Verleden als toets voor het heden

 

 

Door Anna Ioannatou

Geschiedenis wordt officieel altijd geschreven door de winnaars. Dat zijn degenen, die via alle middelen (media, onderwijs enz.) hun subjectieve standpunten als de enig ware, hun eigen evaluatie van het historisch gebeuren, kunnen opleggen. Dat betekent: de historische waarheid diep begraven, of maar gedeeltelijk weergeven, of zodanig verbrokkeld, dat het nageslacht niet achter de ware gang van zaken kan komen. Zodanig zelfs, dat eerlijke geschiedvorsers zeer moeilijk achter die waarheid kunnen komen.

Dit maakt het weer erg moeilijk het heden juist te beoordelen en uit te maken wie waaraan schuldig is. En dit maakt het weer moeilijk de echte verantwoordelijken aan te klagen. Zo kunnen voormalige (oorlogs)misdadigers, om een voorbeeld te noemen, 'onschuldig' de geschiedenis ingaan en tijdens hun leven zelfs hoge posten bekleden. Waarvan talloze voorbeelden. Voor elke verdere generatie verbleekt het verleden nog weer iets meer en wordt op den duur gewoon vergeten. Zo kunnen de oorlogsmisdadigers van het heden rustiger te werk gaan ten overstaan van een publieke opinie, die onwetend is en niet meer in staat te (ver)oordelen of alleen nog maar in staat verkeerd te (ver)oordelen. Onderwijs in geschiedenis - laat staan in ware geschiedenis - wordt overwegend al door velen nutteloos gevonden en 'wroeten' in het verleden zou ongezond zijn.

In Griekenland ging het onderwijs in geschiedenis altijd tot aan de Eerste Wereldoorlog. Nu nog, decennia na de Burgeroorlog (eindigde in 1949) wordt alles, wat maar in de verste verte op objectief geschiedenisonderwijs of geschiedkundige informatie lijkt, zorgvuldig verre gehouden van de scholen en het publiek. Geen wonder, want de 'winnaars' - de machthebbers van na de Burgeroorlog tot op heden - hebben heel veel te verbergen...

Sinds 1974, met de legalisering van de KKE (Communistische Partij Griekenland) en de terugkeer van steeds meer politieke vluchtelingen uit de voormalige socialistische landen van Oost-Europa en de Sovjet-Unie, begonnen er steeds meer publicaties te verschijnen over de verzwegen tijden en ditmaal van de kant van de 'verliezer', de enorme antifascistische volksbevrijdingsbeweging. Er was heel wat in te halen op dat gebied! Eerst via publicaties overwegend in de krant 'Rizospastis', langzamerhand steeds meer in boeken, die aanvankelijk vooral gebaseerd waren op herinneringen van oud-strijders, politieke gevangenen en vluchtelingen, maar de laatste jaren - vergemakkelijkt door steeds meer toegang tot allerhande archieven en door de steeds grotere tijdsafstand van de gebeurtenissen zelf - ook in goed gedocumenteerde, objectieve geschiedvorsing en -schrijving.

De laatste jaren is er sprake van een ware overvloed aan boekenmateriaal over de hele periode van de jaren '40 van de 20ste eeuw. Literatuur (vooral proza, maar ook gedichten), persoonlijke herinneringen, levensbeschrijvingen en gedocumenteerd wetenschappelijk onderzoek in overvloed werpen een licht op de meest gemaltraiteerde periode van de Griekse geschiedenis en dichten een enorm hiaat in de jongste Griekse geschiedschrijving.

De generatie van het Verzet (tegen de Nazibezetting) blijkt in haar laatste levensjaren een onschatbare bron van levende informatie te zijn en bovendien zeer schrijflustig, met als doel de komende generaties van kostbaar materiaal te voorzien als tegenpool tegen de steeds weer opnieuw inzettende leugencampagnes.

Een ieder dient zijn keus te maken uit deze hoeveelheid en een van de opvallendste en best gefundeerde publicaties van de laatste tijd is het boek van de journalist Christos Theocharatos, getiteld "Charilaos Florakis en devolksbeweging", dat kort geleden verscheen. Charilaos Florakis zou je de 'grijze eminentie' van de KKE kunnen noemen. Als erevoorzitter van de partij, ver in de tachtig inmiddels, charismatische persoonlijkheid van de communistische beweging, rasechte vrijheidsstrijder met een zeer bewogen leven (zoals de meerderheid van zijn generatie in Griekenland) staat hij nog steeds in het middelpunt van de belangstelling. Zijn leven vormt een aaneenrijging van verzet, illegaliteit, gevangenissen en concentratiekampen, dan jaren studie in de Sovjet-Unie, dan weer antidictatoriale strijd (junta in Griekenland 1967-1974), initiatieven voor de reorganisatie van de KKE (hij was secretaris-generaal van de partij tijdens de moeilijke overgangsperiode van illegaal naar legaal), parlementaire en politieke strijd voor de democratisering en de onafhankelijkheid van zijn land, en dat alles in leidende functies.

Journalisten en politici van alle mogelijke politieke richtingen kunnen niet om hem heen en trekken hem voortdurend in de schijnwerpers van de publiciteit. Hij wordt in de regel bestookt met vragen, die het meest traumatische stuk van de Griekse geschiedenis betreffen. Goed voor de KKE, want op die manier komt een stuk waarheid over die periode en de rol van de communistische beweging in Griekenland in de publiciteit dat er anders niet zo makkelijk in terecht zou zijn gekomen.

Het boek werd in december jl. in de gebouwen van het parlement officieel gepresenteerd onder overweldigende belangstelling, waarbij een van de sprekers de componist M. Theodorakis was, die zijn toespraak als volgt begon: "De uitgave van het eerste deel (deel 2 volgt spoedig, A.I.) van de geschiedenis van de man, die zijn leven verbond met de hoogste inzet van het Griekse volk, biedt ons de gelegenheid om historische mijlpalen van onze nieuwste geschiedenis op de voorgrond te plaatsen met al haar grote dilemma's, met haar grote ja of grote nee, dat je telkens moest zeggen en waarvan telkens weer de toekomst van het land afhing."

Charilaos Florakis zelf, in zijn zeer beknopte voorwoord op het boek spreekt ervan, hoe vaak de laatste 25 jaar de gedachte hem kwelde een boek te schrijven over zijn ervaringen met de strijd van de volksbeweging, zoals zovele andere kameraden, maar hoe hij aarzelde, omdat ruim 70 jaar erg lang is zonder ooit een persoonlijk dagboek bijgehouden te hebben. Bovendien zijn vele medestrijders, met wie hij ervaringen zou kunnen checken, inmiddels overleden en uiteraard vervagen herinneringen na zo lange tijd met als risico een toenemende subjectiviteit. Hij wilde geen eigenlijke levensbeschrijving, maar meer zijn levensloop in de volksbeweging om de kans te krijgen alle vooroordelen uit de wereld te helpen, een eind te maken aan elke vorm van zwartmaking van de KKE en de democratische en patriottische strijd van deze partij te verdedigen.

De journalist Christos Theocharatos hielp hem uit de brand en verrichtte jarenlang bronnen- en archievenonderzoek in nauwe samenwerking met Florakis zelf. Het resultaat was de publicatie van het eerste deel.

Wat dit boek echter anders maakt dan de meeste andere boeken over deze periode van de Griekse geschiedenis is, dat er theoretische en ideologische lering wordt getrokken uit een uiterst cruciaal stuk geschiedenis van de communistische beweging. En daar hebben de komende generaties echt wat aan.