Wereldbank veroordeelt mensen tot de dood

 

 

Door Greg Palast

De vroegere economische topman van de Wereldbank heeft beschuldigingen geuit, die je versteld doen staan. Hij toont onder meer aan hoe het Amerikaanse ministerie van Financiën de Russische verkiezingen gemanipuleerd heeft. "Het heeft mensen tot de dood veroordeeld", vertelde mij de vroegere bureaucraat.

Het is als een scène uit La Carré: de briljante oude spion die uit het duister opkomt loopt over het toneel naar onze kant, en in langdurige onthullingen ontlast hij zijn geheugen van de wandaden, begaan in naam van de politieke ideologie, waarvan hij zich nu realiseert hoe rot deze geworden is. Echter in dit interview ging het om een belangrijker figuur dan een of andere spion uit de Koude Oorlog. Joseph Stiglitz was economisch directeur van de Wereldbank. In hoge mate was het zijn theorie over de nieuwe economische orde die daar gestalte kreeg.

Ik interviewde Stiglitz verscheidene dagen in een Londens' hotel en later in Washington in april van dit jaar tijdens het gebabbel van de Wereldbank en het IMF (Internationaal Monetair Fonds), waar zoveel ophef over werd gemaakt. Maar in plaats van die vergaderingen van ministers en topbankiers voor te zitten, werd Stiglitz veilig verbannen achter het blauwe politiekordon, net zoals de nonnen die een groot houten kruis droegen, de Boliviaanse vakbondsleiders, de ouders van AIDS-slachtoffers en al die anderen die tegen de globalisering protesteerden. De meest ingewijde insider stond nu buiten spel.

In 1999 ontsloeg de Wereldbank Stiglitz; hem werd geen rustige pensionering gegund. De minister van Financiën van de VS, Larry Summers, werd mij verteld, eiste een publieke excommunicatie, omdat Stiglitz zijn eerste milde afwijkende mening t.o.v. de globalisering Wereldbankstijl had geuit. Hier in Washington sloten wij de laatste interviews voor The Observer en BBC Newsnight af over de ware - vaak heimelijke - werkwijze van het IMF, de Wereldbank en van haar voor 51 procent-eigenaar, de schatkamer van de VS. En uit niet te noemen bronnen (niet Stiglitz) beschikten wij over een geheime voorraad documenten met het opschrift: 'voorbehouden','vertrouwelijk' en 'slechts openen met toestemming van de Wereldbank'.

Stiglitz hielp ons de bureaucratische zinnen te vertalen van 'een strategie van hulp aan landen'. Er is een strategie voor elk arm land ontwikkeld, zegt de Wereldbank, na nauwgezet intern onderzoek. Maar volgens insider Stiglitz bestond dit onderzoek, gedaan door stafleden van de Wereldbank, uit een nauwkeurige inspectie van een nationaal vijfsterrenhotel. Het werd besloten met een ontmoeting van de stafleden met een of andere bedelende, bankroete minister van Financiën, die een 'overeenkomst tot hervorming' werd overhandigd, waarin alles al vastgelegd was op zijn 'vrijwillige' handtekening na (ik heb hier een selectie van).

Iedere staatseconomie zou individueel geanalyseerd zijn. Vervolgens, zegt Stiglitz, overhandigt de Wereldbank iedere minister hetzelfde vierstappenprogram.

Stap 1 is: privatisering. Dat volgens Stiglitz beter 'omkoopbaarheid' kan heten. In plaats van zich te verzetten tegen de uitverkoop van staatsbedrijven, gebruikten de nationale leiders de eisen van de Wereldbank om plaatselijke kritiek de kop in te drukken en verpatsten zij vergenoegd hun elektriciteits- en waterbedrijven.

"Je kon zien hoe hun ogen groter werden bij het vooruitzicht van 10 procent commissie, overgemaakt op een Zwitserse bankrekening, simpelweg door miljarden te onttrekken aan de uitverkoop van staatseigendommen." "En de regering van de VS was ervan op de hoogte", beschuldigt Stiglitz. "Tenminste wat betreft de grootste 'omkoopaffaire', de Russische uitverkoop in 1995. Het ministerie van Financiën van de VS leek het belangrijk als wij wilden dat Jeltsin herkozen werd. Het kon ons niets schelen als het een corrupte verkiezing zou zijn. Wij wilden dat het geld naar Jeltsin ging als smeergeld voor zijn campagne."

Stiglitz is geen samenzwerende, hoogdravende gek, wat betreft Black Helicopters. Deze man was bij het spel betrokken en lid van Bill Clinton's kabinet als hoofd van de Raad van Economische Adviseurs van de president.

Het meest ziekmakend voor Stiglitz is, dat de door de VS gesteunde oligarchen Russische industriële bedrijven hebben verpatst, met het gevolg dat door de corruptie de nationale productie bijna gehalveerd werd en crisis en hongersnood veroorzaakte.

Na omkoping, Stap 2 van het IMF/de Wereldbank 'een-prijs-voor-alles-redt-uw-economie-plan' is 'liberalisering van de kapitaalmarkt'. In theorie laat deregulering van de kapitaalmarkt toe dat er investeringskapitaal in- en uitstroomt. Ongelukkigerwijs, zoals in Indonesië en Brazilië, stroomde het geld alleen maar naar buiten. Stiglitz noemt dit "de cirkel van het hete geld". Baar geld komt binnen voor speculatie in landgoederen en valuta, maar vliegt weg bij een eerste signaal van moeilijkheden. Een nationale reserve kan in enkele dagen, uren, opdrogen. Als dat gebeurt worden speculanten verleid tot teruggave van staatskapitaal, maar eist het IMF dat deze landen een rente betalen van 30, 50, en 80 procent!

"Het resultaat is voorspelbaar", zegt Stiglitz over deze vloedgolven van 'het hete geld' in Azië en Latijns Amerika. Hoge renteniveaus ondermijnen de waarde van eigendommen, vernietigen industriële productie en doen de nationale rijkdommen verdampen.

Op dit punt aangekomen, sleept het IMF het land naar Stap 3: op de markt

gebaseerde prijzen. Een merkwaardige naam voor prijsstijgingen van voedsel, water en energie. Dit leidt, voorspelbaar, naar Stap drienhalf: wat Stiglitz noemt, 'de IMF-opstand'.

Deze is pijnlijk voorspelbaar. "Als een land aan de grond zit maakt het IMF daar gebruik van en perst de laatste druppel bloed er uit. Zij wakkert het vuurtje aan tot uiteindelijk de heksenketel uit elkaar knalt", zoals toen in 1998 het IMF in Indonesië de voedsel- en brandstofsubsidies voor de arme bevolking schrapte. Indonesië barstte in opstanden uit. Maar er zijn nog meer voorbeelden: de Boliviaanse opstanden over waterprijzen vorig jaar en in februari dit jaar, de opstanden in Ecuador over verhoging van brandstofprijzen opgelegd door de Wereldbank.

Opstand onderdeel van de plannen

Je krijgt de indruk dat de opstand onderdeel is van het plan. En ja hoor! Stiglitz wist dat niet, terwijl in de VS BBC en The Observer verscheidene documenten van de Wereldbank hadden verkregen, bestempeld met deze irritante waarschuwingen, 'vertrouwelijk', 'voorbehouden', 'niet openbaar'. Laten we er een belichten: de 'Voorlopige Steun aan Landen Strategie' voor Ecuador, waarin de Wereldbank verschillende keren stelt - met kille nauwkeurigheid - dat zij verwachtte dat het plan zou uitmonden in 'sociale onrust', zoals de bureaucratische term luidt voor een land dat ontvlamt.

Niet verwonderlijk: het geheime rapport stelt dat de uitvoering van het plan om de dollar tot Ecuador's munt te maken 51 procent van de bevolking onder de armoedegrens heeft gedrukt. Het Wereldbank-'ondersteuningsplan' roept eenvoudig dat verzet en lijden van het volk overbluft moeten worden met 'politieke vastberadenheid' en nog hogere prijzen.

De IMF-opstanden (daarmee bedoel ik vreedzame demonstraties uiteengeslagen door kogels, tanks en traangas) veroorzaken nieuwe verontrustende kapitaalvluchten en bankroeten van regeringen. Die economische brandstichting heeft ook zijn goede kant - voor buitenlandse bedrijven, die nu de overgebleven staatsreserves kunnen inpikken, zoals toestemming voor de nog aanwezige mijnen en de haven tegen dumpprijzen.

Stiglitz stelt dat het IMF en de Wereldbank geen harteloze aanhangers zijn van de markteconomie. Toen het IMF de voedselsubsidies in Indonesië stopte, was interventie (in de markt) welkom omdat de banken een financiële injectie nodig hadden. Het IMF schraapte tientallen miljarden dollars bijeen om de Indonesische financiers te redden en in het verlengde daarvan ook de Amerikaanse en Europese banken, waarvan zij hadden geleend.

Een patroon wordt zichtbaar. Er zijn veel verliezers in dit systeem maar duidelijke winnaars: de westerse banken en de schatkamer van de VS, die zich meester hebben gemaakt van deze krankzinnige nieuwe grabbelton van internationaal kapitaal. Stiglitz vertelde me over zijn ongelukkige ontmoeting in zijn vroegere ambtstermijn bij de Wereldbank, met de nieuwe president van Ethiopië tijdens de eerste democratische verkiezingen van dat land. De Wereldbank en het IMF hadden Ethiopië opgedragen om geld voor ontwikkelingshulp over te maken op de reserverekening van het ministerie van Financiën van de VS, die een magere vier procent rente geeft, terwijl dat land Amerikaanse dollars moest lenen tegen 12 procent rente om het volk te voeden. De nieuwe president smeekte Stiglitz hem het geld te laten gebruiken om het land op te bouwen. Maar nee, de buit vloeide regelrecht in de kluizen van de schatkist van de VS in Washington.

Nu belanden wij bij Stap 4: die het IMF en de Wereldbank noemen 'hun Strategie tot Terugdringing van de Armoede'. Dit is vrijhandel volgens de regels van de WHO (Wereldhandelsorganisatie) en de Wereldbank. Stiglitz vergelijkt vrijhandel WHO-stijl met de opiumoorlogen. "Die waren ook bedoeld om de markten te openen", zegt hij. Zoals in de 19de eeuw, zijn nu Europeanen en Amerikanen bezig om de handelsbarrières in Azië, Latijns Amerika en Afrika te slechten, terwijl onze eigen markten worden geblokkeerd voor agrarische producten uit de Derde Wereld.

In de opiumoorlogen gebruikte het Westen militaire blokkades om de markten te forceren voor hun onevenwichtige handel. Vandaag kan de Wereldbank een financiële blokkade afdwingen die net zo effectief is - en soms even dodelijk.

Ideologie van de alleenheerser

Stiglitz is in het bijzonder emotioneel over het verdrag van de WHO aangaande de overeenkomst betreffende eigendomsrechten van kennis. "In dit opzicht heeft de nieuwe wereldorde mensen tot de dood veroordeeld", zegt de econoom, "door onmogelijke tarieven en bijdragen aan de farmaceutische industrie op te leggen voor medicijnen met een handelsmerk. "Het maakt hun niet uit of mensen leven of sterven", zegt de professor over de bedrijven en banken van lening waarmee hij voorheen werkte.

Tussen haakjes, laat het vermengen van IMF, Wereldbank en WHO in deze discussie geen verwarring stichten. Zij zijn verwisselbare maskers van één en hetzelfde regeringssysteem. Zij hebben zich aan elkaar vastgeklonken als schakelaars. Een Wereldbank-lening accepteren voor een school betekent dat men iedere voorwaarde - gemiddeld 111 per land - accepteert die de Wereldbank en het IMF stellen. In feite eist het IMF van landen te accepteren dat er een nog straffere handelspolitiek gevoerd wordt dan de officiële WHO-regels, zegt Stiglitz.

Zijn grootste zorg is dat de Wereldbank met haar plannen, heimelijk gesmeed en gedreven vanuit de ideologie van een alleenheerschappij, nooit zal openstaan voor discussie of voor een afwijkende mening. Ondanks druk uit het Westen om verkiezingen te houden in ontwikkelingslanden, wordt de democratie ondermijnd door de zogenaamde 'armoedebestrijdingsprogramma's'.

En dat werkt niet. Onder de sturende hand van de structurele steun van het IMF is de productiviteit van zwart Afrika gereduceerd tot bijna niets. Is er een land dat dit noodlot heeft kunnen vermijden? "Ja", zei Stiglitz, "kijk maar naar Botswana. De truc? Het IMF werd gezegd dat het zijn koffers maar moest pakken."

Middeleeuwen

Op dat moment vroeg ik Stiglitz: "Oké, mijnheer de professor, slimme jongen, hoe zou jij dan hulp bieden aan ontwikkelingslanden?" Stiglitz stelde voor: radicale landhervorming, grootgrondbezit in de kern bestrijden, evenals de uitzinnige rente die door de bezittende oligarchen wereldwijd werden vastgesteld, gemiddeld 50 procent van de oogst van een pachter. Ik vroeg hem: "Toen jij top-econoom was bij de Wereldbank, waarom volgde de bank jouw advies niet op?" Hij zei: "Als je vraagtekens zet bij grootgrondbezit, dan wil je verandering aanbrengen in het eigendom van de elite. Dat staat niet hoog op hun agenda". Duidelijk niet?

Tenslotte: wat hem ertoe dreef zijn baan op te geven, was het onvermogen van de banken en van de schatkamer van de VS om hun koers bij te stellen toen zij geconfronteerd werden met de crisis - de mislukking en het lijden dat het gevolg is van hun vier stappen economische stoelendans. Steeds als hun vrije-marktoplossingen faalden, eiste het IMF meer vrijemarktpolitiek.

"Het doet denken aan de middeleeuwen", vertelde de insider mij: "Als de patiënt stierf, werd gezegd: 'Wel, hij stopte de aderlating te vroeg, hij had immers nog een beetje bloed'."

Dit nam ik mee van de gesprekken met de professor: "De oplossing voor armoede in de wereld en de crisis daarna is simpel, haal de bloedzuigers weg."

The Observer, Londen, oktober 2001, Joseph Stiglitz, voorheen economisch directeur van de Wereldbank. Vertaling Thomas Janssen.