De introductie van dit soort tarief wordt gebracht als een eerlijk tarief: als je veel afval produceert, betaal je meer. Redelijk toch? Ware het niet dat...
Gemeenten moeten het, in steeds grotere mate, financieel zelf zien te rooien. Uiteraard blijven hen weinig andere mogelijkheden dan het spelen met de gemeentelijke belastingen en heffingen binnen de centraal vastgestelde richtlijnen. Deze richtlijnen zijn internationaal vergelijkbaar met die van het IMF en de Wereldbank. Alles richten op de markt en zo min mogelijk sociaal. De differentiatie wordt daardoor sterk beperkt en hoofdzakelijk naar beneden gericht. Oftewel, de melkkoe moet steeds meer 'opbrengen'.
Het Franse Suez-concern komt dus mijn huisvuil ophalen. De winst gaat naar de aandeelhouders van dat concern. Een concern dat ook 'in water doet'. Zou de Nma (Nederlandse mededingings autoriteit) er ook op letten hoe dit vuilnis verwerkt wordt? Ze zullen toch wel proberen het water schoon te houden? Uiteraard niet! De Nma bewaakt de concurrentiepositie van de andere grote spelers op de markt, want zonder concurrentie geen kapitalisme. Ondertussen wordt het meest giftige afval voor een spotprijs gedumpt in de derde wereld.
Aan deze persoon mag u dan uitleggen (en bewijzen?) dat u gebruikmaakt van de (Konmar?)-retourette, waar u alle melkpakken en andere blisterverpakkingen in het kindvriendelijke popje laat verdwijnen. Er komen chipkaarten voor flatbewoners die hun huisvuil willen dumpen in de gemeenschappelijke afvalcontainers, zodat ieder hoofdelijk aangeslagen kan worden. Futuristisch? In mijn gemeente is dit waarschijnlijk beleid met ingang van 2002. Eén ding weet ik zeker: wij gaan meer betalen om de ongevraagde rotzooi van deze zogenaamde consumptiemaatschappij weer kwijt te raken. Ongevraagde rotzooi die in steeds grotere mate veroorzaakt wordt door de reclame-uitingen die voortvloeien uit deze concurrentiemaatschappij. Die maatschappijvorm heet kapitalisme, een maatschappij die niet anders kan dan van crisis naar crisis gaan met een korte tussentijdse opleving. De hoeveelheid vuilnis gaat niet navenant mee in die cyclus, maar de berg die ten koste van de consument, en de derde wereld zonder noemenswaardige consumenten, weggewerkt moet worden groeit gestaag.
Wij en zij moeten er voor betalen in het belang van enkele profiteurs. Het is onzerzijds niet zinnig deze tegenstelling tussen bezitters en niet-bezitters van de productiemiddelen verder onder te verdelen. Het wordt steeds meer zaak de gedupeerden tegenover de profiteurs te stellen, om gezamenlijk een planmatige maatschappij in het belang van het voortbestaan op sociale basis te creëren. In tegenstelling tot de (vrije markt-)wetten van de jungle, die slechts de tweedeling tot het onaanvaardbare kunnen opvoeren. Socialisme dus.
BFI en Watco verder als Sita |