President Sezer, gewend als hij is het hele parlement in bedwang te houden, dreigde deze keer dat hij een referendum zou houden over een voorstel tot wetswijziging (zie vorige Manifest). Uiteindelijk heeft hij toch een stap terug gedaan door te zeggen dat er geen referendum nodig zal zijn als het parlement het voorstel tot wetswijziging verbetert. Iedereen wist dat als er een referendum zou komen er zoveel mensen tegen de wetswijziging zouden stemmen, dat het parlement nieuwe verkiezingen niet langer zou kunnen uitstellen.
De politieke crisis groeit naarmate het vertrouwen van de bevolking in alle burgerlijke partijen afneemt. In dezelfde periode is ook besloten dat Turkije 90 officieren naar Afghanistan zal sturen. Turkije is het derde land ter wereld dat militair personeel aan de oorlog laat deelnemen. Deze officieren zullen geselecteerd worden uit de 'Gladio' van Turkije, die al getraind zijn om te vechten in een guerrilla-oorlog. Deze beperkte inzet gebeurt deels met het doel om de mogelijke reacties te onderzoeken vanuit het fundamentalistische deel van de samenleving, voordat er sprake is van een omvangrijkere militaire samenwerking met de VS. Er zal van Turkije een veel grotere militaire steun worden gevraagd als de oorlog zich zal uitbreiden naar Irak. De kapitalistische restauratie in Turkije heeft reeds vier jaar haar handen vol met het onder de duim krijgen van het fundamentalisme. Na de terroristische aanslag op 11 september in de VS kan dit niet langer uitgesteld worden!
De Geluks Partij en de White Partij verschillen in wezen weinig van elkaar. De traditionele vleugel, vertegenwoordigd door de Geluks Partij, is absoluut kapitalistisch, voor de globalisering, voor de Europese Unie en contra-revolutionair. En dat geldt ook voor de White Partij.
De oprichters van de White Partij lijken echter het huidige kapitalisme beter te begrijpen dan hun traditionele voorgangers. De traditionele leider, Erbakan de Hodja, bracht minstens een keer per jaar een bezoek aan Mekka om de harten van zijn kiezers te veroveren.
Terwijl de jonge fundamentalistische ster Erdogan vaak Washington bezocht, dat hij het nieuwe Mekka voor de moslims uit Turkije noemt. Hij ging op bezoek bij hooggeplaatste militaire officieren en burgerlijke machthebbers. Hij onderkent dat de kleinburgerij in de kleine steden in Anatolië aan het verdwijnen is. Daarom probeert hij een band te bewerkstelligen met burgers uit de midden- en hoge klasse. Hij heeft het goed gedaan tot nu toe, maar voorlopig is hij voor de bourgeoisie nog niet betrouwbaar. Hij zal loyaler moeten zijn dan voorheen aan de vereisten die nodig zijn voor het kapitalistisch herstel in het land. Als de recente gebeurtenissen op 11 september in de VS er niet tussen waren gekomen zou hij een kans maken om het hart van het leger voor zich te winnen.
Onlangs werd de betrokkenheid van fundamentalisten onthuld bij een enorme corruptie met betrekking tot het gemeentebestuur van Istanbul. Er wordt beweerd dat de fundamentalistische partij 35 miljoen gulden heeft gestolen van de inkomsten van de gemeente en de inwoners van Istanbul en dat geld heeft overgemaakt naar de partij. Het zou vooral IGDAS zijn, het bedrijf dat aardgas distribueert in Istanbul, dat voor deze corruptie is gebruikt. Het lijkt erop dat er in de toekomst meer van dergelijke schandalen naar voren zullen komen, een van de belangrijkste daarvan zal zijn 'Halk Ekmek', de broodverkoop die in handen is van de gemeente. De timing van deze onthullingen is zeer interessant, omdat jonge, populaire figuren uit de beide fundamentalistische partijen aandeel lijken te hebben in deze misdaad. Een uitstekende gelegenheid om de toekomst van het fundamentalisme aan banden te leggen!
De werkelijke politieke discussie met betrekking tot de islam binnen Turks links heeft twee kanten. Aan de ene kant de opvatting dat de operatie tegen de fundamentalisten feitelijk een zaak is van bourgeoispolitiek en daardoor een 'kunstmatig agendapunt' voor de socialisten. Aan de andere kant zijn er degenen die zeggen dat één van de belangrijkste taken van het socialisme is het onthullen van de schade die de fundamentalisten de samenleving toebrengen en te proberen om hen van het toneel te verdrijven. De tweede opvatting zegt dat socialisten de operatie van het leger om de fundamentalisten in toom te houden verder zal moeten stimuleren. Het leger gebruikt voorbeelden van corruptie, om de fundamentalistische beweging te 'temmen', terwijl de communisten dezelfde voorbeelden moeten gebruiken om die beweging te 'vernietigen'.
Het burgerlijk herstel heeft sinds 28 februari 1997 inderdaad veel zaken veranderd in de fundamentalistische politiek. Op dit moment zijn zij enthousiaster over de Europese Unie dan welke andere partij dan ook in Turkije, in tegenstelling tot hun antiwesterse houding van een paar jaar geleden. Ten tweede hebben zij geleerd om zich nauwgezet ondergeschikt te maken aan de belangrijkste behoeften van de kapitalistische orde en zichzelf ervan te weerhouden om hun supporters op te jutten tot anti-amerikanisme, antimilitarisme, anti-IMF etc. Zij hebben geleerd dat het Turkse kapitalisme in het Midden-Oosten alleen maar kan overleven als zij de belangen van Amerika nastreeft. En tenslotte hebben zij een stap terug gedaan met betrekking tot het ontwikkelen van een fundamentalistische bourgeoisklasse, wat schade zou berokkenen aan de huidige hiërarchie van de bourgeoisie in Turkije. De fundamentalistische beweging is 'getemd', maar volgens het leger is dat maar van tijdelijke aard. De belangen van het Turkse kapitalisme zijn zo dringend en luisteren zo nauw dat de belangrijkste politieke speler, het leger, zich geen enkele afwijking van haar porgramma kan veroorloven.
Het zijn altijd de militaire krachten geweest die de fundamentalistische beweging hebben gesteund en hebben geholpen om tot bloei te komen in Turkije. Nu zijn zij echter met hen in conflict. Dit biedt voor communisten in Turkije de mogelijkheid om op een groot aantal terreinen progressieve politiek tot stand te brengen.
Vertaling J. Bernaven.