Eind 2001 zijn diverse vakbonden begonnen met campagnes tegen het privatiseren. De dienstenbond Unison gaf op 4 december de aftrap door het plaatsen van advertenties in alle grote kranten met de tekst: Denk aan 83. De 83 slaat hierbij op de 83 procent van de Britten die in een recentelijke opiniepeiling aangaf dat zij tegen verdere privatiseringen zijn. De advertenties waren tevens een aankondiging om te demonstreren in Londen. Hieraan gaven duizenden mensen gehoor. Ook de GMB heeft een advertentie geplaatst waarbij ze de nadruk leggen op de wantoestanden bij de privatisering van de spoorwegen, met de retorische vraag of de Britten in een ziekenhuis ook zo willen worden behandeld.
De transportvakbond RMT ging nog een behoorlijk stuk verder. Sinds 1 januari heeft de RMT haar bijdrage aan Labour gehalveerd (het gaat om circa 2 miljoen pond per jaar, dat is 3,3 miljoen euro). Een woordvoerder liet weten dat de stap genomen was zowel om Labour te straffen voor het feit dat ze niet willen luisteren naar de bonden en de mensen die op Labour gestemd hebben als ook om geld vrij te maken voor het verdedigen van de publieke sector. Ook de Brandweerliedenbond, FBU, heeft eerder haar donaties aan Labour fors verminderd.
Blair reageerde hierop door een tegenwaarschuwing te geven. Volgens de premier moet Labour doorgaan met privatiseren omdat ze anders de volgende verkiezingen verliezen. Volgens Blair is het overgrote deel van de Britten het namelijk eens met zijn politiek, maar opiniepeilingen laten duidelijk een ander beeld zien. Bovendien zei Blair dat de parlementsleden Labour niet moesten splitsen omdat de Tories daar zeker gebruik van zouden maken. Ondanks deze stevige taal waren alle politieke analisten het wel met elkaar eens dat de premier het zwaarste debat voerde uit zijn loopbaan, een debat dat bovendien nog steeds niet ten einde is.
Of de Labour Partij inderdaad een splitsing kan voorkomen valt nog te bezien. In een paginalang artikel in de Morning Star van 8 januari 2002 riep de Labour-journalist Paul Donovan alle dissidenten namelijk op een nieuwe linkse partij op te richten op socialistische basis. Sindsdien woedt er een hevig debat op de brievenpagina van de Morning Star. Tegenstanders wijzen op het mislukken van de Socialist Labour Party van Arthur Scargill, die begin jaren 80 de Labour Partij al verliet. Maar Donovan wijst erop dat er van Labour uit die tijd nog wat te verwachten was voor de leden terwijl er van Blair niets te verwachten valt. Bovendien wijst Donovan op het succes van de Scottish Socialist Party en dan met name van de leider van die partij, Tommy Sheridan. Ook Sheridan was in het verleden lid van Labourmaar heeft nu dus meegeholpen aan het opbouwen van een nieuwe partij die op 10% van de Schotse stemmers kan rekenen.
Voorlopig ziet het er echter niet naar uit dat Labour uit elkaar zal vallen. Voor de meeste leden is de stap naar een nieuwe partij te groot en bovendien wordt hiermee hun ideaal van een grote sterke arbeiderspartij ondergraven. De meeste leden willen nog van alles proberen om Blair op andere gedachten te brengen en het mislukken van de spoorwegprivatiseringen is daarbij in hun voordeel. Ook werkt het onderzoek naar privé-ziekenhuizen in het voordeel van de dissidenten binnen Labour. Uit dat onderzoek bleek namelijk dat het privatiseren van de ziekenhuizen de overheid geen geld oplevert maar juist vele miljarden gaat kosten. Helaas zijn deze rebelse parlementsleden nu nog in de minderheid, maar mede dankzij de steun van de bonden neemt de roep om de privatiseringen een halt toe te roepen wel toe.