Kikkers met negen poten, Golfoorlogsyndroom en Tsjernobyl-onderzoekOok lage straling is gevaarlijkDoor dr. Rosalie Bertell (*)
Manifest plaatst in twee delen een gedeelte van hoofdstuk 19 uit het boek 'Metal of dishonor'. Dr. Rosalie Bertell beschrijft daarin een reeks eigen ervaringen, waarvan we alleen de conclusies vermelden en gaat verder in op studies over de gevolgen van de Golfoorlog en de kernexplosie in Tsjernobyl. Daarbij gaat zij uitgebreid in op het gebruik en de gevolgen van verarmd uranium. In de media wordt het tegendeel breed uitgedragen, maar ook een lage dosis straling is gevaarlijk. Vandaag het slot. Omdat de nucleaire industrie altijd heeft volgehouden dat de effecten van blootstelling aan lage doses straling zo klein zijn dat het onmogelijk is om ze te bestuderen, stelde zij voor om de effecten die werden waargenomen bij hoge doses straling te gebruiken om de berekening van de effecten van lage stralingsdoses uit af te leiden. Daarbij gebruikte zij een rechte lijn van hoge straling naar nul (geen dosis = geen effect), samen met 'correctiefactoren' voor straling van een lage dosis met langzame afgiftesnelheid. Deze 'correctie' is bedoeld om het aantal geschatte fatale kankergevallen - berekend door D.L. Preston, toenmalig directeur van de Radiation Effects Research Foundation in Hiroshima, die gebruikmaakte van de nieuwe dosimetrie, van 17 doden per miljoen mensen per rad straling (rad = eenheid van stralingsdosis, nvdr) - terug te brengen tot vijf doden per miljoen mensen per rad straling. Het is duidelijk dat voor een volwassen gezonde man de geschatte relatie tussen dosis en reactie ongeveer 20 fatale kankergevallen per miljoen mensen per rad zou zijn. De officiële schatting, gebruikt door nucleaire regulateurs, is vier fatale kankergevallen voor arbeiders (of militair personeel) en vijf fatale kankergevallen voor leden van de bevolking, die bloot hebben gestaan aan één rad straling, op een miljoen mensen. (Eén rad is ongeveer de stralingsdosis die ontstaat bij een grote diagnostische medische röntgenbestraling). Hoe het ook zij, ook al staan wij sterk om de 'officiële' schattingen van de schade met een factor vier te vermenigvuldigen, daarmee wordt nog niet ingegaan op de niet dodelijke kankergevallen, verzwakte immuunsystemen, plaatselijke weefselschade (in het bijzonder aan luchtwegen, spijsverteringskanaal en urinewegen), huidbeschadiging en vruchtbaarheidsproblemen. Straling kan hersenbeschadiging veroorzaken, de stamcellen beschadigen die bloed produceren en, als het radioactieve materiaal is vervat in zwaar metaal (uranium), kan het worden opgeslagen in de botten en dan de omliggende lichaamsorganen en zenuwen bestralen. Gevolgen van TsjernobylGedetailleerde onderzoeken naar de relatie dosis - reactie bij straling met lage dosis en langzame afgiftesnelheid:Dr. E.B. Burlakova heeft mij een exemplaar bezorgd van het boek 'Gevolgen van de Tsjernobyl Catastrofe: Menselijke Gezondheid', waarvan zij de redacteur is. In een hoofdstuk van dit boek publiceren dr. Burlakova en 14 andere wetenschappers hun bevindingen uit onderzoek bij dieren en mensen met betrekking tot de effecten van een lage dosis met langzame afgiftesnelheid bij blootstelling aan ioniserende straling. Zij hebben nauwkeurig de (een negental, nvdr) biologische verschijnselen onderzocht, in situaties van blootstelling aan ioniserende straling. "Voor alle parameters werd een tweetrapsdosis - reactie-afhankelijkheid ontdekt, d.w.z. de reactie nam toe bij een lage dosis, bereikte een [lage dosis] maximum, nam dan af (in een aantal gevallen veranderde het symptoom van de reactie in een tegenovergesteld, of 'voordelig' effect) en nam weer toe als de dosis werd opgevoerd" (Burlakova, pag. 118). Dr. Burlakova veronderstelde daarbij dat bij de laagst gebruikte experimentele dosis in dit onderzoek, het herstelmechanisme van de cellen niet in gang werd gezet. Het mechanisme werd geactiveerd op het punt van het lage-dosis-maximum, met een 'voordelig' effect, totdat dit effect teniet werd gedaan doordat de beschadiging weer toenam bij een toename van de dosis. Dit zou heel goed het geval kunnen zijn. Hoe dan ook, de onverwachte effecten van blootstelling aan een lage dosis ioniserende straling met een langzame afgiftesnelheid kan ook toegeschreven worden aan biologische mechanismen, anders dan de hypothese van directe beschadiging van het DNA, die over het algemeen wordt gebruikt door stralingsnatuurkundigen. Deze bijkomende mechanismen zijn kenmerkend voor de omstandigheden bij een lage dosis met langzame afgiftesnelheid. Drie van dergelijke bijkomende mechanismen zijn geobserveerd door wetenschappers: het Petkau-effect, monocyte (soort wit bloedlichaampje) verarming en vervormde rode bloedcellen.
Dr. Petkau ontdekte dat bij 26 rad per minuut (dosis met snelle afgiftesnelheid) een totale dosis van 3.500 rad nodig was om celmembranen te vernietigen. Terwijl bij 0,001 rad per minuut (dosis met langzame afgiftesnelheid) slechts 0,7 rad nodig was om celmembranen te vernietigen. Het mechanisme dat optreedt bij langzame afgiftesnelheid is de productie van vrije radicalen zuurstof (O2 met een negatieve elektrische lading) bij het ioniserende effect van de straling. De spaarzaam verspreide vrije radicalen die ontstaan bij een langzame stralingsdosis hebben een grotere kans om de celwanden te bereiken en daarmee een reactie aan te gaan dan de opeengepakte hoeveelheid vrije radicalen die worden geproduceerd bij een snelle stralingsdosis. Deze laatsten verbinden zich snel met elkaar. Bovendien trekt de geringe elektrische lading van de celmembraan de vrije radicalen aan in het vroege stadium van de reactie (bij lage totale stralingsdosis). Computerberekeningen hebben getoond dat die aantrekking afneemt bij grotere concentraties van vrije radicalen. De traditionele stralingsbiologen hebben alleen testen gedaan met reacties bij hoge doses, en keken naar directe schade aan de celmembraan door de straling.
Als, bijvoorbeeld, stamcellen in het beenmerg worden vernietigd en daarbij de totale hoeveelheid wit bloed vermindert met 400 cellen per microliter, ten gevolge van de langzame bestraling door radionucliden opgeslagen in het bot, zou dit een vermindering betekenen van slechts vijf procent van het totaal aantal witte cellen, een onbeduidende hoeveelheid. Als de gehele vermindering alleen neutrophils betrof, zou dit een reductie betekenen van slechts 9,3 procent, de totale hoeveelheid bloed zou binnen de normale marges vallen. Het aantal lymfocyten zou zich ook nog binnen de normale marges bevinden, ook al namen zij af met 400 cellen per microliter, ofwel 14,8 procent. Echter, er zou dan sprake zijn van een vermindering van de monocyten met 80 procent. Daarom is het bij lage doses straling belangrijker om de monocyten te observeren, dan te wachten op een effect op de lymfocyten of neutrophils, zoals nu meestal wordt gedaan. De effecten van een grote afname van het aantal monocyten zijn:
In de officiële benadering van radiobiologie wordt alleen directe schade aan het DNA erkend als 'van belang' en alleen hoge dosis/snelle stralingssnelheid-experimenten of -observaties zijn geaccepteerd voor gebruik bij het bepalen van het dosis - reactie niveau. Zoals reeds eerder opgemerkt, het wordt algemeen aangenomen dat effecten van lage dosis met langzame stralingssnelheid niet bestudeerd kunnen worden, maar afgeleid moeten worden van de officieel geaccepteerde onderzoeken bij hoge dosis met snelle stralingssnelheid. Deze benadering is verworpen door het werk van Dr. Burlakova en de andere onderzoeken, hierna opgesomd. Een theorie baseren op beweringen dat het onmogelijk is om de verschijnselen te onderzoeken is absoluut een vreemde manier van wetenschap bedrijven! Nu is duidelijk bewezen dat deze mythe onbezonnen en misdadig onachtzaam is. Helaas waren de Desert-Storm-veteranen slachtoffers van een van de recente militaire experimenten met mensen. De volkeren van Irak en Koeweit waren ook slachtoffers van dit misleidende experiment. Ik vind dat de onverschilligheid verwerpelijk en misdadig is. Referenties
Uit: 'Metal of Dishonor, hoe het Pentagon soldaten en burgers bestraalt met verarmd uranium-wapens'. Samenstelling en redactie: John Catalinotto en Sara Flounders. Vertaling J. Bernaven. |