Polder-burn-out de nieuwe
volksziekte
Door
Jan Cleton
De laatste tijd is
het regelmatig in het nieuws, steeds meer
Nederlanders zijn opgebrand, aan het eind van hun
Latijn. Opvallend daarbij is dat volgens de berichten
deze 'ziekte' typisch Nederlands is. Gaat het om een
virus dat in de lage landen beter gedijt dan elders,
of zijn er verbanden met het Poldermodel?
'Van hard werken is
nog nooit iemand doodgegaan', is een algemeen
gezegde. Het menselijk lichaam is fysiek tot veel in
staat. Zolang er veilig gewerkt wordt, goed
georganiseerd en de creativiteit stimulerend, hoeft
de mens zich geen zorgen te maken dat hij niet in
staat zou zijn in zijn dagelijkse levensbehoefte en
dat van zijn gezin te voorzien. Bovendien zou werk de
capaciteiten van mensen moeten ontwikkelen. Werk moet
ook bevredigend zijn. Daarboven is het, zeker met de
huidige productieprocessen, zeer wel mogelijk een
surplus op te bouwen voor luxe en al dan niet
voorziene situaties.
Waarom komt dit
burn-out verschijnsel, een surplus op stress, dan
typisch in Nederland voor?
De productiviteit per
werknemer is in Nederland de hoogste ter wereld. De
uitbuitingsgraad ligt ook zeer hoog, maar daar maakt
de gemiddelde Nederlandse werknemer zich geen zorgen
over. Het aantal arbeidsongeschikten met een
uitkering is qua percentage het hoogste ter wereld,
maar de oorzaken daarvan zijn vooralsnog discutabel.
In de op
aandeelhouders- en managerswinst gerichte productie-
en dienstensectoren staat de arbeidsvreugde al lang
niet meer centraal. Het gaat in veel gevallen niet
(meer) om werk dat creativiteit en voldoening schept.
De menselijke arbeid staat niet centraal, maar de
mate waarin en de wijze waarop snel geld kan worden
verdiend.
Een ander gegeven is
dat het terugdraaien van het sociale
voorzieningenniveau, en de wijze waarop vakbonden
hieraan meewerken, nergens in West-Europa geƫvenaard
wordt. Mede daarom is het Poldermodel een voorbeeld
waar menig kapitalistisch land verlekkerd naar kijkt.
De werknemers echter
staan onder een gigantische arbeidsdruk en hun
toekomst is onzeker. Na jaren van een zekere mate van
solidaire zorg voor de toekomst, moeten zij nu weer
voor zichzelf gaan zorgen. Zij moeten weer hun oude
dag gaan bijverzekeren, worden geconfronteerd met de
gevolgen van de privatisering van de gezondheidszorg,
betalen zich langzaam maar zeker weer blauw aan het
onderwijs voor hun kinderen, etc. Langzaam maar zeker
worden zij gedwongen, als zij daar althans de
financiƫle mogelijkheden voor hebben, deel te nemen
aan de casino-maatschappij, in de vorm van aandelen
en verhoogde hypotheken en alle 'zekerheden' die
daarmee samenhangen. Als je geen geld hebt moet je
niet gokken, maar als je op groot verlies staat, is
de 'verleiding' om te gokken extra groot om het
verlies goed te maken.
Van hard werken is nog
nooit iemand doodgegaan, maar van onzekerheid kan een
mens gek worden. De combinatie van grote arbeidsdruk,
afmattend werk en het ontbreken van een
toekomstperspectief, leidt bij minstens 250.000
mensen in ons land tot burn-out of erger.