Filippijnse moslimrebellen - Abu Sayyaf geheten - plukten een
groep toeristen van een eiland en houden hen gegijzeld. Hoe
revolutionair zijn die rebellen? We vroegen het aan Jose Maria
Sison1, stichter van de communistische partij van de
Filippijnen.
Abu Sayyaf, de groep die de toeristen ontvoerde, wordt in de pers voorgesteld als een bende bandieten en soms als revolutionairen. Hoe zit dat? Jose Maria Sison. In het Zuidwesten van de Filippijnen leeft een belangrijke minderheid van moslims. Aangezien de regering hun rechten niet respecteert, hebben ze vier gewapende organisaties opgericht. Met het MILF hebben wij een formeel bondgenootschap gesloten, omdat we tegen dezelfde reactionaire regering vechten. Het MNLF daarentegen, een vroegere bondgenoot, heeft volledig gecapituleerd. Daardoor ontstond een derde groep die de gewapende strijd voortzet. Abu Sayyaf werd in de vroege jaren negentig opgericht door een Filippijnse moslim, die in Afghanistan getraind werd, en een officier van het regeringsleger. Doel was de moslims te verdelen. Hun programma is onduidelijk. Hoe beoordeel jij hun spectaculaire ontvoeringsactie? Jose Maria Sison. Ik vind het niet goed burgers gevangen te nemen die niets met het conflict te maken hebben. Aan de andere kant treedt de Filippijnse regering onder president Estrada erg provocerend op. Als dit incident een tragische afloop kent, dan komt dat omdat we hier een conflict hebben tussen twee gangsterbendes. Maar ook de Communistische Partij en het Nationaal Democratisch Front (NDF) schuwen het geweld niet. Wat is het verschil? Jose Maria Sison. Dat verschil is hemelsbreed. Het NDF voert een volksoorlog in het kader van een nationaal democratische revolutie. Bovendien heeft het een duidelijk programma en tracht het het volk te overtuigen zich achter dat programma te scharen. Het volksleger van het NDF, het NPA, neemt in principe alleen militairen gevangen. Als er al eens burgers bij betrokken zijn, dan alleen mensen die actief repressie uitoefenen, zoals lokale politici. Daarnaast is er ook een groot verschil in de behandeling van de gevangenen. Het NPA heeft strikte richtlijnen in overeenstemming met internationale verdragen. Het NDF heeft eenzijdig afgekondigd de conventies van Genève over oorlogsrecht na te leven. Bovendien sloot het tijdens vredesonderhandelingen met de regering een overeenkomst over de naleving van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht. Het is geen wonder dat die vredesonderhandelingen afsprongen onder president Estrada. Die wil de militairen de vrije hand geven. Kun je enkele voorbeelden geven? Jose Maria Sison. Vorig jaar nog nam het NPA generaal Obillo van het regeringsleger gevangen. Obillo werd na een eerlijk proces schuldig bevonden aan spionage. Maar omdat er toen nog vredesonderhandelingen met de regering waren, liet men hem vrij. In ruil liet de regering enkele politieke gevangenen vrij en leefde het leger een tijdelijk staakt-het-vuren na. Op dit ogenblik heeft het NPA twee krijgsgevangenen: een majoor van de inlichtingendienst en een politieofficier. Over hun vrijlating onderhandelde het NDF met een senator en twee bisschoppen. De leiding van het NDF heeft al beslist hen vrij te laten. Maar het is de regering die dat onmogelijk maakt omdat ze niet wil meewerken aan een veilige vrijlating onder de supervisie van het Internationale Rode Kruis. President Estrada is echt onredelijk. Waarom kiest het NDF voor de gewapende strijd en het geweld? Jose Maria Sison. Vergeet niet hoeveel geweld er zit in de dagelijkse uitbuiting die het volk ondergaat. Zodra het volk protesteert, zelfs met vreedzame demonstraties, gebruikt de regering brutaal geweld. De staat is het gewelddadige instrument van de uitbuiters. Om dat te doorbreken is de gewapende strijd noodzakelijk. Als het volk niet zou vechten, zou er nog meer geweld zijn. Het geweld van de gewapende volksstrijd is kleiner dan dat door de uitbuiting en repressie. Hoe zie je de toekomst tegemoet? Jose Maria Sison. Met vertrouwen! En daar zijn goede redenen voor. In de voorbije jaren is de revolutie er fel op vooruitgegaan. Er zijn nu 81 guerrillafronten, waar het NDF zijn eigen structuren van politieke macht heeft opgebouwd. Eigenlijk kan je zeggen dat er twee regeringen zijn in de Filippijnen: een revolutionaire en een reactionaire. In haar jongste verjaardagsboodschap verklaarde de communistische partij te hopen op een overwinning voor de nationaal democratische revolutie in de eerste decennia van de 21ste eeuw. De socialistische revolutie zal dan volgen. Deze inschatting komt niet uit de lucht vallen maar is gebaseerd op de ernst van de crisis van het heersende systeem in de Filippijnen en de ontwikkeling van de revolutionaire krachten. Daarnaast is er ook nog de crisis van het internationale kapitalisme en de heropleving van anti-imperialistische en socialistische bewegingen over de hele wereld. Er zijn redenen genoeg om hoopvol naar de toekomst te kijken. (*) Solidair 19/2000.
|