Gedicht
Henricus Azewijn
Bezinning
Wij plukken de vruchten van jaren
als kleinburgers ons voor gek verklaren
in het kader van brood en spelen
met 'onze jongens' de buit verdelen.
De bourgeoisie komt niet tot bedaren.
Ofschoon rampen tot bezinning manen
zelfs hen die zich onsterfelijk wanen
in de eeuwige jeugd van een chirurg
of een goeroe of een wereldvreemde demiurg
die opereert op de wegen die anderen zich banen:
stilte legt opeens een boetekleed
zijn vrienden dood voor je 't weet
ondanks het geschreeuw en het getier
op de etalages van veel te veel, verloren papier
waardoor je je dood steeds weer vergeet!
Ambtenaren treden aan... op... af....
bij de scheiding van koren en kaf
op het slagveld, waar iedereen z'n graantje pikt
als men niet, zonder pleisters, zijn wonden likt
de doden telt in zijn duizenddodengraf...
Je zou bijna vergeten dat het kapitaal
moordt en doodslaat op grote schaal
door ontelbare, trouwe dienaren
die neurotisch de winsten vergaren
die nodig zijn in zijn sprookjes en dagelijks verhaal.