Hoeveel doden nog na Volendam en Enschede?

Zolang winst voor welzijn gaat

Door Jan Cleton

Niet alles valt te voorkomen, ook menselijke fouten met soms desastreuze gevolgen worden gemaakt. Maar als die fouten bewust worden gemaakt, onder het motto 'het zal wel goed gaan', omdat de winsten belangrijker geacht worden dan de risico's, kunnen we spreken van misdadig gedrag. In Volendam zijn er voorafgaande aan de ramp, die iedereen schokte, meerdere onvergeeflijke en ernstige fouten gemaakt, die vooral toe te schrijven zijn aan het Nederlandse economische klimaat dat de ondernemer en zijn winsthonger bevoorrecht boven veiligheid, gezondheid en welzijn van de bevolking. De overheden gedragen zich in de praktijk als slippendragers van de ondernemers.

Er bestaat een klimaat van openlijke en oogluikende steun aan de belanghebbende ondernemers, waardoor controle op vergunningen in de praktijk een wassen neus blijkt te zijn. Volgens de directeur van het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra) kunnen de gemeentelijke maatregelen in Volendam nog als positief worden bestempeld. Elders wordt er nog veel nonchalanter met vergunningen en de controle erop omgesprongen. Dat wordt bevestigd door de Haagsche brandweercommandant R. Brons, die verklaart dat "horeca-ondernemers vaak te weinig letten op de brandveiligheid van hun zaken."

In ieder geval heeft de Volendamse burgemeester IJsselmuiden beter dan Mans van Enschede begrepen dat aan de ramp politieke consequenties moeten worden verbonden.

Niet in de laatste plaats speelt een grote rol het afbreken van de noodzakelijke openbare (controle-)diensten. De neoliberale politiek van privatiseringen, deregulering, decentralisatie en commercialisering leidt tot steeds zwakkere openbare diensten. Steeds meer lagere overheden en ambtenaren verschuilen zich achter gebrek aan mankracht en dus aan controlemogelijkheden.

Schuldbepaling

Justitie verdenkt eigenaar J. Veerman van het café van dood door schuld en onderzoekt nog of er sprake is van brand door schuld met dodelijk gevolg, waar een hogere straf op staat. Veerman wist dat zijn pand niet brandveilig was. Bovendien negeerde hij een waarschuwing van de gemeente over het gebruik van kerstversiering. De gemeente waarschuwde regelmatig en al langer, maar van strenge controle of sluiting van het pand was kennelijk geen sprake. Zelf zegt Veerman het al 27 jaar zo te doen en spreekt van "goed overleg met de brandweer", "bouwaanvragen die bij de gemeente liggen" en beweert hij dat "niemand tegen mij heeft gezegd dat ik niet open mocht, nooit." Dat patroon past in het Nederlandse beeld van gedienstigheid van de overheid aan de snelle jongens van het grote geld. En dat is Veerman, die een zakenimperium in Volendam opbouwde. Zo iemand pak je maar niet zomaar aan. Dat duizenden minderjarige kinderen elke keer weer in honderden horecagelegenheden grote risico's lopen komt op de tweede plaats. Veerman zal het misschien niet kwaad bedoeld hebben, hij is bovendien een man uit het vak en liep zelf ook risico's. Maar dat is juist het probleem. Veel ondernemers menen het allemaal niet zo kwaad, maar kom niet aan hun winsten! Juist daarom moet er een sterk onafhankelijk openbaar controle-apparaat bestaan, dat ook daadwerkelijk optreedt als er sprake is van gevaarlijke omstandigheden. En dat staat haaks op de bewering van de 'overmatige regelgeving' waar de ondernemers steeds over klagen.

Maar dat was echt niet het enige, mijnheer de officier! In 'Het Hemeltje' waren veel te veel personen aanwezig. In het bewuste café van de ramp, is de 'Wir War' de toegangspoort tot het geheel. Er worden daar zoveel kaarten verkocht, als er personen in het gehele pand toegelaten zijn. Wat de gasten doen, als ze eenmaal binnen zijn, daar bemoeit niemand zich meer mee, veilig of niet.

Dus soms is zomaar 'De Blokhut' bijna leeg en zit iedereen opgepropt in 'Het Hemeltje'. De nooddeur was niet op slot, maar degenen die deze deur konden vinden en er gebruik van maakten moesten een sprong van zes meter in de onzekere diepte maken, een bouwopslag. De rest moest over de 'normale' smalle trap naar beneden. De balans is nu tien doden en 184 gewonden. Hoeveel mensen verbleven er dan wel niet in die kleine ruimte van 'Het Hemeltje'? Was de ambtenaar die de vergunning voor de verbouwing verleende niet op de hoogte van deze verwijderde brandtrap, zijn er instructies om het bedrijfsleven niet 'teveel te dwarsbomen' of was er een ouwe-jongens-onder-elkaar-sfeer ontstaan, waardoor (verkapte) corruptie ontstaat? Veerman gaat immers door voor een toffe bink.

Dit pand had nooit op een dergelijke manier gebruikt mogen worden, moet de conclusie zijn van ieder weldenkend mens! De regelgeving en de controle op het geheel schoot dus aantoonbaar tekort.

Opvang gewonden

Ook de opvang van gewonden in de Nederlandse samenleving wordt door dit soort 'calamiteiten' blootgelegd. De meeste inwoners van dit land laten zich nog verblinden door de kwaliteit van de zorg, alhoewel zij steeds meer mopperen over de kwantiteit. Als er al wachtlijsten zijn voor de meest voorkomende zorg, hoe kunnen calamiteiten dan nog opgevangen worden? Dit 'toch nog beperkte' geval bracht duidelijk aan het licht dat er in geval van grotere rampen - denk bijvoorbeeld aan mogelijke calamiteiten in verband met de chloortreinen - veel mensen onnodig zullen sterven. Risico's die willens en wetens genomen worden, omdat dit anders ten koste zou gaan van de winst.

Wat het vervolg zal zijn

Hoe de afwikkeling van deze ramp zal verlopen, kan men zien aan de afwikkeling van de vuurwerkramp in Enschede. Hoofdrolspelers zullen ook in dit geval zichzelf vrijpleitende ambtenaren en de verzekeringsmaatschappijen zijn. Winst als tegenhanger van welzijn zal nergens ter sprake komen.

Vele van de 184 gewonden zullen na de eerste hulp een onzekere financiële toekomst tegemoet gaan. Als er al een girohulpnummer geopend wordt, zullen de verzekeringsmaatschappijen daar ook weer de vruchten van trachten te plukken. Over het geheel zal het ook nu zijn: de schade zoveel mogelijk beperken; de aanwezige mogelijkheden voor winstverhoging uitbuiten en dan over tot de orde van de dag. Wie denkt er over een half jaar nog aan de slachtoffers? Slachtoffers die dan, als ze het al overleven, na alle (media-)aandacht, op zichzelf en hun directe omgeving aangewezen zijn. Misschien hebben zij het geluk dat ze uit een hechte gemeenschap voortkomen. Van de commercieel gerichte rest van de samenleving, hebben zij weinig meer te verwachten.

Geluk bij een ongeluk

Deel van impressie van Toos Plug

"...de jongelui gingen naar Volendam om te 'verzamelen'; daarna gingen ze met z'n allen de jaarwisseling vieren in Wir War en Het Hemeltje. Ze waren er ook, toen de brand uitbrak. Het hele stel is er goed uitgekomen. Omdat ze onder meer 'spijkergoed' (100% katoen) droegen, ondanks de huidige trend van glitterkleding, die erg gemakkelijk in de fik vliegt. Mijn man heeft drie decennia 'in de muziek' gezeten, hij kent de horeca van binnen en van buiten. Mijn zoon heeft een hele rits (oud-)klanten in de horeca. Ook hij kent de horeca, en ook die van Volendam: "Er gaan veel makke schapen in een hok", is een geestesinstelling, die je veel tegenkomt. De meeste zaken vragen, vooral op 'feestdagen' rustig 25 gulden entree. Daar krijg je dan wel eens '2 gelaggies' voor. Maar dan gaat natuurlijk na het bezoek van de brandweer elke branddeur (nooduitgang) op slot, anders laten leperds hun vriendjes zonder betalen door die nooddeur binnen. En de 'uitbater' ontbeert dan een hele zooi entreegelden."