De rovers van de Gouden Eeuw
En hij kwam terug met slechts één schip en 45 man...
Door Rinze Visser
De taal is een belangrijk middel van communicatie tussen de mensen. Deze vaststelling is niet meer dan een open deur. Echter, dat de taal óók een belangrijk middel is tot éénrichtingsverkeer in de communicatie, van propaganda, en dat de taal veel van de mentaliteit en klassengebondenheid van de gebruikers kan verraden wordt minder algemeen als vaststaand aangenomen.
Geen grenzen
De admiraals, de gouverneurs, het waren uiteraard 'eerzame burgers', wat toch zeker werd bewezen door hun bezit van slaven en hun jacht op eerbewijzen... Zoals gezegd, aan voorbeelden van zichzelf tegenspreken geen gebrek. Zo kan het gebeuren dat binnen een paar centimeter tekst de bevolking van Formosa (het huidige Taiwan) zich door de uit Nederland aangevoerde predikanten "zonder weerstand tot het calvinisme liet bekeren" en dat de activiteit van deze koloniale geloofsridders zich beperkte tot de kring van de op het eiland aanwezige Nederlanders. Van de schrijver moeten we wel bedenken dat de dienaren gods in de Oost belangrijk werk verrichtten op terreinen van taalkunde, historie en biologie.
De prijs van een slaaf
In deze zeventiende pracht-eeuw kende de ondernemingslust van de Nederlanders geen grenzen, niet in de letterlijke zin van het woord, maar ook niet in de zin van hulpvaardigheid. Zó moeten we dat van onze geschiedkundigen geloven. Gezegend met zo'n humane mentaliteit kon men zeker niet het beroep dat de Spanjaarden op hen deden, om hen slaven te leveren voor de Spaanse Amerikaanse koloniën, weigeren. Zo reisde ook onze onvolprezen De Ruyter naar de Goudkust voor het innemen van scheepsladingen mensen.
Zo bezette in 1637 Johan Maurits (nog steeds een bekende naam) het Portugese kantoor Sao George del Mina om zijn Braziliaanse plantage van werkkrachten te voorzien. We kunnen hier gevoeglijk aannemen dat deze werkkrachten geen goedbetaalde werknemers met recht op vakantie en vakantietoeslag waren... Zonder ook maar één blijk van morele verontwaardiging wordt gemeld dat op een gegeven moment de Nederlanders jaarlijks 15.000 slaven konden kopen, voor 30 gulden per stuk en dat deze in Amerika weer verkocht kon-
den worden voor 300 à 500 gulden! Alsof het ging om handel in specerijen, wordt droogjes gemeld: "Ten dele om voor deze koopwaar een vrije verkoopplaats te hebben, trachtte men, na het verlies van Brazilië, Suriname te verkrijgen".
De republiek van de mensenrechten...
Na een korte uiteenzetting dat deze mensenhandel ook z'n schaduwkanten kende (noem mij dan de zonzijde ervan!) en waarbij de mensensterfte onderweg als zo'n schaduwkant genoemd wordt niet uit afschuw van menselijk lijden of mededogen, maar vanwege het financieel verlies - moeten we geloven dat de Nederlandse slavenhandelaren 'rechtschapen' lieden waren. En wat we ook moeten geloven is dat de slaven uit Afrika er eigenlijk nog blij mee moesten zijn dat er ergens op de wereld nog een landje als Nederland bestond. Want, - godsgeschenk - in Nederland was slavernij bij wet verboden..! En, lezer die wellicht niet het genot heeft gehad van het lezen van dit Prisma-boek, om u te laten zien dat wij nog steeds trots moeten zijn op de voorlopers van de afschaffers van sociale rechten en voorzieningen van de arbeidersbevolking (in het boekje soms 'het grauw' genoemd), laat ik hier nog even de schrijver aan het woord: "Dat was de kans van de Voorzienigheid voor de negers. Als ooit één van hen, hoe dan ook, voet op Nederlandse bodem zette, was hij door dit feit zelf al vrij, en verloor zijn meester alle recht tot terugkoop. Het kwam niet zelden voor in de grote Hollandse steden dat men onder het huispersoneel van welgestelde families dergelijke vrijgeworden slaven tegenkwam".
De vraag van een kind
Dus mensen, als in de zeventiende eeuw, na een onvrijwillige tocht, na achterlating van vele dierbaren, van Afrika naar Amerika, op een Nederlands schip, na jarenlang onbetaald zwoegen op een plantage, een slaaf genoeg gespaard zou hebben voor een overtocht naar Nederland, dan was hij vrij...! Het mag dan ook veel slaven worden aangerekend dat zij niet dankbaar gebruik hebben gemaakt van deze generositeit van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden... Lezers, zoudt u zich kunnen voorstellen dat een kind tijdens geschiedenisles op school de volgende vraag stelt: als die Nederlandse mensen toen zo rechtschapen waren en de Nederlandse wet het houden van slaven op Nederlandse bodem verbood, was het dan niet logisch geweest als de Nederlandse vrachtvaarders die als slaven gevangengenomen MENSEN direct naar Nederland hadden afgevoerd?
Vervalsers van de geschiedenis, meelopers en goedpraters van deze vervalsers, wat is daarop uw antwoord? (slot)