'Met de strop om de nek'Julius Fucik uit de Gestapo-kerkersDoor Annabelle Schouten"Iemand noemde de 'huisgevangenis' in het Petscheck Paleis 'de bioscoop'. En inderdaad. Alle filmstudio's in de wereld hebben niet zoveel films gedraaid als hier geprojecteerd zijn door de ogen van gevangenen, die wachten op een nieuw kruisverhoor, op marteling of dood. Films vol angst en vastberadenheid, haat en liefde, ongerustheid en hoop. Met zijn rug gekeerd naar het leven, sterft iedereen hier dagelijks voor zijn eigen ogen.""Ik heb mijn eigen film hier honderden keren gezien. Voor één keer zal ik proberen mijn verhaal te vertellen. Als de strop rond mijn nek wordt aangetrokken, voordat ik het af heb, zijn er miljoenen anderen na mij die het 'happy end' ervan zullen schrijven." Dit schreef Julius Fucik, een communistische journalist tijdens zijn gevangenschap in Pankrac, Tsjechoslowakije, in het voorjaar van 1943. Zijn verhaal 'Met de strop om de nek' straalt een onverschrokken kracht uit temidden van de verschrikkingen van het fascisme. Julius Fucik geboren op 23 februari 1903 in Praag werd op 18-jarige leeftijd lid van de Communistische Partij van Tsjechoslowakije. Tijdens zijn studie aan de faculteit Filosofie begon hij samen te werken met communistische en andere progressieve kranten en tijdschriften. De censuur verergerde echter en hij liep steeds vaker het risico opgepakt te worden door de bourgeoisie. In de dertiger jaren vertrok hij naar de Sovjet-Unie, waar hij als correspondent voor 'Rude Právo' schreef. Ondertussen lag het gevaar van de Duitse fascistische expansie richting het oosten steeds meer op de loer. Het burgerlijke bewind maakte zich daar niet bepaald druk om. Bij terugkomst riep Julius Fucik dan ook op tot strijd voor het behoud van de nationale vrijheid. Na de uitlevering van Tsjechoslowakije aan de nazi's op de Conferentie van München moest de communistische partij ondergronds verder. Omdat het eerste illegale Centraal Comité al gauw ten prooi viel aan de Gestapo, vervolgde Julius Fucik de vrijheidsstrijd bij het tweede Comité, waar hij zich bezighield met de pers en verzetsactiviteiten van de Tsjechische intellectuelen organiseerde. Door verraad belandde de arbeidersjournalist in 1942 in de Pankrac gevangenis, een ware hel. Julius Fucik liet niets los over zijn kameraden en de partij, ondanks de martelingen en de vernederingen, die hij heeft moeten doorstaan. Tussen de vier muren van zijn cel begon hij een jaar na zijn arrestatie in het geheim aan zijn indringende en emotionele verslag met de constante dreiging van executie op de achtergrond. Gedreven door zijn verankerde geloof in een betere toekomst en de revolutie was hij niet klein te krijgen. Ook niet, toen een schijntribunaal van de nazi's hem veroordeelde tot de doodstraf. "Kijk, mijn toneelstuk nadert ook zijn einde. Dat is iets wat ik nog niet heb geschreven. Dat is iets wat ik nog niet weet. Het is niet langer een toneelstuk. Het is het leven. En in het leven zijn er geen toeschouwers. Het gordijn gaat op. Mensen, ik heb van jullie gehouden. Wees op jullie hoede!" Zijn laatste geschreven woorden op 6 september 1943. Twee dagen later werd hij geëxecuteerd. Sindsdien geldt die datum als de Internationale Dag van Solidariteit met Journalisten. Julius Fucik is niet dood, maar leeft, evenals Hannie Schaft, bij vele mensen nog voort. Het boek 'Met de strop om de nek' verspreidt zijn boodschap wereldwijd in 88 talen. Helaas nog altijd actueel; nooit meer fascisme!
'Met de strop om de nek' is te bestellen via de NCPN-jongeren: manifest@ziggo.nl |