Het 'escuadra', een groep van 12 guerrilleros, is de sociale, politieke en militaire basisstructuur van de FARC.
Verbaast het u dat de FARC op het lijstje van de Verenigde Staten met de gevaarlijkste terroristische organisaties voorkomt?
Raúl Reyes: De VS en de Colombiaanse elite geven ons het etiket 'terroristen', zoals ze dat doen bij elke groep die tegen hun belangen ingaat. Zij vinden dat ze het recht hebben iedereen die zich verzet tegen hun politiek te vermoorden, te laten verdwijnen of op te sluiten.
Ze denken dat het ogenblik gekomen is om het verlangen van het Colombiaanse volk naar fundamentele veranderingen definitief uit te schakelen. Ze willen de guerrillabeweging liquideren. Maar dat zal moeilijk zijn want de FARC is aanwezig in het hele land. De FARC is in de eerste plaats een politieke beweging die onder het volk leeft. Daarom zullen ze ons niet kunnen uitroeien.
In Colombia is een scherpe klassenstrijd aan de gang tussen de elite en het volk. In 1964 was de FARC verplicht de wapens op te nemen om zich te beschermen tegen de agressie van de staat. Toen lanceerde het Colombiaanse leger een massale tegenaanval. Met directe steun van de Verenigde Staten werden 16.000 manschappen ingezet tegen een organisatie van 48 revolutionairen. Bedoeling was de communistische beweging in Colombia in de kiem te smoren. Maar ze zijn er niet in geslaagd de FARC uit te roeien. Vandaag vecht ons volksleger in alle 32 departementen en in bijna alle duizend gemeenten van Colombia voor de belangen van het volk.
Het is precies de Colombiaanse staat die - met steun van de VS - al decennia lang een politiek voert van terreur. De elite kent maar één antwoord voor iedereen die politieke oppositie probeert te voeren: moord. Alleen al dit jaar, tussen januari en september, zijn méér dan honderd vakbondsleiders vermoord.
De klasse die dit land bestuurt staat volledig ten dienste van de belangen van het grootkapitaal, van het Internationaal Monetair Fonds. Ze voert de bevelen uit van de Amerikaanse regering en het Pentagon. Onze soevereiniteit wordt voortdurend met voeten getreden.
We vechten voor de echte onafhankelijkheid van Colombia. We willen een democratisch land waar we het socialisme kunnen opbouwen. De keuze voor deze politieke doelstellingen bezorgt ons natuurlijk machtige vijanden. Maar we denken dat het Colombiaanse volk het recht heeft zijn belangen te verdedigen, en op te komen voor zijn rechten op het vlak van de politiek en vakbondsstrijd, voor zijn waardigheid en soevereiniteit.
Meer dan 30 procent van de guerrillastrijders van de FARC zijn vrouwen. Vooral de laatste vijf jaar is hun aantal binnen de guerrilla sterk toegenomen. Ze nemen steeds meer leidende posities in.
De FARC voert sinds bijna drie jaar een dialoog met de regering van president Pastrana. Hoe is dit proces op gang gekomen?
Raúl Reyes: Wapens zijn voor de FARC een middel en geen doel. Voor ons is vrede fundamenteel. Maar dan hebben we het wel over vrede met sociale rechtvaardigheid, vrede met vrijheid, vrede zonder honger, vrede met werk voor iedereen, vrede met een goede gezondheidszorg en onderwijs, degelijke woningen, met een landhervorming zonder inmenging van de Verenigde Staten of een andere mogendheid in de interne aangelegenheden van ons land.
Het proces van de dialoog heeft een lange voorgeschiedenis waaruit we veel hebben geleerd. Al in 1984 zijn we gaan onderhandelen met de regering van president Belisario Betancourt. Manuel Marulanda, commandant van de FARC en president Belisario Betancourt tekenden toen een wapenstilstand.
Als resultaat van dit akkoord werd Unión Patriótica (Vaderlandse Unie, UP) opgericht, een brede pluralistische politieke beweging, die al snel veel aanhang kreeg. Maar de burgerij koos ervoor om de leiders en leden van de UP systematisch te vermoorden. Duizenden die zich bij de Union Patriatica aansloten, of actie voerden voor die beweging, werden afgemaakt. De Colombianen hebben geen andere mogelijkheid dan de gewapende strijd om voor hun rechten op te komen. Het is de enige optie die het internationale kapitalisme ons heeft gelaten.
Op 9 december 1990, onder president Gaviria, bombardeerde het leger het nationale hoofdkwartier van de FARC. Ze dachten dat het ogenblik gekomen was om de revolutionaire beweging definitief uit te schakelen. De Colombiaanse elite was euforisch na de val van de Sovjet-Unie, na het verraad van de Sovjetleiding. Ze stelden dat het socialisme en het communisme hadden afgedaan, en dat het kapitalisme de enig mogelijke optie was.
President Gaviria stelde dat de wapens de enige manier waren om met de guerrilla te communiceren. Hij wilde de totale oorlog om het neoliberale model aan ons land op te kunnen dringen. We hebben ondertussen gezien welke rampzalige gevolgen de globalisering en de toepassing van het neoliberale model hier hebben. Vandaag leven dertig miljoen Colombianen in armoede. Minder dan vijf procent van de veertig miljoen Colombianen heeft de hand gelegd op haast alle rijkdommen van ons land. De overige 95 procent van de bevolking heeft een tekort aan zowat alles. En een groot deel onder hen leeft in grote ellende.
De militaire confrontatie werd opgevoerd. De FARC groeide, versterkte zich, we werden actief in nieuwe regio's. We behaalden belangrijke overwinningen op het leger en we maakten veel wapens buit. Pas in 1998 was de kersverse president Pastrana bereid in te gaan op de voorstellen, voor een dialoog, van de FARC en een heel gebied te demilitariseren, wat wij als voorwaarde hebben gesteld. Dat betekende dat het leger, de politie en de veiligheidsdiensten zich moesten terugtrekken. En zo komt het dat er sinds drie jaar een dialoog op gang is. De gedemilitariseerde zone telt vijf gemeenten op een oppervlakte van zowat 42.000 vierkante kilometer (anderhalf keer zo groot als België, redactie).
Na bijna drie jaar is nog geen van die thema's aan bod gekomen. We hebben hier in de gedemilitariseerde zone wel al tientallen voorbereidende discussies georganiseerd met deelname van vele duizenden Colombianen. Maar de dialoog met de regering verloopt zeer moeilijk. Dat kan ook niet anders: we hadden jarenlang geen gesprekken en we voeren al 37 jaar oorlog. De leidende politieke klasse blijft slaafs de bevelen uitvoeren van de VS-regering, en verkwanselt onze rijkdommen en onze waardigheid aan de multinationals. De sociale tegenstellingen in ons land nemen voortdurend toe, er is een enorme werkloosheid en veel analfabetisme. Er is zoveel armoede in dit immens rijk land. Ondertussen wordt de militaire confrontatie scherper. Het leger heeft de hoop niet opgegeven om de guerrilla uit te roeien. De officieren werken samen met paramilitaire groepen - doodseskaders, zeg maar -die de burgerbevolking terroriseren. Maar het verzet groeit, en de FARC breidt zijn politieke en militaire invloed uit.
De Verenigde Staten zeggen dat ze met hun Plan Colombia de drugsmaffia willen bestrijden. Maar critici stellen dat het een strategie is om de politieke en militaire interventie tegen het volksverzet verder op te voeren.
Raúl Reyes: Het Plan Colombia is zeer zeker niet bedoeld om de drugshandel te bestrijden. De drugshandel wordt geleid vanuit het centrum van de politieke macht. Met drugsgeld worden presidenten verkozen, senatoren en volksvertegenwoordigers aangesteld, het leger beïnvloed. Diezelfde heren beweren daarna zonder blikken of blozen dat ze de drugshandel willen bestrijden. Het toppunt van cynisme! Achter het fenomeen van de drugshandel gaan grote belangen schuil. De drugsmaffia is onverbrekelijk verbonden met het kapitalistisch wereldsysteem.
Het Plan Colombia is de strategie van de VS om zich te mengen in de binnenlandse aangelegenheden van Colombia en om hun militaire aanwezigheid in de regio op te voeren. Het is een oorlogsplan tegen de volkeren van Latijns-Amerika.
Maar ook in leidende kringen in de Verenigde Staten zelf zijn er mensen die beseffen dat zo'n interventie zware risico's met zich meebrengt. Ze beseffen dat een overwinning onzeker is en dat Colombia een tweede Vietnam kan worden.
De explosieve wereldsituatie vandaag is een illustratie van de diepe crisis van het internationale kapitalisme. De onmacht tegenover die crisis is de echte reden van de toenemende oorlogsdreiging vanuit de Verenigde Staten. Deze situatie biedt de revolutionairen veel mogelijkheden.
Daarbij is de wereldwijde beweging tegen de kapitalistische globalisering en tegen het neoliberale model voor ons een belangrijke stimulans. Onze strijd is erop gericht dat de volkeren van de wereld eindelijk waardig en in vrede kunnen leven en dat we allem__l kunnen genieten van de enorme rijkdommen die er in de wereld zijn.
1. El Tiempo (Bogotá), 10 oktober 2001.
De bergen van Colombia, eind september 2001. Voor mij zit commandant Raúl Reyes, nationaal woordvoerder van de Revolutionaire Gewapende Strijdkrachten van Colombia (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia, FARC). Na de recente aanslagen in de Verenigde Staten noemde de Amerikaanse regering ook de FARC als een van de terroristische groeperingen die moeten worden uitgeschakeld. Raúl Reyes antwoordt dat de Colombiaanse elite en de VS het volksverzet willen liquideren onder het mom van de 'strijd tegen het terrorisme'.