Leugens over Cuba
Door
Rein Schinkel
Het is het kabinet
op het lijf geschreven: recht praten wat krom is. Het
maakt niet uit of het gaat om het declaratiegedrag,
een foute vakantiebestemming, het ondermijnen van
sociale zekerheden of het verdoezelen van de waarheid
bij de onderzoeken naar de échte schuldigen aan de
diverse rampen die zich in de afgelopen jaren hebben
afgespeeld. Vanuit elk verantwoordelijk ministerie
komt er wel weer een boodschap dat men 'het anders
moet bekijken' waarmee de draaikonterij weer op volle
toeren draait.
Zo voelt de afdeling
voorlichting van de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking zich weer helemaal in haar
element wanneer ze de ruimte krijgt om via haar
maandelijkse uitgave 'Internationale Samenwerking'
Cuba onder de loep te nemen. Onder de tot lezen
uitnodigende kop: 'Zorgkampioen Cuba hergebruikt
heupschroeven' staat een opvallend opgemaakte
inleiding waarin erop gewezen wordt dat lange tijd
sporters en artsen het visitekaartje van Cuba waren.
Een belangrijk citaat hieruit dat aangeeft waar het
artikel verder over gaat: "Volgens het
VN-kinderfonds UNICEF is de gezondheidszorg in Cuba
leidinggevend binnen de ontwikkelingslanden. Maar het
wegvallen van de Sovjet-Unie als bondgenoot en het
handelsembargo van de Verenigde Staten hebben het
eiland, inclusief de gezondheidszorg, pijnlijk
getroffen."
In het artikel wordt dan uitvoerig ingegaan op de
medische ontwikkelingen op Cuba na de val van de
dictator Batista in 1961 waarna de communistische
partij o.l.v. Fidel Castro aan de opbouw van het door
de Amerikanen aangevoerde Westen leeggezogen land
begon. Grote successen werden behaald bij het
uitroeien van epidemieën en infecties die Cuba
teisterden. Dat nam niet weg dat - direct na de
revolutie - toch een groot percentage medici, gelokt
door hogere salarissen en betere werkomstandigheden,
het land in opbouw de rug toekeerden en een groot
tekort aan artsen veroorzaakte. Vervolgens richtte
het beleid zich op het op grote schaal opleiden van
huisartsen waardoor er per tweehonderd Cubanen een
arts ter beschikking stond. Een gepensioneerde arts
vertelt trots: "Op specialistische terreinen als
de behandeling van de ziekte van Parkinson waren we
toonaangevend in de wereld. Met veelal door de Russen
aangeschafte technologie hebben we vanaf 1985 ook
hart/long-tranplantaties uitgevoerd, en andere
geavanceerde operaties zoals het implanteren van
pacemakers."
Hulpmiddelen worden
hergebruikt
Nadat kapitalistische criminelen de Sovjet-Unie met
succes hadden ondermijnd werden ook de solidaire
hulpprogramma's aan Cuba gestaakt. De Cubaanse medici
werden gedwongen hun medische kennis op
geïmproviseerde wijze te gebruiken om aan de
catastrofale tegenslag het hoofd te kunnen bieden.
Medische apparatuur blijft vaak door gebrek aan
onderdelen maandenlang buiten gebruik en er is ook
een steeds groter gebrek aan medicijnen ontstaan. Een
en ander heeft ertoe geleid dat de medici extra
zuinig moeten omgaan met de medische hulpmiddelen en
daardoor steeds meer overgaan tot hergebruik van deze
middelen. Pacemakers worden bijvoorbeeld hergebruikt
licht een arts toe: "Als iemand met zo'n
apparaatje sterft, halen we dat er uit, ontsmetten
het en hergebruiken het voor een andere
patiënt". Dit gebeurt ook bij
"heupschroeven en ander materiaal die te
waardevol zijn om mee te begraven." Naast het
wegvallen van de steun vanuit de voormalige
Sovjet-Unie is tevens het embargo van de Verenigde
Staten sinds 1961, toen alle, op koloniale wijze
gestolen, Amerikaanse bezittingen op het eiland
onteigend werden. Vooral ook de zogenaamde Torricelli
Wet van 1992 die onder meer verzending van
voedingsmiddelen en medicijnen naar Cuba verbood,
heeft Cuba zeer ernstig getroffen. Hiermee wordt Cuba
gedwongen om tegen zeer hoge prijzen medische
voorzieningen in Europa en Azië te kopen. Volgens
een cardioloog: "Voor medicamenten die we
vroeger (voor de boycot) voor 250 Amerikaanse dollar
kochten moeten we nu al gauw vier keer zoveel
betalen. Bovendien willen niet alle farmaceutische
bedrijven aan Cuba leveren, uit angst voor
Amerikaanse represailles".
Amerikaanse
hartewens onvervuld
Maar wat is de conclusie van de redactie van
'Internationale Samenwerking'? Het aloude bekende
beeld van 'recht praten wat krom is' komt weer naar
voren. Door het artikel heen wordt geschreven over
artsen die zo graag hun deserterende collega's zouden
willen volgen door zich te ontrekken aan de
verantwoordelijkheid voor hun Cubaanse medeburgers en
zich aan verraad overgeven door de lokroep van het
rijke Westen. De regering in Havana heeft eind 1999
hiertegen maatregelen afgekondigd om o.a. de gratis
gezondheidszorg niet in gevaar te brengen. Het
ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking maakt zich
echter zorgen over de artsen die na hun gratis
opleiding beperkt worden in hun streven zich in de
landen te vestigen die zich niets aantrekken van het
handelsembargo tegen het Cubaanse volk.
Hoe lang nog blijft de wereld toekijken, terwijl deze
hypocriete Amerikaanse blokkade, nu al veertig jaar
lang, voortduurt. Het is duidelijk dat de rijke
landen die dagelijks de mond vol hebben over
humanitaire hulp, deze hulp alleen willen bieden
wanneer zij er hun eigen positie mee kunnen
versterken. Maar zij sluiten als bij een gebed de
ogen als hun bijdrage aan het embargo er toe leidt
dat een volk dat zich een weg naar vrijheid en een
beter bestaan vecht, op onmenselijke wijze wordt
vernederd. Hoe lang nog duurt de vernedering van een
boycot om een volk op de knieën te krijgen? Het
Cubaanse volk heeft al veertig jaar dit embargo
doorstaan en ontzenuwt hiermee de Amerikaanse
hartenwens om het Cubaanse volk op te zetten tegen
het beleid van de Cubaanse regering dat lijnrecht
staat op het multinationalbeleid van de Westerse
wereld. Amerika heeft in haar opzet gefaald en heeft
hiermee nogmaals het ware gezicht van een
'wereldheerser' laten zien!