Van de redactie buitenland
(*)
Joegoslavië was vanaf het allereerste begin gedoemd de oorlog te verliezen.
Hoe zou een kleine Balkanstaat genoeg middelen kunnen hebben om de, door de VS geleidde, NAVO te weerstaan? Niet alleen overschaduwd door militaire kracht, was Joegoslavië ook nog "tegen de mensheid", zoals NAVO-vertegenwoordigers beweerden. De Joegoslaven voerden "etnische zuiveringen" uit, terwijl de NAVO-interventie sterk steunde op "humanitaire overwegingen".
Na 78 dagen van intensieve luchtaanvallen, ondertekende Joegoslavië een akkoord om Kosovo aan de genade van de NAVO over te dragen. De NAVO won inderdaad de oorlog, en dat resultaat zou door slechts weinigen ontkend worden.
Kosovo is nog altijd voorpaginanieuws en de gebeurtenissen aldaar krijgen wereldwijd nog steeds enorm veel aandacht van de media. Maar in tegenstelling tot een jaar geleden, toen de westerse media hielpen om Slobodan Milosevic af te schilderen als een duivel, en de loftrompet bliezen over de overwinning van de NAVO, wordt nu het droevige nieuws met betrekking tot die regio over de hele wereld rondgestrooid.
Wat gebeurt daar vandaag?
Zelfs hooggeplaatste vertegenwoordigers van de NAVO zelf geven toe dat de opdracht in Kosovo een moeilijke blijft. Vele vluchtelingen hebben angst om terug te keren, omdat de veiligheid in Kosovo nauwelijks gegarandeerd kan worden. Problemen in etnische brandhaarden, zoals de verdeelde noordelijke stad Mitrovica en de grens van Kosovo met de Presevovallei in Oost-Servië, zorgen voor de constante dreiging van een uittocht.
"We zien een volledig georganiseerde campagne om de niet-Albanese bevolking te intimideren en hen uit de provincie te verdrijven," zei de Russische permanente vertegenwoordiger bij de VN Sergei Lavrov tijdens diens bezoek aan het gebied vorig jaar. De New York Times vermeldde ook dat het bijna dagelijks verbranden van huizen van de Serven op een georganiseerde manier plaatsvindt, waarmee de druk op de Servische minderheid steeds groter wordt om de provincie te ontvluchten of ghetto's te vormen door zich terug te trekken in enclaves.
Volgens resolutie 1244, die op 10 juni 1999 door de Veiligheidsraad van de VN werd aangenomen, zou het Kosovo Bevrijdings Leger (UCK), de etnische Albanees-gedomineerde gewapende rebellengroep, volledig ontwapend moeten worden sinds de VN-aanwezigheid in het gebied. Maar in werkelijkheid is de huidige invloed van de officieel ontbonden UCK net zo groot, zo niet groter, dan die van de internationale gemeenschap in Kosovo.
Oogluikend toegestaan door de NAVO, is het UCK niet alleen doorgegaan met de vervolging van de snel afnemende Servische minderheden, maar stelt het zich zelfs ook vijandig op tegenover vredesbewakers onder leiding van de NAVO. Het lijkt erop dat de belofte van het Westen om een multi-etnisch Kosovo te creëren een onmogelijke opgave is. Erger nog, Kosovo is ontaard in een hemel voor misdaden, zoals drugssmokkel.
Het is dus duidelijk een oorlog zónder overwinnaar, met Joegoslavië als grootste verliezer. Na het verlies van de effectieve controle over Kosovo, wordt Joegoslavië gedwongen het hoofd te bieden aan politieke en economische sancties, opgelegd door westerse landen.
En de economische wederopbouw blijft een enorme opgave voor het van z'n kasgeld beroofde land.
Tijdens de oorlog aarzelden de NAVO-lidstaten, de Verenigde Staten in het bijzonder, niet om geld te verkwisten om Kosovo om te toveren in een podium om hun geavanceerde wapens te showen. Echter, op het moment dat financiële hulp voor de wederopbouw van Kosovo hoogstnoodzakelijk is, ontduiken zij hun verantwoordelijkheden.
In de ogen van het Westen heeft Milosovic de schuld van alles, omdat hij zich verzette en nog steeds verzet tegen de wensen van het Westen, die de vertegenwoordigers van gerechtigheid zijn. En velen geloven dat de Serviërs al hun problemen verdienen, omdat zij ervoor kozen Milosevic te steunen.
De opzettelijke aanvallen van de NAVO op burgerdoelen en infrastructuur vormen een daadwerkelijke schending van het internationaal recht. De recente bekentenis van de NAVO dat zij wapens met verarmd uranium hebben gebruikt tijdens de oorlog, is voor Joegoslavië opnieuw een klap in het reeds gehavende gezicht.
De vraag is nu hoe een niet gerechtvaardigde oorlog de media wereldwijd heeft kunnen beheersen en hoe degenen die werkelijk schuldig zijn hun rechtmatige straf kunnen ontlopen? Macht zonder beperkingen is gevaarlijk. Dat is een belangrijke opvatting in de westerse politiek. Maar met betrekking tot internationale aangelegenheden, schijnen westerse politici zich daar geen zorgen om te maken. Zonder duidelijke procedures en afspraken kan elk regionaal conflict uitmonden in een oorlog, zolang westerse politici een interventie als winstgevend beschouwen. Niets is daarbij gemakkelijker dan het vinden van een excuus - alles wat tegen hun belangen ingaat is gericht tegen de redelijkheid of tegen de mensheid.
(*) Redactioneel van People's Daily (China), 2 april 2000, vert. J.B.