bloeden om de schijn van 'sociaal gedrag' op te houden.
Ondertussen heeft de ondernemingsraad van Philips Terneuzen haar twistpunt over de sluiting van de afdeling van het Terneuzense bedrijf voorgelegd aan de ondernemingskamer, die besliste, zoals bekendgemaakt op 2 maart jl., dat de directie de afdeling bij Philips Terneuzen VOORLOPIG niet mag sluiten. Een tijdelijk uitstel, om het geloof in de rechtsorganen gaande te houden?