Oproer van landbouwers

 

 

 

Door Anna Ioannatou

Sinds 28 januari jl. is de boerenbevolking van Griekenland opnieuw in beroering, om niet te zeggen in oproer. De afgelopen zes jaar is dat wel vaker gebeurd, maar dit keer is het veel massaler en nog meer georganiseerd. Geen wonder, want al naar gelang de problemen groeien groeit ook de weerstand ertegen en steeds meer landbouwers in Griekenland beginnen in te zien dat hun overleving - als landbouwer - op het spel staat.

Ongeveer 18 procent van de werkende bevolking oefent het beroep van boer uit. Dat percentage was een aantal jaren geleden nog veel hoger. Het behoeft geen betoog, dat het in Griekenland overwegend om 'kleine' boeren gaat. Kleine en middelgrote boeren maken ruim 90 procent uit van de landbouwbevolking.

Binnen het kader van het Europese landbouwbeleid dient dit percentage teruggebracht te worden tot 7 procent in de zeer nabije toekomst, zodat het in de buurt van het Europese gemiddelde komt (bedoeld zijn de lidstaten van de Europese Unie en niet het hele Europese continent). Uiteraard is niet te verwachten dat dit vrijwillig geschiedt. Afgezien nog van de kwestie van fysieke overleving, is de landbouwer traditioneel aan zijn land gebonden, dat niet zelden generaties lang van dezelfde familie was. De uitdrijving via een langzaam, maar hard proces, wordt dan ook niet in dank afgenomen. Integendeel, de weerstanden groeien. Of, zoals één van de, met tractoren in alle hoeken van het land uitgereden, landbouwers zei. "Dit is een kreet van wanhoop, maar ook van kracht."

Hoe boert de Griekse boer?

Kun je nu zeggen, dat de Griekse landbouwbevolking tegen een onvermijdelijk historisch proces ingaat? Of je hier ja of nee op antwoordt, hangt af van de doelstellingen en de verwachtingen van deze strijd. Als je denkt in een (landbouw)economie, die globaal in steeds grotere productie-eenheden functioneert, te kunnen overleven als kleine boer, dan heb je het uiteraard mis. Het is dan ook niet realistisch en historisch allerminst progressief te strijden voor het voortbestaan van kleine productie-eenheden met een kleine eigenaar. Het ontstaan van steeds grotere eenheden en van concentratie van de productie is een wetmatige historische ontwikkeling binnen kapitalistische eigendomsverhoudingen, die op economisch gebied de noodzakelijke voorwaarden schept voor een socialistische samenleving. Het streven naar handhaving van een in kleine bedrijfjes versplinterde (landbouw)economie is vechten tegen de bierkaai en druist tegen elke historische ontwikkeling in.

De oplossing voor de talloze, tot wanhoop gebrachte, Griekse landbouwers zou zijn, in grote coöperatieve eenheden samen de schaal te vergroten en zo een productiemacht met collectief eigendom te vormen. Dat is echter niet mogelijk binnen het bestaande sociaal-economische systeem met zijn kapitalistische grootmachten en productieverhoudingen en Griekenlands plaats daarin naast landen - vooral binnen het kader van de EU - met een veel hogere technologische en structurele ontwikkeling en dus een hoge graad van productiviteit. Sinds Griekenlands toetreding tot de EU (toen nog EEG, in 1981) is de landbouwproductie en de export van haar producten hard achteruitgegaan. Griekenland is sindsdien steeds meer gaan invoeren, o.a. producten, die het land zelf produceerde en heel wat komt uit Nederland.

De Oost-Europese landen, tot dan een grote exportmarkt voor de Griekse citrusvruchten en ander fruit, liep enorm terug vanwege de nieuwe regels voortvloeiende uit het lidmaatschap. Het tijdperk van de destructie van duizenden tonnen fruit per jaar was aangebroken! De Noord- en West-Europese lidstaten importeren o.a. sinaasappelen uit z.g. derde landen via de preferentiële(bevoorrechte, nvdr) akkoorden met die landen. Dit gaat zelfs op voor producten, waarvan nog niet aan de behoeften van de lidstaten voldaan zou zijn, als Griekenland zijn hele productie zou exporteren, zoals bijvoorbeeld krenten en rozijnen, die weer wel uit de VS en Turkije naar de EU komen. Tabak moet ook minder geproduceerd worden - hier is het excuus dat roken schadelijk is voor de gezondheid - maar wordt wel via een preferentieel akkoord uit Zimbabwe ingevoerd. Die preferentiële akkoorden met niet-lidstaten waren er al, voor Griekenland toetrad en de Griekse regering, verantwoordelijk voor de onderhandelingen, wist toch heus wel wat zij ondertekende. De toetreding is dan ook een politieke beslissing geweest, die tot uitdrukking kwam in het motto van de toenmalige regering: "wij horen bij het Westen", maar die voor de economie van het land uiterst ongunstig was. Toen die onderhandelingen plaatsvonden, zag de politieke kaart er nog heel anders uit en de machtsverhoudingen waren anders dan nu. Griekenland was het enige Europese land op de Balkan, dat niet bij het na-oorlogse socialistische kamp hoorde.

Braakliggend land

Na zo'n 20 jaar stelselmatige afbraak van de landbouwsector staan de boeren dan op straat met hun tractoren met als eis te mogen overleven. Op het moment dat dit artikel verstuurd werd, waren de onderhandelingen met de minister van Landbouw op niets uitgelopen. Een dag later hebben de coördinatiecomite's van de boeren unaniem besloten de strijd te laten escaleren en harder actie te voeren. Tot nu toe zijn hoofdverkeersaders slechts af en toe afgesneden als korte waarschuwingsakties en het valt nog te bezien wat gaat volgen na de gestrande onderhandelingen met de minister.

De prijzen voor landbouwproducten, die de boer krijgt, zijn erg laag en de productiekosten bijna niet meer te dragen. Er is een enorm verschil in prijs tussen wat de producent betaalt en wat de consument ervoor geeft, want het tussencicuit van handelaren krijgt het leeuwendeel. Zo'n 30% van de boeren is permanent niet meer in staat zijn schulden bij de Landbouw Bank af te betalen, die uiteindelijk dan overgaat tot het veilen van hun land en huis.

Apparatuur, machines, mest, zaad, pesticiden enz. zijn peperduur op de 'vrije' markt, infrastructuur is er vrijwel niet (irrigatiewerken en zo), schadevergoedingen voor een door slechte weersomstandigheden vernietigde oogst worden niet of sterk vertraagd uitbetaald, de landbouwcoöperaties zijn - zoals ze nu functioneren - uiterst zwak en niet in staat op te treden. Verantwoordelijk voor de miserabele economische toestand van de Griekse landbouwers is het antilandbouwbeleid van de EU, waaraan de Griekse regeringen meebeslissen en meewerken. Een beleid, dat de prijzen voor landbouwproducten, die de boer krijgt, laag houdt, maar de productiekosten opblaast, de marktspeculatie voor landbouwwerktuigen en -benodigdheden de vrije loop laat, coöperatieven ontbindt en productie-investeringen in de landbouw vermindert. De werkloos geworden boeren trekken naar de steden om zich aan te sluiten bij de scharen van werklozen.

Meer beroering...

Naast de acties in de landbouwsector is er nog veel meer in beroering in het land. Gestaakt wordt door medisch specialisten werkzaam in ziekenhuizen, door werknemers bij de Stichting Sociale Verzekeringen, door docenten in het onderwijs, kortgeleden ook weer door de werknemers bij de stadsreiniging. Op 7 februari staakten de werknemers bij de nieuwsdiensten van radio, TV en kranten waardoor ook de berichtgeving over de acties stil kwam te liggen. Maar ook in diverse andere branches zitten er stakingsacties in de lucht. Teveel om op te noemen, en de situatie schijnt langzamerhand naar een verlamming toe te groeien, want tussen de diverse stakingen door is er geen sprake meer van goed, laat staan volledig functioneren. De gerechtvaardigde eisen betreffen in de meeste gevallen deelproblemen en kleine verbeteringen en vormen zeker nog geen globale systeembedreiging. Hard nodig is solidariteit tussen alle getroffen groeperingen, die onderhand een steeds wijder spectrum van werkend Griekenland vertegenwoordigen. Een steeds groter deel van de bevolking gedraagt zich oppositioneel, ook al stemt het instemmend bij de verkiezingen. Wanneer de bom echt gaat barsten blijft voorlopig nog de vraag.