Door Chris Vroomen
Na de Duitse capitulatie van 9 mei 1945 vochten arbeiders en bourgeoisie om een nieuwe wereld, waarin de gevaarlijkste vijanden van de arbeidersklasse, de fascistische staten, voorlopig waren opgeruimd. Hoe
zag deze nieuwe wereld er uit?
Als hoofdpunten hiervan kunnen genoemd worden:
1) De consolidatie van de socialistische economie van de Sovjet-Unie;
2) de opkomst van het Amerikaanse imperialisme;
3) de nood van het Britse Rijk;
4) de economische ontreddering in Centraal- en West-Europa en in het verre Oosten. (1)
Binnen dit 'kader' bleven de V.S. na de Tweede Wereldoorlog lange tijd de enig overgebleven imperialistische supermacht. Hun globale strategie was dan ook tweevoudig. Naast de uitbreiding van het VS-imperialisme, van een inter-Amerikaanse tot een globale aangelegenheid, met economische belangen op verschillende continenten, kwam er een extra politieke dimensie bij. Door eigenbelang gedreven, stelden de VS zich aan het hoofd van de overgebleven imperialistische krachten in de wereld, om verder opdringen van het socialisme c.q. het revolutionaire nationalisme te kunnen vertragen en op langere termijn te kunnen terugdringen. Dit voornemen werd officieel vastgelegd in de Truman-doctrine, zoals wereldkundig gemaakt in president Truman's redes van 3 januari en 12 maart 1947.
Om dit te kunnen doen, kozen de VS voor een gecoördineerde mondiale aanpak, die er chronologisch als volgt uitzag:
1) Tijdens de eindfase van de oorlog zouden de VS in Europa zoveel mogelijk reactionaire regimes aan de macht helpen of bestendigen, of de democratische opbouw in zoveel mogelijk landen vertragen. Griekenland is een voorbeeld van de eerste, Spanje, Portugal en China van de tweede en Italië en Frankrijk van de derde mogelijkheid. (2)
2) Op 4 maart 1946 werd het startsein gegeven voor de koude oorlog. De militaire fronten verhardden zich steeds meer: in 1947 werd een militair verdrag gesloten tussen Engeland en Frankrijk, op 24 augustus 1949 werd de NAVO opgericht, waarvan al op 5 mei 1955 de kapitalistische Bondsrepubliek West-Duitsland lid werd. Twee dagen later zei de Sovjet-Unie uiteindelijk de militaire verdragen met Engeland (van 26 mei 1942) en Frankrijk (van 10 december 1944) op.
3) Vanaf 1947-1948 zouden de VS hun economische invloed in Europa bestendigen door middel van de zogenaamde Marshallhulp. Deze 'hulp' zou vanaf 1949 samengaan met de oprichting van de NAVO en de zich ontwikkelende Europese instellingen.
Een sleutelrol in deze globale VS-strategie speelden vier staten: Engeland, Frankrijk, Duitsland, Japan.
Engeland was (en is) de belangrijkste (Europese) bondgenoot van de VS na de Tweede Wereldoorlog. De financiële, industriële en militaire belangen van Engeland en de VS zouden op vele manieren met elkaar versmelten, ook al omdat Engeland's koloniale rijk wankelde, wat zijn neerslag had op haar economie en buitenlandse politiek. Het was niet toevallig dat juist Engeland de VS (buiten de conferentie van de Grote Vier om) ondersteunde om al in het najaar van 1947 de Duitse staalproductie in staat te stellen haar productie weer tot het peil van 1936 te verhogen. (3)
Frankrijk was de tweede overgebleven bondgenoot uit de oorlog. Maar na de val van het Derde Rijk waren de VS meer geneigd om de Duitse industrie weer tot leven te brengen dan hun geld te zetten op het op termijn politiek, militair en economisch minder opbrengende Frankrijk. Frankrijk was weinig geneigd de derde en later vierde viool te spelen na de VS, Engeland en Duitsland en zou slechts zeer onwillig onder de Amerikaanse paraplu lopen.
Duitsland, Japan en Italië vormden een apart geval. Het grondgebied van de verslagen fascistische staten moest, volgens de besluiten van de conferentie van Potsdam (juni 1945), grondig uitgekamd worden om alle fascisten en militaristen en hun bondgenoten voor het gerecht te brengen. Alleen uitgesproken anti-fascisten konden in de toekomst meehelpen aan de heropbouw van staat en maatschappij onder toezicht van de geallieerden: China, Engeland, Frankrijk, de Sovjet-Unie en de VS, heette het.
Dit liep volkomen anders: China werd overal buitengehouden. Engeland en Frankrijk speelden in Duitsland een ondergeschikte rol, onder toezicht van de VS, die absoluut niet van plan waren om de besluiten van de conferentie van Potsdam uit te voeren. Dit werd alleen door de Sovjet-Unie gedaan in het gebied waarin later de DDR zou ontstaan. In Japan en Italië bouwden de VS alleen de bezettingsautoriteiten op met uitsluiting van alle andere bondgenoten. Waarschijnlijk had president Truman reeds tijdens de conferentie van Jalta (juli 1945) Stalin gedreigd met de, in ontwikkeling zijnde, Amerikaanse atoomwapens om zo de alleenheerschappij in Italië en Japan te bemachtigen. (4) De Amerikaanse bezettingsautoriteiten gaven, als onderscheidend kenmerk voor de op te bouwen plaatselijke autoriteiten, niet de voorkeur aan anti-fascisten, maar integendeel aan een militant anti-communistische gezindheid. Op deze manier werden de militaire, economische en politieke grondslagen voor de Koude Oorlog gelegd.
Noten:
1) "Verhoudingen en perspectieven van het komende tijdperk" N. Kof in P&C jrg. 1946.
2) Ook de socialistische krachten kenden in deze fase een strategie van nationalistische strijd. Deze is bijvoorbeeld succesvol afgesloten in verschillende staten van Oost-Europa en China maar daarentegen mislukt in bijv. Italië, Griekenland en Nederland.
3) Zie ook "Voorspel van de Europese gemeenschap, deel 3", Manifest 25/26 1999.
4) Zie: Gar Alperovitz, "The decision to Use the Atomic Bomb - And the making of an American Myth", Fontana Press 1996.
Bronnen:
- "Politiek en cultuur - Maandblad over theorie en praktijk van het Marxisme -Leninisme", Jaargang 1946, CPN.
- Immanuel Stern, "Diplomatie zwischen Ost und West", Rütten & Loening 1960.