Inleiding sociaal-economische conferentie

Inleiding door Job Pruijser

Kameraden,
De rijken worden rijker, de armen armer. Vorige week kwam het CDA bijeen om zichzelf moed in te spreken en met de gedachte dat het regeringspluche voor hen niet ver meer is. "Paars was immers uitgeregeerd" stelde partijbaas, De Hoop Scheffer, vast. Wij kunnen het eens zijn met de conclusie dat paars voor de arbeiders absoluut geen perspectief heeft. Maar paars heeft voor de rijken in dit land nog wel degelijk perspectieven, echter niet zonder sociale en politieke onrust en daar speculeert het CDA op. Paars heeft niet alleen geen perspectief, het heeft ook alle glans verloren. Bestond bij paars 1 nog de illusie dat dit kabinet Nederland zou verlossen van de traditionele klerikale bolwerken in de zorg en het onderwijs om deze te integreren binnen een beter onderwijs- en zorgstelsel, paars 2 heeft deze illusie echter zonder omhaal doorgeprikt en slechts ordinaire neoliberale bezuinigingsoperaties laten zien.

Inderdaad bij de machtsposities in de 'nieuwe maatschappij' is de religieuze achtergrond van minder belang en in de praktijk ook hinderlijk, omdat ook veel arbeiders zo'n achtergrond hebben. Het neoliberale mes moet onbelemmerd kunnen snijden en niet worden gehinderd door een partij die teveel rekening moet houden met een arbeidersachterban. Slechts trouw aan de heersende macht en machtsverhoudingen is criterium.

Waar dit toe leidt is niet moeilijk om te zien: de rijken worden rijker, de armen armer.

Globalisering armoede

En dat is niet alleen in ons land het geval. Op wereldschaal zien we hetzelfde patroon. In Zuid-Amerika zijn opstanden om het blote bestaan te redden een terugkerend verschijnsel. Dat is een van de redenen waarom de VS via de zogenaamde 'war on drugs' poot aan de grond probeert te krijgen in Colombia en de omringende landen.

De situatie in Afrika is nog ernstiger. Er zijn voorspellingen dat de aids-epidemie de bevolking op dit continent zal decimeren. De bestrijding van deze epidemie vereist sterke en op het welzijn van de bevolking gerichte staten. Maar het veiligstellen van zijn belangen dwingt het Westen om, zo ongestoord mogelijk, door te gaan met de roof van grondstoffen en diamanten. Multinationals en andere openlijker criminele organisaties staan de vorming van deze staten niet toe. In Azië voltrekt zich een machtsverschuiving binnen en tussen de landen, waarvan de economieën een plaats binnen het kapitalistische wereldstelsel hadden veroverd. Deze machtsverschuiving doet de vraag uit de dertiger jaren van de vorige eeuw opnieuw rijzen: "Wem gehört die Welt?" Welke kapitaalgroepen zijn in Azië actief en door wie worden ze gecontroleerd? Welke rol speelt het Japans, het Amerikaans en het Europees kapitaal daarin? Hoe zijn deze kapitalen inmiddels verweven?

Politieke oriëntatie partij

Het imperialisme lijkt oppermachtig, maar is niet in staat conflicten op te lossen. Integendeel het imperialisme veroorzaakt conflicten, zoekt ze op, wakkert ze aan en verdient eraan. Het besef groeit dat deze spiraal alleen kan worden doorbroken vanuit een alternatief. Vanuit krachten die niet verbonden zijn met de heersende machtsverhoudingen. Dit verklaart de groeiende belangstelling voor spirituele organisaties en steun voor het neofascisme. Deze presenteren zich immers als organisaties die los staan van de heersende machtsverhoudingen en onderstrepen dit op spirituele of op verbale en gewelddadige wijze. De beste manier om het neofascisme en verwarring zaaiende sekten te bestrijden is daarom de strijd met het kapitaal aan te gaan. Geen enkele fascistische partij heeft immers ooit opgeroepen voor sociale rechten en hogere looneisen. Het versterken en ondersteunen van sociaal economische strijd is daarom voor communisten niet alleen een daad van solidariteit met de arbeidersklasse. Het is een fundamentele stellingname vanuit een materialistische wereldbeschouwing die de politieke oriëntatie van communisten bepaalt. Op het derde partijcongres nam de sociaal-economische strijd daarom een belangrijke plaats in.

Het derde partijcongres in 1998 stelde m.b.t. de sociaal economische strijd de volgende onderwerpen aan de orde:

  • 'Verdeel en heers' onder de arbeidersklasse: de NCPN zoekt en organiseert eenheid van de arbeiders in ons land, ongeacht de aard van de arbeid (high tech-productie of dienstverlening, hoofd- of handarbeid).
  • Winst is geen werk: doorprikken van de mythe dat lage lonen door hogere winst meer werk oplevert.
  • Strijdbare vakbeweging nodig: door de capitulatiehouding van de vakbondstop verliest de vakbeweging zijn aantrekkingskracht voor de arbeidersklasse; herstel van een strijdbare en sterke vakbeweging is noodzakelijk om eisen van de totale arbeidersklasse, werkenden en niet-werkenden, parttimers en ploegenwerkers, productie-arbeiders en bedienden te realiseren.
  • Klassenanalyse als basis: om de klassenstrijd met succes te voeren is inzicht nodig in strategische en tactische posities van de arbeidersklasse aan de hand van een klassenanalyse.
  • Klassenstrijd noodzakelijker dan ooit: de arbeidersklasse is door de onverzoenlijke tegenstelling kapitaal-arbeid gedwongen tot strijd. Het succes van die strijd hangt vooral af van strategische en tactische beoordelingen en machtsvorming. De communistische partij is hierbij van groot en historisch belang. De partij moet zich daarom overal in het land oriënteren op de arbeidersstrijd.
  • 'Onontbeerlijke rol van communistische partij: communisten hebben een taak in de maatschappelijke ontwikkeling door het manifest maken van de belangen van de arbeidersklasse: in lonen en uitkeringen, in sociale voorzieningen en huisvesting, in toegang tot sport en cultuur, enz. Lerend uit het verleden moeten communisten nieuwe posities innemen in het manifest maken van de belangen van de arbeidersklasse op dit moment.
  • Socialistisch perspectief: elk strijdsucces, elke verovering op het kapitalisme is van tijdelijke aard, zolang het kapitalisme bestaat. Communisten zullen daarom bij het aanvoeren van de strijd van de arbeidersklasse voortdurend het perspectief van het socialisme schetsen a. om illusies over de resultaten van strijd te voorkomen en b. om vanuit de concrete strijd een abstract socialisme concreet te maken.

Instelling sociaal-economische commissie

Deze oriëntatie van het 3e partijcongres is nog steeds leidraad voor het werk van de sociaal-economische commissie. Op de eerste conferentie van januari dit jaar hebben vele sprekers op eigen wijze deze lijn ondersteund en tot leven gebracht. Daarbij bleef deze conferentie echter een kleurrijke inventarisatie, waarmee wel de partij-oriëntatie werd ondersteund, maar die nog geen praktische sturing opleverde voor kameraden en afdelingen van de partij die aan de slag wilden.

Om te zorgen dat de oriëntatie van de partij snel wordt geoperationaliseerd heeft het partijbestuur grote prioriteit gelegd bij de activiteiten van de sociaal economische commissie. Het partijbestuur is daarom blij met deze tweede sociaal-economische conferentie die concrete actieparolen moet opleveren voor de verschillende aspecten van sociaal economische strijd. Toch heeft het bijna een jaar geduurd voordat deze tweede conferentie kon worden gehouden. Dat heeft te maken met de lijn van het partijbestuur om geen snelle successen na te streven, maar de opbouw van de partij op een degelijke wijze aan te pakken. Hierbij hebben de volgende overwegingen een rol gespeeld:

Geen snelle maar zorgvuldige besluitvorming

Zorgvuldige i.p.v. snelle besluitvorming over dit pakket, dat richting geeft aan de sociaal-economische politiek van de NCPN, zal de eenheid in de partij versterken;

Noodzaak om naar buiten te treden

De gewenste zorgvuldigheid van het besluitvormingsproces dreigt echter opnieuw vooral een interne activiteit van de partij te vormen, terwijl versterking van de partij het juist nodig maakt ook naar buiten te treden;

Maximaal steunen op aanwezige en beschikbare kennis en ervaring

De commissie acht het daarom verstandiger bij het opstellen van het eisenpakket maximaal te steunen op de kennis en ervaring die binnen de partij (en niet alleen binnen de commissie) aanwezig is en daarbij tevens degenen die in de sociaal-economische strijd dicht bij ons staan, te consulteren en banden met hen aan te halen;

Draagvlak voor besluiten

Democratische consultatie en inschakeling van partijleden leiden tot besluitvorming op de conferentie van november van een politiek waarvoor door de wijze van voorbereiden reeds veel draagvlak is opgebouwd en besluiten onmiddellijk (verder) kunnen worden uitgevoerd en uitgewerkt;

Uitzicht op uitvoering

Door de wijze van voorbereiding van het besluit (brede discussie in de afdelingen en consultatie van kennisdragende sympathisanten buiten de partij) is niet alleen draagvlak ervoor gecreëerd, maar is ook (enige) zekerheid over de uitvoering ervan, met het uitzicht op kritische evaluatie van ervaringen met de uitvoering.

Bij het aanpakken van de sociaal-economische strijd richtte de sociaal-economische commissie zich in eerste instantie op de twee delen van de arbeidersklasse: de arbeiders in de productie en de uitkeringsgerechtigden. De eerste groep, omdat zij economisch van groot belang is. Zij produceert de meerwaarde, de drijvende kracht achter het kapitalisme. De tweede groep omdat deze politiek in ons land van groot belang is. Zij zijn het 'levende bewijs' van de welvaartsstaat en tevens als 'arbeidsreserveleger' een speelbal en mogelijke arbeidssolidariteitsbreker van het kapitaal. Later is daar door de commissie aan toegevoegd de groep arbeiders die werken in de reproductie: het fysiek en geestelijk herstel ten behoeve van de productie. Op deze conferentie wordt naast deze drie delen van de arbeidersklasse ook aandacht besteed aan de positie van de vakbeweging.

Resultaten conferentie

Zoals gezegd acht het partijbestuur deze conferentie van het grootste belang. Er zal daarom ook van alles aan gedaan worden om de resultaten van deze conferentie een lange doorwerking in de partij te geven. Het is de bedoeling dat alle inleidingen, de discussie en de resultaten van de conferentie zullen worden verwerkt tot een brochure. Met deze brochure zal in afdelingen kunnen worden gewerkt: zowel in de discussie met leden, lezers en sympathisanten, als voor het maken van pamfletten over sociaal-economische vraagstukken die zijn toegesneden op de situatie in de eigen afdeling.

Bovendien willen we van deze conferentie gebruikmaken om van de leden te horen op welke wijze men denkt effectief te kunnen worden ingeschakeld in de sociaal-economische strijd. Immers naast de beproefde wijze van vergaderen, pamfletten maken en uitzetten zijn er inmiddels nieuwe media die wellicht ook tot nieuwe communicatieve vormen binnen en buiten de partij kunnen leiden. We willen ook meer inzicht krijgen in de bestaande en op te richten comités, belangengroepen, etc. In welke verbanden zijn de leden actief en welke ideeën leven er om actief te worden in zulke brede organisaties? Wij zijn zeer benieuwd naar de uitkomsten van de discussies over al deze punten.