Tegen het Europa van het kapitaal: globaal denken en globaal handelen

Nadine Rosa-Rosso

De Europese activisten kunnen niet genoeg gebruikmaken van de nieuwe communicatiemiddelen om hun achterstand op het vlak van de eenheid in te halen. (Foto: www.indymedia.be)

Canadese journaliste Naomi Klein 

 

 

Door Nadine Rosa-Rosso (*)

Op 4 juli presenteerde de voorzitter van de Europese Raad, de Belgische premier Guy Verhofstadt, de werkagenda voor het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. Hij zei: "Ik begrijp die antiglobalisten niet. Ik heb het niet enkel over die paar gewelddadige manifestanten die we in Göteborg aan het werk zagen. Dat zijn herrieschoppers voor wie enkel geweld telt. Ik wil het hebben over diegenen die verontwaardigd protesteren tegen de globalisering: een generatie - en dat is misschien geen toeval - die slechts voorspoed en welzijn heeft gekend. Binnen de Europese Unie betekent de globalisering geen bedreiging maar een weldaad (...) De Unie vormt geen bedreiging maar een kans." (1)

Laten we Verhofstadt dus even uitleggen waarom diegenen die tegen de globalisering manifesteren ook in België vier maanden lang tegen de Europese Unie actie zullen voeren en op 13, 14 en 15 december massaal aanwezig zullen zijn in Brussel.

Een beetje geschiedenis

In 1983 richtten drie grote werkgevers de Europese Ronde Tafel van Industriëlen op: de Zweedse voorzitter van Volvo, de Italiaanse baas van Fiat en de Nederlandse voorzitter van Philips. De Ronde Tafel telde al snel onder haar leden ook de Belg Etienne Davignon, toen Europees commissaris voor Industrie, vice-voorzitter van de Europese Commissie en later voorzitter van de Generale Maatschappij. In 2001 telt deze zeer gesloten kring 47 leden. (2) Onder hen de voorzitters van Olivetti en Pirelli (Italië), van BP en Unilever (Groot-Brittannië), van Renault en TotalFinaElf (Frankrijk), van Nestlé (Zwitserland, ja dat Zwitserland dat altijd boven alle verdenking staat), van Gevaert (België), van Bayer, Siemens en Lufthansa (Duitsland). Om maar de belangrijkste te noemen.
Het gros van de 47 ondernemingen die deze werkgevers vertegenwoordigen is terug te vinden in 's werelds top tweehonderd van industriële bedrijven.
Het is juist die Ronde Tafel van Industriëlen die Europa gewild heeft en die vandaag eist dat de opbouw nog sneller gaat. De Ronde Tafel gaat er prat op dat de Europese Commissie haar aanbevelingen over de vermindering van de begrotingstekorten en de overheidsbudgetten, over privatiseringen, over onderwijs, over de promotie van nieuwe technologieën haast altijd minutieus uitvoert.

Waarom de Europese Unie?

Waarom wilden de grote Europese bazen de uitbouw van Europa? Ik onthul geen groot geheim als ik schrijf dat kapitalisme concurrentie is. Imperialisme - wat vandaag globalisering wordt genoemd - is de concurrentie in zijn meest extreme vorm, de concurrentie die nog slechts speelt tussen de allergrootste kapitalisten. Wanneer de concurrentie een dergelijk peil heeft bereikt, kan ze niet zonder de steun van een staatsapparaat dat sterk genoeg is om markten te veroveren en af te schermen, om opdringerige concurrenten of aarzelende regeringen manu militari als het moet uit te schakelen, om routes naar belangrijke grondstoffen te forceren.
De Amerikaanse multinationals, de directe concurrenten van de Europese, hebben het grote voordeel over een dergelijke staat te beschikken. De Europese economieën, elk afzonderlijk binnen hun nationale kader, vormen geen maat voor de Amerikaanse economie. Als we het Bruto Binnenlands Product (BBP, wat jaarlijks geproduceerd wordt) van de Verenigde Staten in 1998 gelijkstellen aan 100, dan bedraagt dat van Duitsland 25, dat van Frankrijk en Groot-Brittannië 16 en dat van Italië 14. Maar samengenomen, bedraagt het BBP van de lidstaten van de Europese Unie 98,53.
Geen enkele nationale economie in Europa kan nog de illusie koesteren de strijd om de wereldoverheersing te winnen. De Europese multinationals zijn verplicht zich te verenigen. En in hun strijd om de wereld willen ze een gemeenschappelijk staatsapparaat dat hen de wapens geeft die ze nodig hebben: Dat is precies de taak die het Belgische voorzitterschap zichzelf opgelegd heeft: de opbouw en voltooiing van het Europees staatsapparaat versnellen.
Het is daarom dat diegenen die de imperialistische globalisering bestrijden het ook opnemen tegen de imperialistische Europese opbouw.
Of omgekeerd: diegenen die tegen de imperialistische Europese Unie vechten, versterken de strijd tegen diezelfde globalisering.

Niet langer Belgisch denken

We bestrijden de Europese Unie niet omdat we liever 'Belgisch' zouden blijven. De zeer Belgische Davignon heeft al lang begrepen dat, als hij zijn portefeuille wil versterken, hij beter met zijn Duitse, Franse, Zweedse en Italiaanse collega's kan samenwerken dan met zijn waarde landgenoten. Zij spreken een gemeenschappelijke taal, die van de winst, en weldra zullen ze zelfs een gemeenschappelijke munt hebben, de euro. Ze popelen om ook een gemeenschappelijke staat te hebben. Zij denken globaal, maar ze handelen ook globaal. (4)
Het is hoog tijd dat ook de Europese werkers globaal gaan denken en vooral globaal gaan handelen. Het enige globale programma dat een afdoend antwoord kan geven op de Europese multinationals en hun politieke marionetten is de Europese macht van de werkers, een socialistische republiek Europa. We moeten vanaf nu in iedere deelstrijd en tot in alle uithoeken van het continent aan de krachtsverhoudingen werken die ooit die macht mogelijk maken. We mogen niet langer Belgisch denken of Belgisch handelen (zonder het zelfs maar te hebben over nog engere Waalse of Vlaamse varianten). Als strijders tegen het kapitalisme, actief in Europa, moeten we ons verenigen tegen het Europese kapitaal om het omver te kunnen werpen. Dat is onze concrete opdracht tegenover de volkeren van Afrika, Azië en Latijns Amerika, waar 'onze' multinationals sinds eeuwen de rijkdommen wegroven.
Wij hebben niets te maken met die zogeheten Europese beschaving die de handen van Congolezen afhakte, de slavenhandel vanuit Afrika en de opiumhandel vanuit China organiseerde, die haar eigen bevolking en die van haar koloniën uitmoordde tijdens de Eerste Wereldoorlog en het fascisme uitvond. De enige Europese cultuur die wij verdedigen is die van Marx en Engels, die hun hele leven lang gezocht hebben naar de weg van de emancipatie van de werkers en die de Eerste Internationale opgericht hebben. De enige Europese cultuur die wij verdedigen is die van de Russische communisten, verenigd rond Lenin, die in naam van het internationalisme weigerden mee te doen aan de slachtpartij van '14-'18 en die de eerste socialistische maatschappij in de geschiedenis stichtten. De enige Europese cultuur die wij verdedigen is die van het antifascistische verzet dat zich rond de Sovjet-Unie verenigde om het nazi-regime te verslaan. De enige Europese cultuur die wij verdedigen is die van de Franse arbeiders die de onafhankelijkheidsstrijd van het Algerijnse volk steunden, de cultuur van de Antwerpse dokwerkers die weigerden wapens voor de oorlog tegen Korea te transporteren. De enige Europese cultuur die wij naar voren schuiven is die van de D'Orazio's die overal in Europa opstaan tegen bedrijfssluitingen en sociale uitsluiting en die de rijkdom willen teruggeven aan hen die ze produceren.

Marx zou ervan dromen

In hun wedren naar de overheersing van de wereldmarkt hebben de multinationals ons communicatiemiddelen ter beschikking gesteld waarvan Marx hooguit kon dromen toen hij de Eerste Internationale opbouwde. In de strijd tegen het Europa van het kapitaal kunnen we niet genoeg gebruikmaken van die middelen om onze achterstand op het vlak van de eenheid in te halen. De Europese activisten hebben vandaag middelen ter beschikking waar diegenen die strijd voeren in India, Congo of Colombia nog altijd niet van kunnen dromen. Hoe zouden zij het ons kunnen vergeven als we niet alles deden om onze strijdbewegingen op het oude continent te verenigen? Wij hebben de opdracht Europa te veranderen van een bastion van de reactie in een bastion van de revolutie.

Een kwetsbaar apparaat

Europa is een kwetsbaar apparaat. Ten eerste omdat het een product is van de grote bazen, een apparaat dat steeds meer de werkgelegenheid en de levensomstandigheden van de Europese werkers zal aanvallen. Een eerste grote bron van tegenstellingen.

Vervolgens omdat het niet meer is dan een bondgenootschap van werkgevers. Het is niet uitgesloten dat sommigen daarvan besluiten in zee te gaan met hun Amerikaanse alter ego's. Tweede bron van moeilijkheden binnen de Unie.

Verder staan niet alle landen van de Unie op voet van gelijkwaardigheid. De opening van de Unie naar nieuwe landen, en vooral naar de landen van het vroegere socialistische blok, zal de kloof tussen de rijkste imperialistische landen en de minder machtige landen slechts doen toenemen. Derde bron van problemen.

Tenslotte speelt de Europese Unie ook niet alleen in de wereldarena: als ze potentiële markten zoals China of gebieden die rijk zijn aan grondstoffen en goedkope arbeidskrachten zoals in Rusland wil inpikken, zal ze moeten afrekenen met haar Amerikaanse en Japanse concurrenten. Vierde bron van problemen, en niet van de minste.

We hebben geen kristallen bol die ons zegt wanneer en door welke problemen de toekomstige Europese imperialistische staat voldoende verzwakt zal zijn om de werkers een basis te bieden om er een einde aan te maken.

Wat we vandaag al wél kunnen stellen is dat we de mogelijkheden en de verantwoordelijkheid hebben om onze strijd op Europees niveau te verenigen, om de grenzen neer te halen die de werkers vandaag nog onderling verdelen. We hebben de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid globaal te denken en globaal te handelen. Zij die tegen de imperialistische globalisering vechten, van de landloze boeren in Brazilië tot de rechteloze arbeiders op de Filippijnen, verwachten niet minder van ons.

De Canadese journaliste Naomi Klein, die in haar boek 'No Logo' de beweging vanuit de buik beschrijft: "Ik wil het hebben over de impact van het woord kapitalisme zelf, dat voolledige mode was tot 18 juni 1999, toen betogers een 'anti-kapitalistische manifestatie' organiseerden in het hart van Londen. Sinds 18 juni is de comeback van het woord kapitalisme uitzonderlijk snel gegaan. Plots spraken ze over kapitalisme op CNN, en in Washington kon je al die jonge meisjes zien die een hoofddoek droegen met het opschrift Capitalism Sux. Die verandering gebeurde in een klein jaar, dat is ook waarom ik zo optimistisch ben en niet ongeduldig over de mogelijkheden tot verandering."

(*) De tekst is door Manifest enigszins ingekort.