NCPN en sociaal-economische strijd

Dit artikel is het tweede in een reeks over het oppakken door de partij van de sociaal-economische strijd in ons land. In de artikelen wordt de aanpak geschetst die de sociaal-economische commissie voor ogen staat en/of zoals uitgewerkt in de afdelingen. Vandaag de Haagse aanpak, geschreven door J.I. en W.M.. De aanpak, zoals door de commissie voorgesteld, wordt in de partij in discussie gebracht, eerst in de afdelingen en vervolgens op 11 november in een sociaal-economische conferentie. De bijdragen die over dit onderwerp in Manifest volgen zullen onder verantwoordelijkheid vallen van de sociaal-economische commissie. Deze zal de artikelen begeleiden met commentaar en er discussiethema's uit distilleren voor de partijconferentie in november.

Bedrijvenwerk in Den Haag

Een belangrijk kenmerk van de sociaal-economische strijd van een communistische partij is het werken onder de massa. De laatste jaren heeft de NCPN niet bepaald uitgeblonken in dit werk. Mede door de noodzakelijke interne partijstrijd was de partij teveel in zichzelf gekeerd. Nadat het derde congres de partijgrondslagen in een program had vastgelegd, ontstond weer de noodzaak om naar buiten te treden. Dat de partij dit zelf ook wilde, bleek uit de eerste sociaal-economische conferentie in januari van dit jaar. Veel sprekers bleken een schat aan ervaring te hebben en stonden te popelen om aan de slag te gaan.

Discussie

De commissie van het partijbestuur die belast is met de sociaal-economische vraagstukken verwerkte de ervaringen en aanbevelingen tot een discussiestuk dat dit voorjaar in de afdelingen is besproken. Doel van dit alles was om, uitgaande van de discussies, een conferentie voor te bereiden met als centrale thema's:
  1. werken onder fabrieksarbeiders
  2. werken onder uitkeringsgerechtigden
De conferentie zal als resultaat een program met uitgangspunten, waarmee het werk dat is besproken in de partij wordt ondersteund, moeten krijgen. De afdeling Den Haag heeft op een aantal ledenvergaderingen de thema's besproken. Deze discussies hebben ertoe geleid dat de afdeling voor het werken onder de fabrieksarbeiders zich voorlopig richt op één bedrijf. Hiervoor is gekozen omdat één lid van de afdeling op het betreffende bedrijf werkt, en omdat op dit moment de menskracht ontbreekt om alle bedrijven in de regio te bereiken. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat wij de andere bedrijven uit het oog zullen verliezen.

Twee delen

Communisten hebben bij hun dagelijkse praktijk slechts één doel voor ogen: het organiseren van de klassenstrijd om de arbeidersklasse te versterken. Communisten weten ook dat voor het einddoel, een socialistische maatschappij, een revolutie nodig is om de verkregen resultaten duurzaam te laten zijn. Dit einddoel kan slechts worden bereikt als de communistische partij, in kwantitatieve en kwalitatieve zin, in staat is de arbeiders voor, tijdens en na de revolutie te leiden. In kwantitatieve zin wil zeggen dat de partij voldoende mensen aan zich weet te binden. Kwalitatief wil zeggen dat de partij op basis van het marxisme-leninisme de dagelijkse strijd leidt. Dat wil zeggen doordacht, met steeds het einddoel in het achterhoofd en niet in het wilde weg aan de slag gaan. Het bedrijvenwerk is ruwweg in twee delen te splitsen: het werk als partij van buiten het bedrijf en het werk van partijleden en sympathisanten binnen het bedrijf.

Methode

Het werk van de partij van buiten het bedrijf heeft twee doelen:
  1. het informeren en zo nodig mobiliseren van de omwonenden rondom het
  2. bedrijf over strijdpunten die op het bedrijf spelen en de ontwikkeling daarvan in de klassenstrijd;
  3. het beïnvloeden van de strijd in het bedrijf met communistische
  4. standpunten en analyses.
Beide doelen zullen voornamelijk bereikt moeten worden door het verkopen van Manifest en het verspreiden van pamfletten in de buurten rondom het bedrijf en aan de fabriekspoort. Het doel hiervan is het netwerk van sympathisanten binnen en buiten de fabriek te vergroten. Voor de pamfletten en fabriekskranten wordt gebruikgemaakt van de informatie die van binnenuit de fabriek komt. De partij profileert zich hierbij echt als partij met haar eigen standpunten. Het werk binnen de fabriekspoort beoogt hetzelfde maar vereist een iets andere aanpak, te weten:
  1. Analyse van de tegenstander

  2. Van het bedrijf wordt een uitgebreide analyse gemaakt. In deze analyse komen ondermeer zaken aan bod als: het soort bedrijf, wat wordt er geproduceerd, maakt het bedrijf deel uit van een groter concern, wat zijn de winstcijfers, wat zijn de toekomstverwachtingen, werkgelegenheid enz.?
  3. Klassenanalyse van het personeel van het bedrijf

  4. Welke typen loonafhankelijken kent het bedrijf? Welk aandeel hebben de arbeiders die direct bij de productie betrokken zijn daarin? Welk aandeel het kantoorpersoneel en welk de 'logistiek' (aan- en afvoer van grondstoffen en (half)producten), enz.? Naast deze indeling zijn arbeiders van een bedrijf ruwweg onder te verdelen in drie groepen: voorhoede, middengroep en achterhoede. De voorhoede is de groep arbeiders die het meest klassenbewust is, zij zijn meestal al actief binnen de vakbonden. De middengroep is het grootst en is mogelijk deels te winnen voor linkse standpunten. De achterhoede is de meest passieve groep, die vaak zelfs (onbedoeld) collaboreert met zijn klassentegenstander.
  5. Vaststellen van het nabijgelegen doel

  6. Het einddoel is een socialistische maatschappij, maar daarvoor liggen nog een heleboel doelen waar wij ons op moeten richten. Het eerste doel is om de revolutionaire beweging in Nederland vooruit te helpen. Dit kan door leden en/of sympathisanten voor de partij te winnen, dat gaat hand in hand met het behalen van resultaten in de dagelijkse strijd.
  7. Luisteren naar de mensen

  8. Een communistische partij snijdt zich af van de mensen waarvoor zij zegt te werken als zij niet naar die mensen luistert. De partij zal haar leuzen moeten laten afhangen van de signalen die zij van de mensen op het bedrijf krijgt. Het bedrijf dat door de afdeling is uitgekozen om als speerpunt bij het bedrijvenwerk te dienen wordt geteisterd door opeenvolgende herstructureringen. De vraag van de arbeiders is in eerste instantie of ze hun baan kunnen behouden en niet zozeer het loon dat ze daarvoor krijgen. Wanneer de partij zich zou richten op het loonvraagstuk zou zij dus niet in contact kunnen komen met die arbeiders, omdat de partij op dat moment hun taal niet spreekt. Communisten moeten niet alleen vertrouwen hebben in de partij maar ook in de massa.
  9. Strijd om de leiding te verkrijgen

  10. Binnen een bedrijf zijn niet alleen communisten actief. Ook bijvoorbeeld sociaal-democraten en christen-democraten zijn aanwezig. Meestal zijn zij vertegenwoordigd in de vakbonden en proberen op die manier hun politiek program ten uitvoer te brengen. Het is zaak voor de partij het initiatief te nemen en te behouden als het tot samenwerkingsverbanden met arbeiders van deze politieke strekkingen komt. Dit kan alleen door een politieke strijd te voeren. Vooral als de partij de leiding neemt en daarin met succes opereert, is zij in staat om mensen aan zich te binden. Hierbij moet wel opgelet worden dat mensen niet moeten worden afgestoten omdat ze van een andere politieke kleur zijn. Door middel van overtuiging moet de partij mensen iets uitleggen. In de praktijk zal dan blijken of die standpunten de juiste zijn. De strijd moet niet worden uitgevoerd om de strijd, maar om met een zo groot mogelijke eenheid successen af te dwingen.

Aanpak

De bovengenoemde vijf punten worden natuurlijk niet alleen uitgevoerd door de mensen op het bedrijf. Het is een samenspel van mensen op het bedrijf en partijleden van de afdeling. Soms zal ook contact worden gezocht met andere afdelingen om met hen te overleggen over hoe zij sommige zaken hebben aangepakt. Verder zal er ook in de familie- en kennissenkring van de leden van de afdeling gezocht worden naar mensen die op het bedrijf werken of hebben gewerkt of er zijdelings mee te maken hebben (gehad). Op deze manier is het gemakkelijker om informatie over het bedrijf te krijgen. Tevens biedt dat de mogelijkheid om ook binnen het bedrijf het netwerk uit te breiden.

Contacten

De tweede 'doelgroep', de uitkeringsgerechtigden, wordt feitelijk op dezelfde manier benaderd. De leden van de afdeling kijken rond binnen hun familie- en kennissenkring en benaderen daar de mensen die met uitkeringsgerechtigden te maken hebben. Dit kan zijn omdat deze mensen zelf een uitkering (bijv. WW, WAO, AOW enz) hebben, of op één of andere manier er actief bij betrokken zijn (bijv. werkzaam bij een uitkeringsinstantie, meewerken in een comité voor uitkeringsgerechtigden enz.). Via deze contacten, waarbij natuurlijk de oud (N)CPN leden niet mogen worden uitgesloten, zullen vooral de interessegebieden van de uitkeringsgerechtigden in kaart moeten worden gebracht.