In april 2000, op een topontmoeting van ontwikkelingslanden in Havanna, zei de Cubaanse president Fidel Castro: "Nooit eerder beschikte de mensheid over zulke formidabele wetenschappelijke mogelijkheden, over zo'n buitengewone capaciteit om rijkdom en welzijn te creëren. Maar tegelijkertijd was er nog nooit zo'n ongelijkheid in de wereld. De technologische wonderen, die onze wereld zoveel kleiner gemaakt hebben op het punt van afstanden en communicatie, gaan hand in hand met een enorme en steeds groter wordende kloof tussen rijkdom en armoede, tussen ontwikkeling en onderontwikkeling. De globalisering is een objectieve realiteit die duidelijk maakt dat wij passagiers zijn op eenzelfde schip: deze planeet die wij samen bewonen. Maar de passagiers van dit schip reizen in wel zeer ongelijke omstandigheden."
Allereerst moeten de socialistische landen ideologisch weerstand bieden. Ze moeten voortdurend aantonen dat het kapitalisme de problemen van de mensheid niet kan oplossen en ze moeten duidelijk maken dat het socialisme het enige maatschappijmodel is dat tegemoetkomt aan de noden van alle mensen.
Daarnaast moeten ze van diezelfde overtuiging vertrekken om ook in de praktijk weerstand te bieden. Socialistische landen zoals Cuba kunnen de gevolgen van de neoliberale globalisering ontlopen door het volk te mobiliseren in de strijd tegen het Amerikaanse imperialisme. Dat is slechts mogelijk door een 'globalisering van de solidariteit'. In Cuba is solidariteit trouwens de noodzakelijke voorwaarde voor een succesvol functioneren van het land. Het Cubaanse volk is eengemaakt in de strijd, en daarom kunnen we ons blijvend verzetten en ons uniek sociaal project realiseren.
Maar onze solidariteit mag niet beperkt blijven tot onze nationale grenzen. Er moet een globalisering zijn van de solidariteit, als tegenkracht voor de kapitalistische globalisering. Die internationale solidariteit is onze manier om met de rest van de onderdrukte wereld om te gaan.
Cuba heeft belangrijke ontwikkelingen gerealiseerd op het vlak van technologie, cultuur, wetenschap, enzovoort. En het heeft die kennis altijd gedeeld met mensen die er gebrek aan hebben, waar ook ter wereld. Cubanen hebben niet veel, maar wat ze hebben, delen ze met anderen. Momenteel hebben we bijvoorbeeld dokters in Afrika en Latijns-Amerika. Met deze humanitaire solidariteit wil Cuba een voorbeeld zijn voor de rest van de wereld: strijd voeren en aantonen dat het socialisme het enige alternatief is voor het kapitalisme."
Cuba heeft dit al met succes aangetoond. In de jaren '90 van de vorige eeuw was iedereen ervan overtuigd dat het socialistische lied van Cuba weldra uitgezongen zou zijn. De hulp van de Sovjet-Unie was weggevallen en heel Latijns Amerika zuchtte onder de economische crisis. Maar tegen de hoop van de Amerikaanse imperialisten in slaagden de Cubanen erin hun enorme problemen te overwinnen en zelfs een economische groei te realiseren van vijf tot zes procent. Dat was niet het geval voor de andere Latijns Amerikaanse landen: ondanks - of juist door? - het opvolgen van de dictaten van neoliberale instellingen als de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zonken zij verder weg in het moeras. Cuba hield zich staande en dat zonder te raken aan de principes van gratis gezondheidszorg, onderwijs, enzovoort. Het heeft daarmee bewezen dat het socialistisch systeem uiterst efficiënt kan zijn en dat het tegemoetkomt aan de noden van zijn bevolking, en uiteindelijk van de hele mensheid."
Wereldbank: 'Cuba doet het goed'"Cuba heeft mooi werk geleverd inzake gezondheidszorg en onderwijs", zegt de voorzitter van de Wereldbank, James Wolfensohn. "Ik schaam me niet om dat toe te geven." In een recente publicatie van de Wereldbank met cijfers en statistieken over ontwikkeling in de wereld gaat socialistisch Cuba alle andere arme landen voor inzake gezondheidszorg en onderwijs.Bepaalde topmensen binnen de internationale instelling gaan zelfs zo ver om te zeggen dat andere ontwikkelingslanden een voorbeeld moeten nemen aan Cuba. Dat is op zijn minst opmerkelijk want het Caribische eiland doet net het omgekeerde van wat de Wereldbank de ontwikkelingslanden aanbeveelt. De Wereldbank stelt de vrije markt voor als dé oplossing voor de ontwikkelingsproblemen in de wereld. Maar Cuba is het levende bewijs van het tegendeel. "In zekere zin is Cuba bijna een anti-model", stelt Eric Swanson, coördinator van de Development Data Group van de Wereldbank, die het WDI-rapport opstelde. Cuba is samen met Noord-Korea (DVRK) het enige ontwikkelingsland dat nooit steun of advies heeft ontvangen van de Wereldbank sinds 1960. Het is zelfs geen lid van de Wereldbank. (IPS, 2-5-2001) |