Politieke provocateurs in monnikspij

Door Dirk Nimmegeers (*)

Falun Gong is nog steeds in het nieuws. Begin dit jaar ondernamen enkele leden een collectieve zelfmoordpoging door verbranding op het Tien-An-menplein. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken eist op hoge toon dat de Chinese regering Falun Gong laat begaan, maar Netelenbos komt voor het NS-conflict niet eerder terug uit China. Je kunt niet om de immense Chinese markt heen, maar het is toch beter dat het Chinese socialisme verdwijnt, denkt men in het Westen. Falung Gong als breekijzer.

De VS hebben in de Verenigde Naties een motie ingediend om China te veroordelen voor 'zijn vervolging van Falun Gong-aanhangers'. De leider van de sekte staat zelfs op de nominatie voor de Nobelprijs van de Vrede. Er zijn er die zich afvragen of het niet beter is deze beweging gewoon met rust te laten of ze minder hard aan te pakken. Als je in onze kranten foto's van Falun Gong-bijeenkomsten ziet, zou je misschien denken: 'wereldvreemde maar onschadelijke yoga-aanhangers...'

Sinds 1992 predikt Li Hongzhi de leer van Falun Gong. Dit is een originele mix samengesteld uit flarden oosterse filosofie, meditatie en gymnastiek. De therapieën en de boeken van Li en zijn assistenten hebben in een hoog tempo een fortuin opgebracht. Dit liet de 'meester' toe om in China een landelijk netwerk, voorzien van internet en fax, te organiseren en zelf naar de VS te emigreren. De meeste Falun Gong-kaders zijn in China gebleven en passen er gedisciplineerd de richtlijnen van hun leider toe. Missionarissen trokken naar Canada, Australië, de VS, Frankrijk, de Benelux enz... om er scholen en kantoren op te richten.

Enkele van hun stellingen: 'ziekte is vaak het gevolg van misstappen uit een vorig leven', 'met onze leer verdwijnen fysieke klachten en bereik je innerlijke vrede', en intrigerender: 'de wereld is door de politici aan de rand van de afgrond gebracht, alleen Falun Gong kan ons nog redden'. Onder de volgelingen vielen er vele slachtoffers: zieken die niet meer naar de dokter gingen, mensen die geobsedeerd en depressief werden, soms zelfmoord pleegden. Officiële statistieken spreken over meer dan 1600 doden als gevolg van de Falun Gong-waan. Xinhua, het officiële persbureau publiceerde op 5 april jl. een casestudy over gezinnen die het slachtoffer waren van Li Hongzhi. (1)

In 1999 was de kritiek op de beweging sterk toegenomen. Journalisten, wetenschappers en dokters wezen op het onwetenschappelijk en gevaarlijke karakter van de leer.

Een ding viel meteen op. De goeroes van Falun Gong reageerden op de waarschuwingen van hun critici niet met de ingetogenheid die je van 'wijzen' zou mogen verwachten. Integendeel: ze organiseerden opstootjes, omsingelingen van redactiekantoren en universiteitsgebouwen. De critici van Falun Gong ontvingen dreigbrieven. De meest spectaculaire van die acties vond plaats op 25 april 1999. Tienduizend betogers bezetten op die dag in Beijing dertien uur lang de wijk Zhonghangnai waar de partij- en regeringskaders hun kantoren en woningen hebben (stel je ter vergelijking een omsingeling van Soestdijk voor, hoe zouden de M.E. en vervolgens Kok reageren, denk je?).

Omwille van het gevaar voor de volksgezondheid en voor de openbare orde verbood de Chinese regering enkele weken later de organisatie die zij als een sekte definieerde. De regering voelde zich gesteund door het toenemend aantal verzoeken hierom van Chinezen uit alle lagen van de bevolking. Slachtoffers van de sekte en verontruste artsen hadden dringend actie geëist. Het draagvlak in China zelf voor de maatregelen tegen Falun Gong is intussen alleen maar breder geworden. Na een aflevering van China's populairste tv-programma 'Focus' werd China Central Television bedolven onder de sympathiebetuigingen voor de regeringspolitiek tegen de sekte. In de uitzending werden enkele Falun Gong-aanhangers geïnterviewd. Naar hun naam gevraagd, antwoordden ze: 'ik ben god. Heeft god een naam? De naam van god is god, ik heb geen naam'. Een lid in de gevangenis weigerde geneeskundige zorg tegen haar gevaarlijke bloeddruk. Ze beweerde niets te vrezen 'want meester Li Hongzhi beschermde haar'. (2) Chinese media spraken over een anti-Falun Gong-petitie van een miljoen Chinezen.(3)

In maart jl. hebben onderzoekers, juristen, dokters en religieuze leiders in Hunan (Centraal-China) een NGO opgericht voor de bestrijding van de sekten.

Vanaf het begin legden de Chinese politieke leiders er de nadruk op dat het verbod niet geldt voor meditatie-, gymnastiek- en filosofiegroepen die zich aan de wet houden. Dat past in het (soms zelfs ongelooflijk) tolerante klimaat van het huidige China. Godsdienstvrijheid en de individuele vrijheid zijn groter dan ooit tevoren en nemen nog toe. Echt vredelievende stromingen zoals Tai Chi en Qigong zijn altijd met rust gelaten. Ze worden door het officiële China vaak met een open geest benaderd om het positieve dat ze wellicht kunnen bijdragen. De traditionele Chinese kruidengeneeskunde ontvangt zelfs al tientallen jaren lang staatssteun.

De ordehandhavers krijgen regelmatig te horen dat ze een duidelijk onderscheid moeten maken tussen de massa van misleide volgelingen, die niet worden vervolgd als zij het verbod niet overtreden, en de sekteleiders. Deze laatsten en hun spreekbuizen in het buitenland beweren dat er geen vrijheid van godsdienst is in China omdat ze geen openbare samenkomsten mogen organiseren. Maar Beijing heeft duidelijk gemaakt dat het niet van plan is iets te ondernemen tegen aanhangers die thuis, privé, nog Falun Gong-praktijken beoefenen. (4)

Tegen de diehards echter is er een krachtig optreden nodig, zeker als zij, zoals de afgelopen maanden, rellen organiseren om de buitenlandse pers een sensationeel verhaal te bezorgen.

Het wordt immers steeds duidelijker: Falun Gong is vooral een maatschappelijk en politiek gevaar.

Tijdens de grote provocatie van 25 april 1999 werd ook een onmiskenbaar politieke eis gesteld. Tot die dag was Falun Gong door de staat geregistreerd als een sportorganisatie. De bezetters eisten echter erkenning van hun organisatie als officiële religie. Alle officieel erkende godsdiensten hebben het wettelijk vastgelegd recht op een vertegenwoordiging in de Chinese People's Consultative Conference, een invloedrijk raadgevend orgaan van het parlement, dus toegang tot het hart van de Chinese politieke macht... (5)

Als het hen in de eerste plaats om innerlijke vrede te doen is, zou je mogen aannemen dat ook de leiders na het verbod van hun organisatie zich in zichzelf keren en binnenskamers hun meditatie voortzetten.

De leiding provoceert echter bewust: er zijn nog regelmatig ordeverstoringen met politieke doelwitten (meestal op het Tien-An-menplein), ze trekken buitenlandse steun aan (ook financieel). Ze mengen zich in het westerse koor dat weer het oude liedje zingt over de mensenrechten.

Falun Gong heeft bewezen de middelen en de organisatie te hebben voor een langdurige campagne.

De structuur zelf verraadt de politieke motivatie: naar het model van de Chinese communistische partij bestaat Falun Gong uit cellen, een ondergronds centraal comité, plaatselijke afdelingen in elke provincie en drie lagen van kaders die klaar staan om gearresteerde kaders te vervangen.(6) De Canadese inlichtingendienst noemt het 'een van de belangrijkste groepen, nationaal en zeer goed opgezet'. (7)

De beweging behoudt jammer genoeg nog een zekere verleidingskracht: arme mensen werden (en worden nog steeds) aangetrokken door de belofte van goedkope genezing, goedgelovige westerlingen (vaak met een hang naar oosterse filosofie) denken dat deze sekte onschuldig is. Het is precies wat de rechtsen binnen en buiten China nodig hebben om het land te kunnen destabiliseren in tijden van economische en sociale crisis (en dat die tijden nog kunnen komen is verre van denkbeeldig) onder het applaus van een misleide publieke opinie. Reden genoeg voor ons om de zijde te kiezen van de Chinese regering bij haar maatregelen tegen deze politieke relschoppers in monnikspij.

(*) Dirk Nimmegeers is medewerker van China Vandaag, het blad van de Vereniging België-China.

Noten:

  1. "http://www.xinhua.org/english/ztbd/jpflg/index.htm"
  2. Asia Times ("http://www.atimes.com") van 27, 30 en 31 januari 2001, serie over Falung Gong door F.Sisci, bekend journalist, o.a. van La Stampa, gestationeerd in Beijing.
  3. De People's Daily van 22 januari meldt een anti-Falun Gong-petitie in de kustprovincie Fujian die al door 1 miljoen ondertekenaars is onderschreven. China Daily 0n line heeft een uitstekende webpagina met tientallen artikelen over Falun Gong, boordevol informatie die je hier nooit te horen krijgt ("http://www.chinadaily.comcn/falun/news.html").
  4. ibedim F. Sisci
  5. ibedim F. Sisci
  6. ibedim F. Sisci
  7. SCRS ("http://www.csis-scrs.gc.ca") de Canadese inlichtingendienst: Risques de troubles en République Populaire de Chine à moyen terme (2001-2006), Commentaire no. 79, p.5.