Brinkhorst stelt reis naar Cuba uit
Persverklaring van de Cubaanse ambassade
In de loop van vorige week is door de Nederlandse media melding gemaakt van het voorgenomen bezoek aan Cuba van de heer Laurens-Jan Brinkhorst, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, dat plaats had moeten vinden van 9 tot 12 februari. De ambassade van Cuba heeft vandaag te horen gekregen dat het bezoek van minister Brinkhorst is uitgesteld (i.t.t. bericht NRC op 8-2: het bezoek zou definitief van de baan zijn, nvdr). De ambassade van Cuba wil met betrekking tot dit onderwerp het volgende verduidelijken:
- De heer Brinkhorst is inderdaad door de heer Alfredo Jordán, de Cubaanse minister van Landbouw, uitgenodigd om een bezoek te brengen aan ons land. Aanleiding voor deze uitnodiging zijn de positieve relatie en de uitwisselingen op het gebied van landbouw die Nederland en Cuba sinds jaren met elkaar onderhouden.
- De Cubaanse regering heeft een uitgebreid programma van bezoeken en bijeenkomsten georganiseerd voor de delegatie die minister Brinkhorst zou vergezellen. Dit omvat ook ontmoetingen met verschillende ministers van onze regering.
- Van Cubaanse zijde wordt wederom de verwachting uitgesproken dat het bezoek van minister Brinkhorst een positieve stap zou zijn voor de verbetering van de relaties tussen onze landen, in het bijzonder op het gebied van landbouw, natuurbeheer en visserij.
- In dezelfde periode als het geplande bezoek van de minister reisde een groep van landbouwondernemers naar Cuba, die geïnteresseerd is in verdere ontwikkeling en verdieping van de relaties met Cuba.
- Tegelijkertijd zal een belangrijke Nederlandse delegatie deelnemen aan een bilateraal congres over biowetenschappen en biotechnologie, dat op maandag 11 februari zal starten in Havanna. Minister Brinkhorst is uitgenodigd om dit belangrijke congres te openen.
- Tijdens de douaneformaliteiten die plaatsvonden als onderdeel van de voorbereidingen van het bezoek, heeft de ambassade van Cuba haar verbazing uitgesproken over de toevoeging op 31 januari van twee personen aan de delegatie. Twee personen die in plaats van het bevorderen van de bilaterale relaties tussen onze twee landen deze inspanningen juist actief hebben gehinderd. Met hun acties hebben deze personen laten zien dat zij volledige minachting hebben voor de Cubaanse Grondwet. Dat is het geval met de heer Doekle Terpstra.
- Dat de heer Terpstra geen toestemming heeft om naar Cuba te reizen is een valse voorstelling van zaken. Hij kan net als iedere andere burger naar Cuba reizen. Maar als hij dat zou doen als lid van een delegatie zou dat contraproductief zijn.
- De ambassade van Cuba heeft tegenover de Nederlandse regering herhaald dat er geen bezwaar is tegen deelname van Nederlandse vakbondsvertegenwoordigers aan de ministeriële delegatie. Tegelijkertijd heeft de Cubaanse ambassade benadrukt dat met het oog op het belang van de versterking van de reeds bestaande relaties tussen onze landen de specifieke deelname van de heer Terpstra in overweging genomen moet worden. Hij heeft geen blijk gegeven van een respectvolle houding ten opzichte van Cuba en zijn volk. Zijn aanwezigheid in de delegatie zou indruisen tegen het belang van het verdiepen van de relaties tussen de twee landen.
- Het is opmerkelijk dat ondanks de negatieve reputatie van de heer Terpstra met betrekking tot Cuba, hij naar voren is geschoven als lid van de twee meest recente ministeriële delegaties (staatssecretaris Gerrit Ybema bezocht Cuba in 1999). De Ambassade van Cuba is van mening dat het juist zou zijn als andere Nederlandse vakbondsleiders ook de mogelijkheid krijgen om Cuba te bezoeken als lid van een ministeriële delegatie, zodat zij zich een objectief oordeel kunnen vormen over de Cubaanse realiteit.
De ambassade van Cuba zal, als teken van de bereidheid van haar regering, de inspanningen voortzetten om het toekomstige bezoek van de heer Brinkhorst tot een succes te maken. En om de bilaterale relaties verder te versterken op basis van gezamenlijke belangen.
Den Haag, 8 februari 2002
(Vertaling: J. Bernaven)