Nieuwe beurskrach?
Van de sociaal-economische redactie
De groten van deze aarde zijn weer ongerust. Na een jaar van bloei zakken de beurzen nu overal in elkaar. Is er een nieuwe krach op komst? Wat mogen loontrekkenden
verwachten?
Het kon niet op in het tv-nieuws: alles gaat goed in dit land, met de economie gaat het opperbest. De werkelijkheid is anders. De Nasdacq-index is sinds vorige maand met 34 procent gezakt. Die neerwaartse spiraal lijkt zich voort te zetten, ondanks korte oplevingen. De Dow Jones, die verbonden is met Wall Street, de beurs van New York, verloor 7,2 procent in één week. Elders in de wereld volgen de andere beurzen.
Is deze beginnende krach alleen belangrijk voor financiële ondernemingen die hun geld beleggen in aandelen? Zeker niet. Alle Europese regeringen proberen arbeiders en ambtenaren aandelen aan te praten, zoals dat in de VS al lang gebruikelijk is. Maar zelfs als een loontrekkende geen aandelen heeft, dan nog is de financiële wereld zo belangrijk geworden dat alles erdoor wordt beïnvloed.
De gevolgen van de Aziatische crisis
De Aziatische crisis begon in 1997 met problemen in Thailand, Indonesië en Zuid-Korea. Tien miljoen mensen verloren hun werk volgens het Internationaal Bureau van de Arbeid. De crisis breidde zich uit naar Rusland, Brazilië en Latijns Amerika. Overal nam de ellende toe. In Indonesië steeg het aantal armen van 20 naar 40 tot zelfs 60 miljoen. Tegelijk begon de kapitaalvlucht. Zo'n honderd miljard dollar verliet Oost-Azië in 1997. Waar naartoe?
De VS versterkten de dollar: de waarde ervan steeg, wat Amerika interessant maakte voor wie aandelen wilde kopen. Van 1995 tot eind 1999 kwam er 1.600 miljard dollar toegestroomd uit het buitenland om Amerikaanse aandelen te kopen. Resultaat: de Amerikaanse beurzen beleefden een fantastische bloei. Een gemiddelde investeerder die een aandeel van 1.000 dollar kocht, zag dat tussen 1994 en 1999 stijgen tot 3.000 dollar. Het vermogen van de aandeelhouders nam ontstellend toe.
Maar in de VS heeft één op twee mensen aandelen. De toename van de financiële rijkdom deed de consumptie stijgen. Meer gegoede gezinnen kochten aandelen die ze als garantie gebruikten om verbruiksgoederen aan te kopen op krediet. Het is die consumptie die de laatste jaren de hoeksteen vormt van de Amerikaanse economie en dus van de wereldeconomie, omdat de VS massaal gingen invoeren.
De schaduw van 1929
Met die massale toestroom van kapitaal, zowel uit het buitenland als van mensen die snel rijk wilden worden, werden de beurskoersen te hoog gewaardeerd: naar schatting 20 à 40 procent. De koersen stemden niet overeen met reëel geboekte bedrijfswinsten die de arbeiders voortbrachten. De rijkdom die uit die te hoge waardering van de koersen werd gehaald, was dus kunstmatig voortgebracht door speculatie op het aanhouden van de groei.
Wat er nu gebeurt, is dat de investeerders inzien dat bepaalde aandelen veel te hoog staan genoteerd op de beurs. Voor sommige bedrijven zou het 500 jaar duren voor ze met hun huidige winsten de kapitalen zouden kunnen terugbetalen die investeerders op de beurs plaatsten. Het probleem is dat dit paniek kan veroorzaken. Elke financiële onderneming wil verkopen voordat het aandeel te veel van zijn waarde verliest. Maar omdat iedereen in hetzelfde schuitje zit, kan dit een krach veroorzaken: iedereen wil zijn aandelen kwijt en niemand wil ze kopen. En de beurskoers zakt.
In dat geval maken de bedrijven verlies. Als ze aandelen op de beurs brachten, wat het geval is voor de grootsten, gaan ze aanzienlijke financiële verliezen tegemoet. Maar meer in het algemeen is het de Amerikaanse economie die in elkaar dreigt te storten en andere landen met zich mee kan slepen. Want als de financiële rijkdom in rook opgaat, zullen de Amerikanen die hun geld in aandelen belegden hun consumptie stoppen met als gevolg dat de Amerikaanse bedrijven niet meer zullen verkopen. En buitenlandse bedrijven zullen niet meer kunnen uitvoeren naar de VS. Dat wordt dan een algemene recessie.
Dus, door de Aziatische crisis te willen oplossen door een groei van de financiële markten, hebben de VS een nog groter probleem geschapen, dat de hele planeet naar een situatie kan leiden zoals die van de krach van 1929. Sommige waarnemers aarzelen niet om de huidige situatie te vergelijken met de jaren 1927, 1928. De beurscrisis van 1929 veroorzaakte grote ellende voor miljoenen arbeiders: ze verloren hun werk, zagen hun lonen verminderd of zelfs geblokkeerd. De crisis was het regelrechte begin van de Tweede Wereldoorlog. De huidige situatie is in ieder geval alarmerend genoeg. De arbeiders moeten zich vooral niet laten verleiden door ondernemers en overheid om de lonen te laten omzetten in (winst)aandelen. De rijkdom van de beurs kan in één dag opgaan in rook.
Bewerking van artikel van Thomas Gounet in Solidair 16/2000.