Grote actiebereidheid
Van een correspondent
Vanaf 21 februari zijn de vakbonden van personeel bij provincies in actie voor een betere CAO. Op die datum verwierpen kaderleden van de bonden het CAO-eindbod van
de werkgevers. De acties die in de ene provincie soms schuchter begonnen, maar in de andere provincie al onmiddellijk tot een volle stakingsdag leidden, verrasten zowel bonden als werkgevers.
Het provinciaal personeel, dat pas acht jaar een eigen CAO heeft, kent nauwelijks een strijdvaardige vakbondstraditie. De vakbondsonderhandelaars Han Jetten van ABVAKABO/Novon en Wim Berg van CFO stelden zich daarom aanvankelijk bijzonder voorzichtig op. Zo voorzichtig, dat zelfs het eindbod op 28 februari nog enigszins werd verdedigd. Toen echter dit bod massaal en krachtig werd verworpen begon de vakbondsactiemachine langzaam op gang te komen. Per provincie werden prikacties uitgevoerd en op 16 maart was een landelijke stakings- en actiedag gepland waarop het provinciaal personeel massaal naar Flevoland zou trekken.
Acties opgeschort
Zover is het niet gekomen. Onder de indruk van de acties en actiebereidheid groeide er een meerderheid onder de provinciebesturen die wilde toegeven aan de eisen van de vakorganisaties. De werkgeversonderhandelaars kregen nieuwe instructies. Van donderdag 9 maart op vrijdag 10 maart werd tussen de onderhandelaars een nieuw akkoord bereikt. Op 29 maart zal dit aan de leden worden voorgelegd. Tot die datum zijn de acties opgeschort. Dit akkoord heeft een looptijd van twee jaar. De loonparagraaf van het akkoord houdt in een loonstijging van 3 procent vanaf 1 januari 2000 (was 2% vanaf 1 april 2000) en een verhoging van de eindejaarsuitkering met 0,5 procent tot 1,75 procent (was ook 0,5%). In 2001 wordt vanaf 1 februari een loonstijging betaald van 2,5 procent (was 1,25% vanaf 1 april 2001) en de eindejaarsuitkering stijgt met 1 procent tot 2,75 procent (was 1,25%).
Niet te vroeg gejuicht
Hoewel het nieuw bereikte akkoord een belangrijke verbetering is ten opzichte van het verworpen 'eindbod', is de loonparagraaf slechts een geringe verbetering ten opzichte van de inflatie. En het voorgestelde seniorenbeleid en de verlofregeling zijn ondanks de verbetering ten opzichte van het eindbod ronduit verslechteringen ten opzichte van de bestaande situatie. Dit moet niet alleen de vakbondsleden bij de provincie, maar ook de werknemers in het algemeen in ons land aan het denken zetten. In een tijd van economische bloei slagen de bonden bij de provincie er niet in belangrijke en structurele verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden te bereiken. Het lukt hen slechts van werkgeverszijde voorgestelde verslechteringen enigszins terug te dringen en te beperken.
Structurele verbeteringen binnenhalen!
Als wij in ons land terugkijken op de arbeidersstrijd, die in de achter ons liggende jaren is gevoerd, dan moeten we constateren dat die vooral in tijden van hoogconjunctuur heeft geleid tot structurele verbeteringen als de invoering van de AOW, de WAO en de vijfdaagse werkweek. De arbeidersklasse en de organisaties die haar belangen vertegenwoordigen moeten daarom beseffen dat nu het moment is aangebroken om nieuwe structurele verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden af te dwingen. Juist nu de werkgevers zich opmaken om hun winstmachines niet door vergrijzing te laten stagneren en daardoor het personeel te verplichten langer aan het werk te blijven, moeten de bonden zich teweerstellen. Zij moeten garanties eisen dat werknemers daadwerkelijk vruchten blijven plukken van een werkzaam leven. De trend om hen te dwingen d.m.v. lagere (vervroegde) pensioenuitkeringen langer in het arbeidsproces vast te houden moet met kracht van de hand worden gewezen. Er is kapitaal genoeg aanwezig om het personeel tegemoet te komen. De vakbonden zullen zich krachtig moeten opstellen om te voorkomen dat veel werknemers hun pensioen moeten uitstellen om een minderheid van kapitaalbezitters hun winsten te garanderen.