Karl Marx - Bekend en onbekend - 21a

Of men nu voor of tegen Marx' ideeën pleit, in veel populair-wetenschappelijke literatuur wordt zijn naam wel een keer genoemd. Marx zelf lezen, gebeurt echter niet zoveel. De artikelen "Karl Marx, Bekend en onbekend" beogen een bredere kennis van zijn werk en van samenhangende ideeën van Engels, Lenin en anderen.

Loon, prijs en winst (1)

- Gelijke of zelfs rechtvaardige beloning op basis van het
loonsysteem verlangen is hetzelfde als vrijheid verlangen op basis van
het systeem der slavernij. - Karl Marx (1)

Marx deed twee grote ontdekkingen die de betekenis van zijn werk ook voor latere generaties bepalen.(2) De eerste is de (dialectische) materialistische geschiedsopvatting, het historisch materialisme, die een wetenschappelijk onderzoek van de historische maatschappij-ontwikkeling mogelijk maakt. Het historisch materialisme analyseert de antagonistische tegenstellingen, zoals de klassentegenstellingen en de tegenstelling tussen productiekrachten en productieverhoudingen. Vanuit die analyse is de geleidelijke én revolutionaire ontwikkeling van oude, hedendaagse en nieuwe maatschappijvormen beter te begrijpen.
De tweede is de meerwaardetheorie.(3) Deze maakt het mogelijk de samenhangende mechanismen van de kapitalistische productie en markteconomie te doorgronden. Dit niet alleen als droge analyse. De meerwaardetheorie legt ook de permanente uitbuiting van de arbeidersklasse in de door het kapitaal bepaalde economie en maatschappelijke verhoudingen bloot. Zo is de meerwaardetheorie ook een analytisch strijdmiddel tegen die onrechtvaardige, op uitbuiting gebaseerde verhoudingen.

In "Das Kapital" publiceert Marx in 1867 voor het eerst zijn meerwaardetheorie in een algeheel samenhangend kader, als kritiek op de politieke economie van zijn tijd en als kritiek op de door het kapitaal bepaalde productie en economie. Deze publicatie, deel I van "Das Kapital", belicht vooral de zijde van het productieproces en de relaties daarvan met de inzet van de arbeidskracht, met de wareneconomie en de geldeconomie. Noodzakelijk komen daarbij het ontstaan van de meerwaarde en winst, en het accumulatieproces (ontstaan, groei en verdere ontwikkeling) van het kapitaal aan de orde.

Deze onderwerpen tezamen lijken al heel wat, want dit eerste deel bevat de basis van Marx' analyse, de structurele contouren ervan, en de algemene analyse van de uitbuiting van de arbeidersklasse en de realisatie van de meerwaarde. Maar toch is dit inderdaad nog maar een eerste deel. Marx' verdere studies werden in de volgende delen van "Das Kapital" door Engels gepubliceerd, maar zijn niet volledig. Marx' inzet is alle aspecten (factoren, onderdelen) van de economie op de andere te betrekken. Alle vormen van samenhang onderzoekt hij in één geheel, maar de daarvoor nodige zeer omvangrijke studie bleef onaf. Sommige verbanden worden aangeduid, maar moesten nog verder worden ontwikkeld. Bijvoorbeeld hoe Marx binnen zijn analyse het effect van loonstrijd (dus ook met de mogelijkheid van loonsverhoging) voorzag voor de langere termijn, werd nog niet ontwikkeld.

Doorgaande op dat laatste voorbeeld: het is niet zo dat Marx hierover niet schreef. Juist één van de belangrijkste voorpublicaties voor "Das Kapital" - en daarvan zijn er diverse meer, zoals "Loonarbeid en kapitaal", voordrachten uit 1847 - gaat in op de vraag of het voor de zelfbewuste arbeidersklasse wel wetenschappelijk verantwoord is looneisen te stellen. Bedoeld geschrift is "Loon, prijs en winst", voordrachten uit 1865. Deze later gepubliceerde tekst is politiek en economisch belangwekkend. De tekst is bondig, pakkend, maar betreft al wel de kern van Marx' "Das Kapital". Dit hoofdwerk was in grote trekken klaar, althans de analyse, maar nog niet gepubliceerd. Wil men "Das Kapital" begrijpen, dan is het niet onverstandig eerst "Loon, prijs en winst" te lezen.

Even boeiend als de economische analyse, is het punt dat Marx in deze voordrachten direct een belangrijke politieke implicatie van zijn wetenschappelijk werk laat zien. Van "Das Kapital" is immers zo vaak beweerd dat het wel een mooie analyse is (kloppend of niet), maar niet direct ingrijpt in de strijd van de arbeidersklasse. "Loon, prijs en winst" laat ánders zien. De strijd, de inzet, kan grondig verantwoord worden, analytisch onderbouwd, zonder dat de arbeidersklasse aan strijdvaardigheid inboet, in tegendeel de motivatie voor actieve participatie in de klassenstrijd vergroot.

Noten
  1. Zie K. Marx, F. Engels, Werke (MEW), deel 16, p. 132. Ned. vert. Loon, prijs en winst, p. 53.
  2. Bij herhaling benadrukt Engels dat Marx twee grote ontdekkingen deed, naast kleinere. De twee grote waren: de (dialectische) materialistische geschiedsopvatting en de meerwaardetheorie. Zie bv. F. Engels, Das Begrabnis von Karl Marx, in MEW, deel 19, pp. 335-336.
  3. De delen 21-23 van Karl Marx - Bekend en onbekend betreffen alle enkele aspecten van Marx' economisch werk. Deel 23 trekt een lijn door naar de actualiteit. In die zin kunnen de eerdere delen als inleidend daarop worden beschouwd, maar zijn apart leesbaar. De onderwerpen zijn, 21: Loon, prijs en winst, 22: Marx' meerwaardetheorie, 23: Kennis als product en de tendentiële daling van de winstvoet.
Literatuur (bij Karl Marx - Bekend en onbekend - 21, 22 en 23)
  • A. van Bergen, Zin en onzin van kennis, De tegelijk onderschatte en overschatte rol van de vierde productiefactor, in Elsevier, 30 januari 1999, pp. 62-65.
  • F. Braudel, Beschaving, economie en kapitalisme (15e-18e eeuw), deel 2, Het spel van de handel, uitgeverij Contact, Amsterdam 1989.
  • R. Edens, Stijgende spanning, Nutsbedrijven op de vrije markt, in Intermediair, 35e jrg. nr. 25, 24 juni 1999.
  • B. Fine, Inleiding in Het Kapitaal van Marx, uitgeverij SUA, Amsterdam 1980.
  • P. de Hen, Land zonder arbeiders, De Nederlandse industrie produceert meer dan ooit, maar met steeds minder mensen, in Elsevier, 10 juli 1999, pp. 60-64.
  • E.W. Iljenkow, Die Dialektik des abstrakten und konkreten in "Kapital" von Karl Marx, Verlag Progress, Moskou 1979.
  • E. Mandel, De economische theorie van het marxisme, uitgeverij Het wereldvenster, Bussum 1980.
  • K. Marx, F. Engels, Werke, delen 6, 16, 19, 23-26.3, 30 en 31, Dietz Verlag, Berlin div. jrt.
  • K. Marx, Grundrisse der Kritik der politische Ökonomie, Dietz Verlag, Berlin 1974.
  • K. Marx, Loon, prijs en winst, Voordracht, gehouden in het jaar 1865 in de Algemene Raad van de Eerste Internationale, uitgeverij Pegasus, Amsterdam 1975.
  • K.W. Ostrowitjanow e.a. (economen-collectief), Leerboek politieke ekonomie, (Moskou 1954), uitgeverij Het progressieve boek, Rotterdam 1977.
  • K. van der Pol, Marx contra Ricardo, De wet van de dalende winstvoet, uitgeverij Wolters-Noordhoff, Groningen 1981.
  • T. Ronse, Hij had toch gelijk (Karl Marx, De dalende winstvoet), in De Groene Amsterdammer, Jaargang 123, nr. 1, 6 januari 1999, pp. 20-21.
  • J. van Santen, De marxistische accumulatietheorie, uitgeverij Stenfert Kroese, Leiden 1968.
  • H. Skambraks, Das Kapital von Marx, Waffe im Klassenkampf, Dietz Verlag, Berlin 1977.
  • W. Wygodski, De ontwikkeling van het ekonomische denken van Marx, De geschiedenis van een grote ontdekking, uitgeverij SUN, Nijmegen 1974.