Balkan, 78 dagen doelwit van de
NAVO
Door
Anna Ioannatou
Onlangs, vlak
vóór de herdenking van het feit dat een jaar
geleden op 24 maart 1999 de NAVO-bombardementen op
Joegoslavië begonnen, verscheen er een boek in
Griekenland, geschreven door Nikos Bojópoulos,
politiek redacteur van de krant 'Risospastis', met de
titel "Balkan, 78 dagen doelwit van de
NAVO"
Op de omslag is een
Amerikaanse vlag te zien, waarvan het stukje met de
sterren in de linkerbovenhoek vervangen is door de
vlag met de sterren van de Europese Unie en waar het
bloed van afdruipt. Weer eens een Griekse
'overdrijving'? Zeker niet, als je je goed realiseert
hoe groot de ellende is, die de NAVO-bombardementen
een jaar gelden hebben aangericht in het zwaar
beproefde soevereine Balkanland Joegoslavië. Het
boek is, aldus het voorwoord: "geen kroniek,
geen geschiedenis, noch een afgeronde analyse. Het is
het werk van een verslaggever, die een paar maanden
na het begin van de aanvallen het materiaal heeft
geselecteerd en probeert de eerste stukjes bijeen te
brengen van een beeld, waarvan we wel de contouren
kennen maar noch niet de precieze inhoud."
Tot op heden wordt er
nog steeds nieuwe informatie toegevoegd over die
periode van 24 maart 1999 tot 10 juni 1999 (toen het
akkoord werd ondertekend voor de toelating van de
NAVO in Kosovo). Nu de zwaarbeproefde regio zich weer
in het middelpunt van ontwikkelingen bevindt, die
uitgebroed worden in NAVO-kwartieren en in het
Pentagon, nu er 'nieuwe' haarden van onrust
'ontstaan', waarbij NAVO-bescherming nodig geacht
wordt, blijkt dit boek inderdaad helemaal niet af te
zijn, maar slechts een eerste fase te betreffen van
een bloedig scenario, dat nog lang niet afgerond
lijkt te zijn.
De bedoeling van dit
artikel is niet de Manifestlezer te informeren over
deze Balkanoorlog tegen Joegoslavië - want dat is al
uitgebreid gebeurd - maar om de Griekse kant ervan te
belichten. En dat gebeurt uitgebreid en goed
gedocumenteerd in bovengenoemd boek.
Een 'Centrumlinkse'
cowboy
Het boek vormt een serieuze aanklacht, ook tegen de
Griekse regering. Op treffende wijze wordt de
Europese Unie aan de kaak gesteld en vooral de
verregaande hypocrisie van de sociaal-democratische
regeringen. In Griekenland heeft de rechtse oppositie
uiteraard al gebruikgemaakt van het feit dat alle
gruwelijkheden op de Balkan gepleegd werden namens
'socialistische' regeringen. Ook de 'centrumlinkse'
rakker Clinton werd daarbij uiteraard niet vergeten.
Er werd zelfs gewag gemaakt van de "met bloed
doordrenkte traditie van Lenin en Stalin" en dat
op één lijn met Solana, Clinton, D'Alema, Blair
en... Milosovic.
Een kniebuigingen
makende Griekse regering verklaarde zelfs
verontschuldigend op een persconferentie bij monde
van de officiële regeringsvertegenwoordiger:
"uiteindelijk hoort Clinton politiek bij
Centrumlinks".
Stof genoeg voor
rechtse anti-propaganda dus en een mooie gelegenheid
om communistisch links zwart te maken via de bekende
kapitalismegezinde rol van de sociaal-democraten.
Onder de kop "Centrumlinks, oorlogspartij"
verwijst het boek naar deze historische rol van de
sociaal-democratie, al sinds de Eerste Wereldoorlog.
Het hoofdstuk opent met een aanhaling van woorden van
Marx over het verschil tussen woorden en daden en de
noodzaak niet alleen mensen, maar ook politieke
partijen niet op hun woorden, maar op hun daden te
beoordelen. Dan volgt een subtitel:
"Sociaal-democratie: de 'linkse' dienaar van het
imperialisme."
Veel hoofdstukken
dragen welsprekende titels en nog welsprekender
aanhalingen van woorden van Griekse ministers.
Natuurlijk kan ik er maar een greep uit doen.
Bijvoorbeeld: Jorgos
Papandreou (minister van Buitenlandse Zaken, kan het
uitstekend vinden met Madeleine Allbright): "We
zijn niet dogmatisch in het uitleveren van soevereine
rechten. We hebben trouwens op heel wat gebieden
soevereine rechten ingeleverd bij de Europese
Unie." (Finland, 16 oktober 1999).
En de
regerings-persvertegenwoordiger D. Réppas had al op
27 mei '99 benadrukt: "Griekenland blijft lid
van de NAVO, want dat is een nationale keus (...).
Het is onze keus in het bondgenootschap te
blijven."
Ook het Europese
parlement wordt niet gespaard in het boek en de
resolutie van 15 april '99 wordt als, onder meer,
"een onmenselijk en schuldig makend gegeven voor
het feit dat NAVO en EU functioneren als
communicerende vaten." Vóór deze resolutie
werd gestemd door socialisten, christen-democraten,
liberalen en Groenen, alle Griekse
Europarlementariërs en de fractie van Europees Links
deed dat niet.
Over welk
Griekenland hebben we het?
Griekenland is duidelijk een verhaal apart wat
betreft de oorlog tegen Joegoslavië. Wat heeft
Griekenland gedaan in die zo dichtbije oorlog? Om die
vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst een
andere vraag stellen. Over welk Griekenland hebben we
het? Het Griekenland dat de NAVO-decreten
ondertekende of het Griekenland dat deze afwees,
demonstrerend voor de Amerikaanse ambassade en voor
de NAVO-bases, waarbij de vlag van het imperialisme
verbrand werd.
Naar aanleiding van de
oorlog tegen Joegoslavië kwamen er twee
Griekenlanden naar voren. Aan de ene kant het
Griekenland van het kapitalistische establishment, de
heersende klasse, ten nauwste verbonden met de
multinationals, met een regering die een trouwe
opdrachtontvanger is van de grote imperialistische
landen, bevoegd in het vervullen van de
verplichtingen tegenover de 'bondgenoten'. De
regering dus van Simitis (PASOK, 'socialistisch'),
die al weken in alle voorverkiezingopiniepeilingen
als meest geschikte leider gedoodverfd wordt en als
populairste partijleider van het hele land...
(stuurde trouwens wel een delegatie naar het congres
van de partij van Milosovic, dat in februari dit jaar
in Belgrado heeft plaatsgevonden).
Aan de andere kant het
andere Griekenland. Dat van het Griekse volk, dat de
misdaad tegen Joegoslavië niet wenste te
ondertekenen en geen knieval maakte voor de
bombardementen. Toen de publieke opinie in de
westerse landen, in de greep van de CNN-beelden en
-leugens, aan de verkeerde kant stond, werden in
Griekenland door de meeste kanalen waarheden
vertoond, die de publieke opinie schokten en de toch
al bestaande anti-imperialistische gevoelens nog eens
voedden.
De tiende lidstaat van
de EU stelde zich op als 'buitenbeentje'. Ondanks de
politiek van de eigen regering. Wat zou er in de
geschiedenisboeken komen te staan? Dat wat
'Griekenland' in de oorlog heeft gedaan?
"NAVO en EU,
zuilen van Griekenlands welvaart en kracht."
Dit kon de Griekse premier beweren. Ondertussen heeft
de regeringspartij een flinke knauw gekregen bij de
Europese verkiezingen. Een gedeelte van de kiezers
heeft zich gedifferentieerd opgesteld. Er is een kink
in de kabel gekomen. Maar een massale afkeuring door
de bevolking van alle establishmentpartijen, gepaard
gaande met een zich massaal wenden tot de
Communistische Partij (KKE) blijft echter een
moeilijke zaak. Een door diverse historische
gebeurtenissen gebroken vertrouwen kan slechts
langzaam weer opgebouwd worden en voor het beleid
tijdens de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië wordt de
Griekse regering nog door veel mensen
verontschuldigd, in de trant van: "wat kun je
doen tegen al die groten, straks worden wij ook nog
gebombardeerd, net als Joegoslavië." In woorden
leverde de regeringspolitiek een schizofreen beeld
op. Aan de ene kant de minder bekend gemaakte
uitingen, waarvan we hierboven voorbeelden genoemd
hebben. Aan de andere kant de vaak luidruchtig geuite
oppositie van de regering juist tegen de
bombardementen ("wij vinden dat geen
oplossing"). De gevestigde partijen beschikken
over veel historische ervaring, over de middelen en
een psychologisch goed bestuurde ideologische
fabriek. Vooral de regerende PASOK-partij heeft blijk
gegeven goed te begrijpen wat zich in de psyche van
het Griekse volk afspeelt en speelt daar handig op
in, rekening houdend met alle gevoeligheden die zich
historisch, politiek en sociaal ontwikkeld hebben.
Dat maakt de verschillen tussen woorden en daden van
de regering in Griekenland groter dan elders in de
EU-lidstaten. Immers, een serieuze historische basis,
nog steeds tot in het heden, is het feit dat aan het
eind van de Tweede Wereldoorlog 80 procent van de
bevolking zich om de KKE gegroepeerd had. Een
herinnering die men het liefst uit zou bannen, maar
die voortdurend doorwroet, in leven gehouden en
zoveel mogelijk gecultiveerd door de KKE, in de
huidige, verburgerlijkte omstandigheden. Een oorlog
op de Balkan, zoals die tegen Joegoslavië, maakt
veel los in de diepere lagen van wat het collectieve
geheugen van een volk genoemd wordt.
In bovengenoemd boek
wordt veel onthullend materiaal getoond en zo
gerangschikt, dat alle imperialistische lijnen zeer
duidelijk worden. Over de NAVO, de EU, de VN, de
zogenaamde etnische minderheden in de regio, het
Stabiliteitspact en Griekenlands ondergeschikte rol
als micro-imperialist.
Een ware bron van
informatie voor de Griekse lezer, een opname van
'beelden in beweging', naar voren gebracht door een
scherpzinnige en militante journalist.