Stress, werkongevallen: wie
treft de schuld?
Door
Thomas Gounet (*)
Stress,
arbeidsongevallen, zelfmoord. We worden er steeds
meer mee geconfronteerd op het werk en in onze
omgeving. Maar waaraan is die ontwikkeling eigenlijk
te wijten?
Afmattend werk,
onzeker en onveilig werk zijn de belangrijkste
stressbronnen volgens de meeste onderzoeken. Het is
natuurlijk wel zo dat oververmoeidheid of depressie
meestal door verschillende factoren veroorzaakt
worden. Sommige arbeiders verdragen nu eenmaal meer
druk dan anderen. Maar werkgevers maken juist van dat
feit gebruik om hun eigen aandeel in de problematiek
te verdoezelen. Als we de zaken in een breder
perspectief bekijken, is er echter geen twijfel over
mogelijk: de arbeidsomstandigheden gaan achteruit en
zorgen voor meer stress, uitputting en
werkongevallen.
Het blijft een
onbegrijpelijke tegenstelling. We leven in een
tijdperk van superkrachtige machines, computers en
robots. Onze technologie kan zware arbeid overbodig
maken en taken van arbeiders lichter. Ze kan het
saaiste werk overnemen. Maar werken wordt in het
algemeen juist afmattender en gevaarlijker. Met het
bestaande machinepark kunnen we meer produceren en de
arbeidsduur van elke arbeider verminderen. Maar
bedrijven en kantoren blijven steeds langer open.
Nacht- en weekendwerk maken meer en meer opgang.
Sinds de Tweede
Wereldoorlog werd in de Verenigde Staten nooit zoveel
gewerkt als vandaag. Werkweken van zestig uur zijn
geen uitzondering meer. In Japan daalt de gemiddelde
arbeidstijd momenteel. Maar dat is slechts te wijten
aan een verminderde productie, veroorzaakt door de
sinds 1991 aanhoudende crisis. Voor de rest duurt een
gemiddelde werkdag in Japan zowat tien uur.
Deze ontwikkeling is
verre van natuurlijk of onvermijdelijk. Ze is het
gevolg van de ongebreidelde drang van de bazen om hun
winsten op te drijven. Omwille van de winst proberen
kapitalistische bedrijven de kostprijs van hun
producten steeds lager te krijgen. Zo kunnen ze hun
producten goedkoper op de markt brengen, een groter
deel van de markt inpikken en de concurrentie
uitschakelen. Ofwel verkopen ze tegen dezelfde prijs
als de concurrent, maar hebben ze toch een grotere
winst omdat hun productiekosten lager liggen.
'Wetenschappelijk'
verantwoord afjakkeren
Producten - laten we auto's als voorbeeld nemen -
moeten steeds minder kosten. Daarover zijn alle
ondernemers het eens. Ze willen daarom dat de
hoeveelheid arbeid die aan een wagen wordt besteed zo
klein mogelijk is. Kapitalisten beschikken over heuse
specialisten om dat doel te bereiken.
De meest uitgewerkte
methode is vandaag nog steeds het toyotisme, de
manier waarop bij Toyota de productie wordt
georganiseerd. (1) De principes van dat systeem
worden nu zelfs buiten de automobielsector
overgenomen. Met het toyotisme kunnen werkgevers het
werk maximaal intensiveren. Ze drijven het werkritme
beetje bij beetje op, zonder dat de personeelsomvang
uitgebreid wordt. Dit wordt 'kaizen' genoemd. Ze
geven de arbeider ook nieuwe taken. Zoals de
kwaliteitscontrole bijvoorbeeld, waardoor arbeiders
zich voortdurend moeten blijven concentreren. En het
werken in een groep (het teamwork) dwingt iedereen
mee te doen "want als dertig man in het gareel
lopen, is de 31e wel verplicht te volgen." (2)
De bazen zorgen er wel voor dat die eerste dertig in
het gareel lopen, wat het werk tot een helse
bedoening maakt.
Met het toyotisme
wordt de flexibiliteit tot het uiterste gedreven. Er
wordt om te beginnen alleen geproduceerd als er
bestellingen zijn. Herschikkingen van het werkrooster
worden daardoor onvermijdelijk: werknemers moeten hun
verlof nemen wanneer de verkoop op een laag pitje
staat, maar moeten werken als gekken wanneer de markt
het weer beter doet.
Ten tweede worden van
eenzelfde automodel verschillende versies
geproduceerd, naargelang de wensen van de klanten. De
arbeider moet maar zorgen dat hij telkens de juiste
onderdelen installeert.
Zo zorgt dit systeem
ervoor dat sommige arbeiders letterlijk creperen,
terwijl anderen afgeschreven worden en in de
werkloosheid verdwijnen. Wagens worden ondertussen
goedkoper en de winsten stijgen.
Voor een meer
volledige beschrijving van het toyotisme, zie Thomas
Gounet,
1. De Japanse strategie van Jorissen, Marxistische
Studies nr. 37, mei-juni 1997
2. Interview met een arbeider bij Peugeot-Sochaux. In
Stéphane Beaud en Michel Pialoux, Retour sur la
condition ouvriëre, Editions Fayard, Paris, blz. 56.
(*) 0vergenomen uit Solidair 8/2000