De zeepbel van de wapenstilstand is uit elkaar gespat

Palestijnen vechten voor onafhankelijkheid

Door Hans Lebrecht (kibboets Beit-Oren, 22 oktober 2000)

VS-president Clinton sloot de top in het Egyptische Sharm-el-Sheikh, een badplaats in de Sinaï (op 16 en 17 oktober), die zo belangrijk was voor zijn image, af met een verklaring, waarin de belangrijkste boodschap was, dat de Israëlische en Palestijnse leiders, Ehud Barak en Yasser Arafat en hun teams, het eens waren geworden over de drie fundamentele stappen om een eind te maken aan de huidige onlusten.

Volgens hem hebben ze besloten hun eigen mensen op te roepen om alle schermutselingen te laten ophouden, orde en rust te bewaren en daarna terug te keren naar de onderhandelingstafel voor een vreedzame regeling van het conflict. Er werd geen document vervaardigd en er werden geen schriftelijke overeenkomsten ondertekend. Een zeepbel van een wapenstilstand, die dus meteen al uit elkaar spatte. Noch Barak, noch Arafat hebben zich eraan gehouden. De enige, die zichzelf schouderklopjes stond te geven, was Clinton, bepaald met het oog op de komende verkiezingen in de VS, die voor de deur staan.

De Israëlische kant liet zich over de zogenaamde wapenstilstand uit in de zin van, dat Arafat en zijn mensen de Palestijnse 'onruststokers' het bevel zouden moeten geven met hun verzet op te houden en de wapens neer te leggen. De Palestijnse kant daarentegen deed een oproep uitgaan, maar zei er meteen bij, dat ze heel weinig kans zagen deze oproep in daden om te zetten, zolang Israël zijn strijdkrachten niet zou terugtrekken. De opstand is een volksopstand tegen de willekeur van de bezetter en geen leger, dat onder bevel staat van een generale staf, Arafat of de PNA, waarvan hij de leider is. De PNA heeft hoogstens enige zeggingskracht over de Palestijnse politie, wier taak het is het vuur alleen dan te openen wanneer er sprake is van verdedigen tegen invallen van Israëlische bezetters of gewapende kolonisten in het gebied dat onder mandaat van de PNA staat (gebied 'A'); tot heden heeft de politie de handhaving ook op die manier uitgeoefend.

Aantal slachtoffers neemt toe

De onlusten in de bezette Palestijnse gebieden eisten alleen al in de vier dagen na de top, die vooraf al uitzichtloos werd geacht, weer minstens 16, door Israëlische bezetters en gewapende kolonisten, doodgeschoten Palestijnen en 150 gewonden, en daarmee kwam het aantal dodelijke slachtoffers aan Palestijnse kant op ruim 120 in de afgelopen drie weken. Het Israëlische bezettingsleger telde dit weekend twee doden en ongeveer tien gewonden. Waardoor het aantal dodelijke slachtoffers, die moesten sterven op het altaar van Baraks gebruik van militair geweld, aan Israëlische kant op 14 kwam.

De secretaris-generaal van de organisatie El Fatah, waarvan Arafat de voorzitter is, Marvin Barghuti, die ook verantwoordelijk is voor 'Tansim', de militaire tak van El Fatah, benadrukte in een interview, dat door het Israëlische dagblad Ha'aretz werd gepubliceerd, dat men onmogelijk kan spreken van een wapenstilstand, zolang het gaat om twee kampen die totaal verschillen in sterkte en motivatie. Het Israëlische, zet een leger in met tanks, raketten en gevechtshelikopters die met machinegeweren schiet en beschikt over goedgetrainde en tot de tanden gewapende soldaten, terwijl het Palestijnse kamp met een volksopstand bezig is, een Intifada, met stenen, een paar handvuurwapens en zelf gefabriceerde Molotov-cocktails, met de duidelijke boodschap: Stop de Israëlische bezetting! Deze Intifada is niet door een bevel van boven te stoppen, voegde Barghuti er nog aan toe. Ze is ook niet op bevel van Arafat begonnen, maar ontbrandde door het provocerende bezoek van Ariel Sharon aan de tempelberg Haram-el-Sharif en door Barak, die voor dit bezoek onder politie-escorte toestemming had gegeven en zo de verantwoording draagt voor de eerste doden die in deze Intifada, door deze provocatie, gevallen zijn.

Volksopstand

De bekende vredesactiviste en woordvoerster van de Palestijnse groep onderhandelaars, Hanan Ashwari, zei in een interview, dat door de BBC werd uitgezonden ook dat het niet mogelijk is een volksopstand door een bevel te laten ophouden. Noch Arafat noch een andere leider zou een bevel kunnen uitvaardigen om de opstand te laten stoppen, zoals de wereldwijde propaganda-machinerie van de Israëlische heersers dag in dag uit beweert. Een wapenstilstand gaat pas in, op het moment, dat Israël zijn troepen uit de nog bezette Palestijnse gebieden terugtrekt. "Wij plegen geen schermutselingen met een gelijke partner, maar wij voeren een strijd voor onze nationale bevrijding van het Isralische bezettingsjuk, tegen een door de VS gesteunde militaire macht die zijns gelijke niet kent in het Midden-Oosten."

Het is nu al traditie dat Israëlische regeringskringen zich niets aantrekken van de veroordeling - die door de algemene vergadering van de VN aangenomen is - van het gebruik van militair geweld tegen de Palestijnen. Net zo onverschillig staan ze tegenover de debatten en besluiten van de speciale zitting van de Arabische landen in Cairo. Er wordt veel gepubliceerd over de scherpe woorden over de oorlog, die Israël voert, tijdens de discussies, maar over het roepen vanuit Cairo om met nieuwe vredesonderhandelingen te beginnen horen we niets.

Barak schuift op naar rechts

Gezien de situatie, maar vooral om het uitbreiden van zijn regeringscoalitie naar rechts mogelijk te maken, heeft Ehud Barak nu een tijdelijke onderbreking van het toch al afgebroken vredesproces aangekondigd. Tevens dreigde hij onomwonden, dat - als de Palestijnse opstand niet onmiddellijk ophoudt - Israël zijn gehele militaire macht zou inzetten om er een einde aan te maken en 'rust en orde' te herstellen. De vraag, of hij met rust en orde doodse stilte bedoelde, na bloedbaden en herovering van de reeds onder Palestijns bestuur staande steden met behulp van parate pantservoertuigen, artillerie en gevechtshelikopters, wilde hij niet beantwoorden. De meerderheid van het kabinet stemde tegen het voorstel van Barak voor het onderbreken van de onderhandelingen met de Palestijnen en had zeer scherpe kritiek op de aankondiging ervan, voordat hij er met het kabinet over had gesproken. Zijn idee voor een pauze in de onderhandelingen had als resultaat, dat de leider van de oppositie, de beruchte oorlogsfanaat Ariel Sharon, nu instemde met een 'regering onder noodtoestand', indien Barak bereid zou zijn het basisprogram van de regering ook in die zin te wijzigen.

Zaterdagavond (21 oktober) schoolde voor de woning van Barak, de regeringsleider, in Jeruzalem, een menigte samen van duizenden rechts-radicale kolonisten, die allemaal vanuit de kolonisten-nederzettingen in het West-Jordaanse gebied aangevoerd waren. Zij eisten van Barak, dat hij de onderhandelingen met Arafat, door hen 'terroristenleider en jodenmoordenaar' genoemd, niet alleen tijdelijk, maar definitief zou beëindigen. Ook eisten zij de "bevrijding" van de deels al aan "de vijanden van Israël" en aan "vreemden" gegeven gebieden van Groot-Eretz-Israël.

Indrukwekkende demonstratie

Op hetzelfde tijdstip trok een indrukwekkende demonstratie van Joden en Arabieren van het Chadash Front, dat samenwerkt met de Communistische Partij van Israël, door de straten van de door Palestijnse burgers bewoonde wijk, Wadi Nisnas, van Haïfa en sloot zich aan bij de massademonstratie vanuit het hoofdkwartier van de gezamenlijke vredesbewegingen. De verzameling vredesactivisten voor het stadhuis groeide uit tot een menigte van vele duizenden, waar de samenscholing van tegenstanders van de vrede in Jeruzalem niet aan kon tippen. De leuzen hier waren "Stop het bloedvergieten", "Weg uit de bezette gebieden", "Weg met de nederzettingen die de vrede dwarsbomen", "Geen oorlogscoalitie met Sharon en Likoet", "Vrede op grond van respect voor de rechten van Palestina", "Twee staten voor twee volken - Israël en Palestina", "Jeruzalem - een stad met twee hoofdsteden" en dergelijke. De betoging werd geopend door Amram Mitzna, de burgemeester van Haïfa. Ook de bekende voorvechtster van burgerrechten, Shulamit Aloni, voerde het woord, de voorzitter van het comité van toezicht van de Arabisch-Palestijnse minderheid had een boodschap, en nog vele anderen.

Vertaling uit het Duits door Toos Plug