Oude tactieken in een nieuw jasjeDoor Anna IoannatouNa de verkiezingen van april jl. werd de oude tactiek van uitsluiting van de KKE van de massa-media hervat. Een campagne, gericht tegen die partij en haar publiek, kwam op gang, bestaande uit twee vaste tactieken, die op het eerste gezicht misschien tegenstrijdig lijken.Aan de ene kant weer het oude bekende doodzwijgen, dat onderbroken was geweest sinds de oorlog tegen Joegoslavië vorig jaar tot aan de nationale verkiezingen van dit jaar. Hierbij moet wel aangetekend worden, dat er nooit sprake is geweest van een echt gelijke behandeling, ondanks de grondwettelijke verplichting een maand voor de verkiezingen alle partijen gelijk te behandelen voor de tv-camera's. Met doodzwijgen bedoelen we in hoge mate uitsluiting van de massa-media, vooral televisie. Vaak wordt wel door anderen over de KKE geoordeeld, gesproken en 'geïnformeerd' (geschiedenis, ideologie, politiek) met sneren of wijze 'raadgevingen', hoe die partij zich dient te gedragen in de moderne tijd, zonder dat er een communistische vertegenwoordiger bij mag zijn. Het andere onderdeel van de marginaliseringscampagne is het doen voorkomen of de KKE verscheurd wordt door onenigheid, dit vooral in het licht van het op handen zijnde 16e congres (december van dit jaar). Die tactieken kunnen als volgt worden samengevat: geef nu het beeld van een communistische partij, die aan het verdwijnen is en geef dan het beeld van een partij, die innerlijk verscheurd is. Verzwijgen en/of desinformatieBegin juni jl. werd er een protesttekst gepubliceerd, ondertekend door tientallen persoonlijkheden en organisaties uit het politieke, sociale en culturele leven, waarin geprotesteerd werd tegen het feit, dat de informatie aan de bevolking geen handelswaar mag zijn, ondergeschikt gemaakt aan de behoeften van het kapitaal, de regering en de Nieuwe Orde. Niet alleen de KKE, maar ook andere kleinere politieke partijen en bewegingen werden steeds meer uit de massa-media verbannen. Uiteraard niet de Synaspismós, waarvan de voorzitter al sinds jaren (ook toen ze niet in het parlement zaten) uitvoerig gepresenteerd wordt en bij het minste of geringste voor de camera gehaald wordt om zijn mening te uiten, waaruit blijkt dat deze kleine reformistische partij nog altijd meetelt als afleidingsmanoeuvre voor eventueel kritisch publiek, ondanks de verkiezingsnederlaag.De aanvankelijke tactiek van uitsluiting veranderde langzamerhand in specifiek tegen de KKE gerichte aanvalstactieken, waarvan de aanval op de krant Risospastis een niet mis te verstaan onderdeel is. Inmiddels zijn de directeur en uitgever van de krant in oktober a.s. opnieuw voor het gerecht gedaagd, bovenop de eerdere aanklachten die in het jaar 2001 behandeld zullen worden. En deze krijgen steeds meer het karakter van een voorbereiding op een flinke pre-congresdesinformatie. De gebruikte methodesDe tactiek betreft vooral zaken van groot politiek belang of met een sterke uitstraling onder de bevolking, zoals het NAVO-optreden in Griekenland en de Balkan, de kwestie identiteitskaarten (kerk en staat) e.a. Afgezien daarvan zijn er vooral drie gebieden, waarop de pijlen van de anti-KKE-aanvallen zich richten:
De mening en de acties van de KKE en andere organisaties, die een wezenlijk andere, vooral anti-imperialistische overtuiging hebben, wordt hetzij verzwegen, hetzij verdraaid of danig verminkt weergegeven, waarbij dan gebruikgemaakt wordt van geïsoleerde gevallen van 'dissidentie' of gebeurtenissen, die opgeblazen worden als zijnde 'de toestand binnen de KKE'. Gesproken wordt bijvoorbeeld van 'geheime bronnen', die vermelden dat er sprake is van grote onenigheid in de partijleiding, i.v.m. de thesen die in voorbereiding zijn voor het congres. Als dan de z.g. 'dissidente' kaderleden wel verplicht zijn de valse informatie te ontkennen, wordt dit weer door de media begraven, zodat het uiteindelijke beeld er een is van onenigheid en verscheurdheid. Een andere methode is, dat men niet van officiële zijde de mening van de KKE vraagt over een belangrijke zaak, maar van een aanhanger of sympathisant. Hiermee wordt een alibi van democratie verschaft, zonder dat de geuite mening het juiste gewicht krijgt. De minister van Perszaken en Massamedia heeft zelfs gesproken over de 'zwarte lijsten' en het 'MacCarthyisme' van de KKE, waarmee andermaal de geschiedenis op zijn kop wordt gezet. Waarom zijn vooral de drie bovengenoemde gebieden het mikpunt voor de aanvallen op de communistische partij? Via het maatschappelijk front en bondgenootschappen opent de partij zich naar de samenleving toe en weet op sommige gebieden massale steun te verwerven. Laten we niet vergeten, wat de inhoud van een rapport van het Amerikaanse Congres was (waarover al eerder) over de verkiezingsuitslagen: dat de invloed van de KKE op de bevolking veel groter is dan de verkiezingspercentages van die partij. Tegenstanders maken zich erg 'bezorgd' over de verandering van het partijkarakter, de ideologische zuiverheid. Europese Unie en EMUDe tegenstand van de KKE tegen deze regionale kapitalistische formaties en instrumenten wordt gebruikt om de isoleringspolitiek "in deze zich steeds meer verenigende wereld" aan te klagen, waarmee de bevolking onzeker en bang gemaakt wordt t.o.v. de juistheid van de partijpolitiek.Interne partijdemocratieDe interne partijdemocratie wordt misbruikt om spoken uit het verleden op te roepen (zuiveringen, het meedogenloze democratisch centralisme, dat elke andere mening uitsluit enz.). En hier bewijzen enkele uiterst geïsoleerde gevallen van 'dissidentie' van de laatste tijd de anti-KKE-propaganda een uitstekende dienst. Bovendien is de aanval op het democratisch-centralisme gericht tegen de mogelijkheid tot eensgezind militant optreden van de partij naar buiten toe. Hiermee gepaard gaat het aandringen op de noodzaak tot openbaar maken van de meningsverschillen, wat de tegenstanders meer mogelijkheden biedt tot het effectief bestrijden van de partij.De boodschap is meer dan duidelijk. De burgerlijke 'democratie' tolereert eenvoudig geen essentieel andere mening, maar hooguit gekift over kwesties, die het beheer betreffen van het bestaande economisch-sociale systeem, zonder dit zelf te willen veranderen. |