Dertien van Clabecq: hervatting procesVerandering alleen door strijdDoor Jo Cottenier & Valérie HeuchampsHet proces tegen de 13 van Clabecq werd op maandag 16 oktober hervat voor het Hof van Beroep in Brussel. Drie jaar na het einde van de strijd en twee jaar na het begin van hun proces maken wij met Roberto D'Orazio en Silvio Marra een balans op. "Wij hebben de strijd gestaakt na het referendum, maar de vijand heeft het gevecht voortgezet," zeggen zij. Eén zaak is duidelijk: zij zijn trots op de gevoerde strijd en zetten het gevecht voort. Daarom eisen zij niet alleen dat het proces wordt beëindigd, maar ook dat zij opnieuw worden opgenomen in de vakbond en in het arbeidscircuit.Hoe staan jullie, drie jaar na de strijd, tegenover jullie gevecht voor de Forges de Clabecq?
Hoe zouden jullie je vakbondsaanpak vergelijken met het traditionele vakbondswerk? De geest van Clabecq, wat betekent dat eigenlijk? Roberto D'Orazio: de geest van Clabecq betekent vakbondswerk doen zonder de lange-termijnpolitiek te vergeten. Vakbondsstrijd houdt altijd verband met maatschappelijke veranderingen. Dat moet je de arbeiders duidelijk maken aan de hand van de dagelijkse realiteit. Clabecq heeft een lange traditie van vakbondsstrijd, wij kunnen resultaten laten zien. Tijdens die honderd jaar sociale strijd zijn er op de Forges heel wat conflicten geweest tussen sociaal-democraten en communisten. Als die er niet waren geweest, zou er geen sprake zijn van de 'vakbondsaanpak van Clabecq'. De vakbondsdelegatie die de strijd voerde, zette de vakbondsvisie 'op zijn sociaal-democratisch' opzij en maakte er vakbondswerk van dat stoelde op de inspraak van het werkvolk. De algemene vergadering van de arbeiders nam in alle belangrijke kwesties de beslissingen. Jullie worden al twee jaar vervolgd door het gerecht. Vanwaar die verbetenheid tegenover jullie? Silvio Marra: wij hebben aangetoond dat dit proces een lasterlijk samenraapsel is tegen de afgevaardigden van Clabecq. Het gerecht geeft dat overigens zelf toe: de rechters van Nijvel verklaarden zich onbevoegd om het proces voort te zetten. Dat proces vertoont enorme gebreken. Er werd geen onderzoeksrechter aangesteld. Wij werden voor de rechtbank gedaagd zonder voor de 'Kamer van in Beschuldigingstelling' te verschijnen. Wij zijn niet langs de Raadkamer gepasseerd, het rechtscollege werd niet correct samengesteld en is onwettelijk. Het is een komedie waar zelfs Dante een puntje aan kan zuigen en het wordt de hoogste tijd dat er officieel en definitief een einde aan komt. Wij zijn trots, bijzonder trots dat wij 4.000 families verdedigd hebben tegen sociale uitsluiting. De staat mag de magistratuur niet misbruiken om dat feit weg te wissen. Roberto D'Orazio: de machthebbers zijn tijdens de strijd rond Clabecq gaan inzien dat je het klassenbewustzijn niet zomaar van tafel veegt. Je kan dat klassenbewustzijn verdoezelen door te tonen dat iedereen met een auto kan rijden, eigenaar kan worden van een huis, maar als de machthebbers merken dat je de productiemiddelen aanvalt! Wie beheert de productiemiddelen? Wie kan zich zomaar permitteren ze te vernietigen terwijl duizenden mensen er hun brood mee verdienen? Dát is de vraag! Wat te denken over de rechtbank van Nijvel die zich onbevoegd verklaarde? Roberto D'Orazio: dankzij de arbeiders en onze advocaten hebben wij aangetoond dat de rechtbank verstrikt was geraakt in zijn eigen voorschriften. Zij beriepen zich op artikel 66, alinea 4, dat dateert uit de tijd dat de arbeiders zelfs nog geen stemrecht hadden. Zij voerden het proces met gesloten deuren. Een proces tegen de vakbondsafgevaardigden voerden ze op basis van verklaringen die rijkswachters aflegden tegenover hun oversten. Ons soort vakbondswerk is voor hen misdadig. De Parti Socialiste kon onze vakbondsstrategie niet ombuigen via haar vakbondsorganisatie, het ABVV (Belgische FNV, nvdr). Dus zetten ze het gerecht in, een creatie van de politieke, financiële en ondernemerskringen. Zo wil ze beletten dat het voorbeeld van Clabecq navolging krijgt. Sommigen beweren dat het proces een stille dood zal sterven. Roberto D'Orazio: dat is de tactiek van de nationale vakbondsleiding, met onder meer ABVV-voorzitter Michel Nollet. Zij rekenen erop dat de mensen uiteindelijk de moed zullen verliezen. Je mag het systeem niet onderschatten. We mogen het proces niet laten doodbloeden, het proces moet officieel nietig worden verklaard. Jullie hebben zelf andere rechtszaken aangespannen, onder meer om vakbondsbescherming af te dwingen. Silvio Marra: arbeiders hebben rechten. Vakbondsafgevaardigden hebben eveneens rechten bij de uitvoering van hun strijd (zo is er voorzien in een hele procedure als men ze zou willen ontslaan). Om ons te ontslaan moesten de curatoren eerst het advies vragen van de paritaire commissie en er de vakbondsbescherming ter sprake brengen. Dat is niet gebeurd, en dat was geen toeval. De mobilisatie was destijds zo groot dat er een sociale explosie was losgebarsten als ze ons mandaat toen hadden ingetrokken. Zij hebben er dus doelbewust voor gekozen de procedure niet te volgen. Ik ben 20 jaar lang afgevaardigde geweest bij de Forges. Iedereen kent mij en ik kan moeilijk ander werk vinden omdat ik mij in de strijd 'gebrand' heb. Als afgevaardigde heb je andere rechten, die integraal deel uitmaken van de verworven rechten van de arbeidersklasse. Wie zegt dat je vakbondsafgevaardigden over dezelfde kam moet scheren als de andere arbeiders, neemt een anti-vakbondsstandpunt in omdat de afgevaardigden veel verder moeten kunnen gaan dan de gewone arbeiders. Roberto D'Orazio: deze rechtszaak over de vakbondsrechten maakt deel uit van hetzelfde proces. Er zijn regels die gerespecteerd moeten worden als men een vakbondsafgevaardigde wil ontslaan. De fabriek is weer gestart dankzij de arbeiders en de vakbondsdelegatie. Maar de voltallige delegatie is aan de deur gezet. Als dat geen discriminatie is? Er zijn er die me zouden kunnen vragen: waarom jou niet afdanken en mij wel? Mijn antwoord op die vraag zou zijn: waarom ben jij wel aangenomen en ik niet? Hoe zie je zelf je heropname in de vakbond? Roberto D'Orazio: mijn ontslag uit de vakbond is een politiek ontslag. Wij werden eruit gezet omdat wij triomfeerden met een andere vakbondspolitiek. Onze heropname zal ook het resultaat zijn van een politieke strijd. De afgevaardigden van Clabecq moeten een vakbondspositie verwerven waarin ze iets te zeggen hebben in de vakbondsorganisatie. Wat ligt jullie het zwaarst op de maag: het proces of de uitsluiting uit de fabriek en uit de vakbond? Roberto D'Orazio: dat hangt alle drie samen. Het ABVV heeft zelf artikel 66 toegepast. Een onrechtvaardigheid waarin zelfs het werkgeversgerecht of de politiek nog niet geslaagd is. Vakbondsmensen moeten ons blijven steunen, maar we zullen het probleem met het gerecht niet kunnen oplossen als we er niet in slagen de ongelijkheid af te schaffen in onze eigen organisatie waarin zij die zich niet plooien naar de regels van de PS één voor één worden geëlimineerd. Er is kritiek dat de Beweging voor Vakbondsvernieuwing (BVV) buiten de vakbond staat en zelfs tegen de vakbeweging zou zijn. Silvio Marra: de Beweging voor Vakbondsvernieuwing (BVV) is niet tegen de vakbond en staat er niet buiten. De bedoeling is de politiek die wij op de Forges de Clabecq voerden, verder te ontwikkelen in het hele land. Die van Clabecq kunnen niet overal tegelijk zijn, maar ze zijn bereid hun ervaringen te delen op het ogenblik dat de strijd een zeker belang krijgt of als een vakbondsdelegatie daar om vraagt. De BVV wil geen nieuwe vakbond worden. Een vakbond is geen politieke partij. In een vakbond moet plaats zijn voor vele visies, vele manieren om zich te organiseren. Een vakbond mag geen legertje ambtenaren zijn dat elk protest onderdrukt want dan verdwijnt de vakbond wegens nutteloosheid. Roberto D'Orazio: de BVV is meer dan ooit nodig omdat er debatten kunnen worden gevoerd die de vakbondsorganisatie niet toelaat. De beweging is een oproep aan vakbondsactivisten van allerlei slag om te vechten tegen uitsluiting en onrechtvaardigheid. Natuurlijk slorpt het proces het overgrote deel van onze tijd op: mobiliseren, fondsen verzamelen, enz. We zitten een beetje vast met die gerechtelijke procedure. De uitgesloten afgevaardigden moeten hun plaatsen in de organisatie weer kunnen innemen omdat wij verschrikkelijk belangrijke dingen te vertellen hebben. Hoe redden jullie het financieel? Silvio Marra: de vakbond weigert de proceskosten te dragen. Tijdens de strijd om Clabecq was ik vakbondsvrijgestelde. Ik dacht dus dat ik beschermd was. Tegenover de baas vertegenwoordigde ik het ABVV. De bescherming werd mij geweigerd omdat ik zogezegd niet langer tot de organisatie behoorde. Als je geen financiële middelen hebt, moet je vele dingen laten: vergaderingen, bezoekjes aan andere arbeiders die strijd voeren, enz. Als ik bijvoorbeeld naar Luik ga, moet ik voor de trip heen-en-terug 800 frank (40 gulden) betalen. We houden het hoofd boven water dankzij de vzw 'Verdediging van de werkers'. Op dit ogenblik hebben we al voor zo'n 2,5 miljoen frank (125 duizend gulden) kosten gemaakt waarvan we voorlopig slechts de helft kunnen betalen. Gelukkig hebben we fantastische advocaten. Roberto D'Orazio: het ABVV wilde ons advocaten ter beschikking stellen, mensen die nauw aanleunen tegen de PS waar wij mee overhoop liggen. Ik ben niet gek. Ik ga zelf toch niet kiezen wie mij mag ophangen! Nu heb ik advocaten die ik kan vertrouwen, die een heel andere maatschappijvisie hebben en erin geloven. Het ABVV zou de gerechtskosten op zich moeten nemen. Die zijn toch niet duurder voor hen dan voor onze advocaten! Het ABVV weigerde. Voor ons een bewijs te meer dat het om een politiek conflict gaat. De werkloosheid is moeilijk. En het wordt nog veel moeilijker als je bovendien nog een proces aan je broek krijgt want het gerecht, dat is natuurlijk ook een kwestie van centen. De vakbond weet dat en heeft uitgerekend daarom geweigerd ons financieel te helpen. De arbeiders daarentegen maken het ons niet moeilijk: telkens als wij het vragen, helpen ze ons. Op de betoging van 3 oktober haalde ik 13.000 frank (650 gulden) op. Dat betekent toch dat onze vorm van vakbondsstrijd aanslaat. Wat zou je tegen Nollet zeggen als je hem zou ontmoeten? Roberto D'Orazio: dat hij een open debat moet voeren over de vakbondsstrijd van Clabecq. Dat wij het recht moeten hebben, uitleg te verschaffen. Vervulden wij ja of nee onze rol van vakbondsafgevaardigde op het moment van het conflict? Hebben wij ons mandaat opgenomen? Waar waren zij die dat mandaat samen met ons moesten opnemen? Als Nollet een dergelijk debat opent, zal hij moeten toegeven dat de vakbond een grote fout beging door de vakbondsvrijgestelden van Forges de Clabecq uit te sluiten. Nollet was vergeten dat hij de voorzitter van het ABVV is. Hij heeft zijn afgevaardigden in de steek gelaten en de kant van de bazen gekozen. Hoe is het mogelijk dat, na zoveel inspanningen om het bedrijf te redden, alle afgevaardigden en activisten die bij de sociale verkiezingen van 1995 op de ABVV-lijst stonden allemaal uit de Forges verdwenen? Als hij vindt dat het verkeerd was curator Zenner twee muilperen te verkopen, willen wij die fout toegeven. Maar wat betekenen twee oorvijgen vergeleken bij de sluiting van de onderneming, waarbij mensen op straat vlogen zonder dat ze zelfs hun overbruggingspensioen kregen, en aan anderen hun loon niet werd uitbetaald? Mensen voor wiens rechten honderd jaar werd gevochten, werden gewoon vertrapt. Wat betekenen twee slagen in het gezicht als je weet dat Zenner, dankzij het faillissement, miljoenen in zijn zakken heeft gestoken? Wat betekenen twee oplawaaien in vergelijking met de onrechtvaardigheden die de vakbondsactivisten moesten en moeten slikken, terwijl zij alleen gevochten hebben voor het behoud van hun werk? Dat zijn dingen die je allemaal moet afwegen. Als we het probleem willen oplossen, moeten we erover praten en geen balans opmaken die geldt voor eeuwig. Welke oproep willen jullie richten aan de vakbondsleden? Roberto D'Orazio: alleen vakbondsmensen kunnen het probleem van het proces regelen. Als zij zeggen dat onze uitsluiting onaanvaardbaar is en dat we opnieuw over onze rechten binnen de organisatie moeten beschikken, kunnen we bij het gerecht veel meer gewicht in de schaal werpen. Het zal een slepend probleem worden zolang er geen debat komt over onze heropname in de vakbond. Het moet een debat zijn over het conflict en over de rol van de vakbeweging. Wat voor vakbeweging was dat van Clabecq? Hoe gedroeg het ABVV zich ten tijde van D'Orazio en zijn delegatie? Hoe werkte de solidariteit? Hoeveel respect had men voor de arbeiders? Hoe participeerden zij? Wat waren de verschillende fases van het conflict? De moeilijkheden? De fouten? Al die thema's moeten aan bod kunnen komen. Silvio Marra: vakbondsleden moeten meedoen met de Beweging voor Vakbondsvernieuwing. Het is geen gemakkelijke strijd, maar we moeten luid en duidelijk opkomen voor onze politieke opvattingen, we mogen niet ondergronds blijven. De wereld van de arbeid heeft haar voorhoede nodig om vooruit te komen. |