Zo'n duizend studenten van de universiteit van Birzeit betoogden op 12 maart boven op een brede loopgracht die het leger heeft aangelegd dwars over de enige weg die Birzeit verbindt met de vijfentwintig omliggende dorpen. Met de blote hand vulden de betogers de gracht om het verkeer weer mogelijk te maken. Het kwam tot een botsing tussen het leger en de ongewapende betogers: een Palestijn vond de dood, velen raakten gewond. Dat ongewapende burgers zo'n actie ondernemen, kreeg ruim aandacht in de internationale pers. De strafexpedities van het leger en de onmenselijke gevolgen van de bezetting kwamen goed uit de verf.
Een andere betoging van zingende artiesten vond plaats op de weg naar het checkpoint tussen Jeruzalem en Ramallah. De soldaten keken raar op bij die ongewone gebeurtenis, maar vuurden evengoed hun granaten af. Ook hier raakten verschillende burgers gewond. Er kwam nog meer verzet van de inwoners. Maar omdat de media hier minder aandacht voor hadden, reageerde het Israëlische leger met nog meer geweld. De betogers konden niet anders dan met stenen gooien, waarop de bezetter met kogels antwoordde.
Deze nauwkeurig georganiseerde bezetting gaat gepaard met de gewone propaganda: "Arafat is geen vredesonderhandelaar". Premier Sharon, die zelf bloed aan de handen heeft, noemt hem een terrorist en een renegaat.
Drie dagen van slachtpartijen, vanaf 16 september 1982, zouden dat probleem 'oplossen'.
Sharon beval het Israëlisch leger orde op zaken te stellen in het oosten van Beiroet. De Israëli's stuurden christelijke falangisten, door hen getraind en uitgerust sinds 1976, af op de door Israël belegerde kampen, om zo de 'terroristen' uit te schakelen. Op 16 september arriveerden deze christelijke militieleden bij de zuidelijke poort van Shatila, dankzij de markeringen die de Israëli's langs de weg hadden aangebracht. Sommigen waren dronken, anderen hadden drugs gebruikt. De zionisten keken toe.
Een getuige: "We waren sprakeloos tegenover de gruwelen die we daar zagen. Ik heb onthoofde lichamen gezien, andere met een opengesneden keel." Iemand anders: "Sharon liet tanks rond het kamp plaatsen. Ik zat in de delegatie die probeerde te onderhandelen met hen. We droegen een witte vlag. Maar toen we dichterbij kwamen, klonk vanuit een luidspreker het bevel dat we onze identiteitskaarten moesten tonen. Die had ik niet bij me. Ik keerde terug naar huis. De anderen zijn allemaal vermoord. Ik ben de enige overlevende." De Israëliërs konden zonder enige twijfel zien wat zich afspeelde. (The Independant, 6 februari 2001) Hij vindt dat de Palestijnen een storm over zich heen moeten krijgen om hen te verplichten de 'veiligheidsagenda' van Israël te aanvaarden. Ook Isral's veiligheidschef Mofaz noemt Arafat een terrorist en de minister van Buitenlandse Zaken Peres noemt de Palestijnse opstand "een campagne van terreur en geweld". Kortom, de extreem-rechtse omgeving van Sharon en de sociaal-democratie rond Peres kunnen zich in de media voordoen als haviken of als gematigden maar ze spreken dezelfde oorlogstaal als het om de bezetting en de systematische terreur gaat.
Sharon verklaarde dat Israël de bezetting niet zal opheffen en de Palestijnen niet zal helpen als Arafat niet persoonlijk oproept om het terrorisme en het gestook te doen ophouden en niet zelf zijn politie inzet om de bevolking in te tomen. De slachtoffers van de staat Israël, die geen wapens, geen tanks en geen gevechtsvliegtuigen hebben, worden door Sharon en zijn hypermoderne leger voorgesteld als de aanvallers.
Israël moet alle relevante VN-resoluties (o.a. de resoluties 242 en 338 van de VN-Veiligheidsraad) uitvoeren. De verwezenlijking van de internationaal erkende rechten van het Palestijnse volk moeten de basis vormen voor een rechtvaardige vrede: recht op zelfbeschikking, recht op een onafhankelijke en soevereine staat met Jeruzalem als hoofdstad en het recht op terugkeer voor alle vluchtelingen. Uiteindelijk moeten deze maatregelen leiden tot de oprichting van één democratische staat Palestina, waarin mensen van alle nationaliteiten en religies op voet van gelijkheid samenleven.
Zolang de huidige agressie-politiek voortduurt, zouden Nederland en de Europese Unie de economische en politieke relaties met Israël moeten opschorten. Culturele, militaire en andere samenwerkingsakkoorden zouden moeten worden opgezegd. Zolang de VN-resoluties niet worden toegepast, zou er een internationaal verbod op militaire en economische hulp aan Israël moeten komen.
De regering in Israël is blijkbaar minder dan ooit van plan om de bestaande internationale rechtsregels en afspraken te respecteren. De financiële steun aan de joodse nederzettingen optrekken is olie op het vuur in een uitermate explosieve situatie.
Wisal Farhah Bagdash van de Syrische Communistische Partij:"Dit is een vuile oorlog tegen een ongewapend volk""Wanneer de Amerikaanse overheid over het geweld spreekt, bedoelt ze alleen de Palestijnse jongeren die stenen gooien naar vijandelijke tanks. Eerlijke mensen spreken ondertussen van een vuile oorlog." Dat zegt Wisal Farhah Bagdash, van de Syrische Communistische Partij, in een recente tekst. Wij drukken hier enkele passages af."Het gaat hier om een vuile oorlog tegen ongewapende mensen, die hun vaderland op een uitzonderlijk moedige manier verdedigen. Om een ongelijke strijd, die werd aangestoken door Sharon, de beul van Sabra en Shatila. Hij wordt gesteund door het Amerikaans imperialisme, dat Israël wapens levert en zijn misdaden verbloemt bij de internationale instellingen. Absolute steun aan Israël. Dat is de gemeenschappelijke noemer voor alle VS-presidenten. Republikeinen verschillen niet van Democraten. Allen staan ze borg voor de financiële monopolies waarbinnen Amerikaanse en zionistische belangen samengaan. Het Amerikaanse veto tegen een ontwerpresolutie die waarnemers wilde sturen om Palestijnse burgers te beschermen, is een vriendendienst aan het Israëlische leger, dat de Palestijnen daardoor probleemloos kan blijven uitmoorden. Het is de ontkenning van het recht op leven van ongewapende burgers. Door de spanningen in de regio te laten stijgen, wil Israël de aanwezigheid van buitenlandse troepen vergoelijken en verschillende landen in de regio bedreigen. Het gaat om het inpalmen van de oliebronnen en het dicteren van de olieprijzen. Israël wil geen vrede, hooguit enkele overeenkomsten waarmee het naderhand kan binnendringen in sommige Arabische landen, en dus in de olievelden. De betogingen die in de Arabische hoofdsteden plaatsvonden, bewijzen het bewustzijn van de Arabische massa's. Ze weten dat Israël het, zonder al die Amerikaanse wapens, fondsen en politieke steun, nooit zou aandurven zulke brutale slachtpartijen te begaan tegen de Palestijnse vrouwen en kinderen. Wanneer gaan sommige Arabische leiders het niveau van deze massa's halen en ook beschuldigend wijzen richting Washington? Wanneer zullen ze er van overtuigd raken dat er geen verschil is tussen Sharon, Barak of Peres? De beste manier om deze Amerikaans-zionistische alliantie te blokkeren, is de Arabische solidariteit versterken, de normalisering van de relaties met Israël stopzetten, de economische boycot versterken, het overleg tussen Arabische landen voor cruciale kwesties uitbreiden, internationale bescherming eisen voor de Palestijnse burgers en Sharon en zijn bende oorlogscriminelen voor een internationaal tribunaal brengen. De weg naar de bevrijding, dat bewijst de geschiedenis, is de weg die eerder werd gekozen door de Libanese verzetsstrijders, het Vietnamese volk en het Algerijnse volk. Niet de weg van de vernedering dus, dat is de weg van Washington. |