Cuba-politiek en antwoorden VS

 

 

Van de redactie buitenland

Cuba's politiek wordt gekenmerkt door een afkeer van terrorisme en oorlog, de aanschaf van Amerikaanse landbouwproducten ter waarde van veertig miljoen dollar, en een beheerste, niet-confronterende houding ten opzichte van de Taliban op de basis Guantanamo, om maar een paar recente voorbeelden te noemen. Uit Washington's antwoord daarop spreekt in alle opzichten een vijandige houding.

Het volgende veelzeggende artikel plaatst het beleid van Bush' regering, die niet verkozen werd door een meerderheid van het Amerikaanse volk nog in het gunstigste daglicht. Veronachtzaamd is bijvoorbeeld de uitgebreide campagne die de Verenigde Staten tegen Cuba voeren rond de mensenrechtencommissie in Genève. Zo worden ook de wetten Helms-Burton en Torricelli over het hoofd gezien, waarin Washington openlijk verklaart de omverwerping van de Cubaanse revolutie tot beleidsdoel te hebben gemaakt.

'Vrije verkiezingen'? Zoals in het algemeen in de VS en in Florida in het bijzonder? Washington voert het beleid uit dat de afgelopen veertig jaar telkens door opeenvolgende regeringen van republikeinen en democraten en door overweldigende congresmeerderheden overgenomen werd. Nu krijgt het echter zijn trekken thuis. Washington's historische vijandigheid ten opzichte van Cuba is een blok aan het been, die schade toebrengt aan veel sectoren in het zakenleven, de landbouw en de grote meerderheid van de Amerikaanse bevolking. Daar moet een einde aan komen.

Nu belanghebbenden in de zakenwereld en de landbouw hun kans schoon zien om aanzienlijke handelsbetrekkingen aan te knopen en geld te verdienen, bestaat de grootste groep van overtreders van het reisverbod naar ieders mening uit Cubaanse Amerikanen. En nadat Elian Gonzales, een Cubaans kind, ontvoerd, vastgehouden en gemanipuleerd werd door reactionairen in Miami, zijn de meeste mensen in de VS gaan inzien dat Cuba, ondanks problemen, een plek is waar kinderen kunnen en moeten opgroeien bij hun ouders. Wederom blijkt op schrijnende wijze in hoeverre Washington's beleid uit de pas loopt wat betreft de gevoelens van een meerderheid van de Amerikaanse bevolking. De regering Bush probeert wanhopig die werkelijkheid te verdoezelen.

Cuba's strijd voor nationale onafhankelijkheid en zelfbeschikking was al aan de gang lang voor de geboorte van Fidel Castro, en de Cubaanse revolutie tot een succes gemaakt werd. De politiek van Cuba is eenvoudig: het wil dat Washington, evenals alle andere landen, zijn onafhankelijkheid respecteert. Het wil alleen maar een normalisering van de betrekkingen met de VS, iets waar Washington zich al meer dan veertig jaar tegen verzet. Het is een gevecht dat gewonnen kan en zál worden.

Cuba heeft een blokkade van veertig jaar en de ineenstorting van de SovjetUnie overleefd. Ook hier zal Cuba overheen komen...

Bush geeft Cuba-politiek aan haviken

Door Christopher Marquis (*)

Terwijl Cuba toenemende tekenen van toenadering tot de Verenigde Statenvertoont, worden de politieke posities die het beleid ten opzichte van Latijns Amerika bepalen, ingenomen door functionarissen waarvan bekend is dat ze een harde lijn voorstaan ten opzichte van Fidel Castro's regering.

Verschillende nieuwkomers bepleiten een halsstarrige vijandigheid ten opzichte van Cuba, en bevelen de handhaving, of zelfs een verscherping van het veertig jaar oude handelsembargo aan.

Dit beleid, dat wordt gesteund door mensen als Otto J. Reich, een Cubaanse banneling, en de top-beleidsmaker van Buitenlandse Zaken met betrekking tot Latijns Amerika, ligt in toenemende mate overhoop met boeren, bedrijfsdirecteuren, en een groeiend aantal congresleden - onder wie veel Republikeinen - die hebben aangedrongen op handel drijven met Cuba. De harde lijn is echter nog steeds een geloofsartikel voor veel Cubaans-Amerikanen. "De Cubaans-Amerikanen voelen aan dat ze snel terrein verliezen, en ze proberen barricaden op te werpen", aldus Sally Grooms Cowal, directeur van de 'Stichting voor het Cuba-beleid' (Cuba Policy Foundation), een onafhankelijke vereniging die zich inzet voor een versoepeling van de sancties.

De afgelopen maanden heeft Cuba gebaren gemaakt die erop wijzen dat het in de verhouding met Washington een nieuwe weg wenst in te slaan. De Cubaanse regering heeft voor meer dan veertig miljoen dollar voedsel aangeschaft in de Verenigde Staten. Ook heeft ze zich onthouden van kritiek op het gebruik van de Amerikaanse marinebasis Guantanamo Bay om gevangenen onder te brengen. Bovendien heeft Cuba aangeboden de samenwerking op verschillende gebieden te intensiveren, de strijd tegen de drugshandel en het terrorisme inbegrepen. Fidel Castro heeft de vroegere president Jimmy Carter, die bemiddeld heeft tussen Washington en vijandige naties, uitgenodigd op bezoek te komen, verklaarde Deanna Congileo, een van Carters woordvoerders. Hij heeft nog niet besloten of hij zal gaan, zei ze.

Al met al behelzen de gemaakte gebaren de meest wezenlijke handreiking sinds 1996, toen Cuba twee burgervliegtuigen, gevlogen door Cubaans-Amerikaanse activisten neerschoot, hetgeen door de Verenigde Staten beantwoord werd met een aanscherping van de sancties. Desalniettemin vielen deze eerste stappen bij Bush' regering niet in goede aarde.

De woordvoerder van Buitenlandse Zaken, Richard A. Boucher, zei deze week dat de Cubanen geen reden hebben om te verwachten dat de Verenigde Staten hun politiek verslappen. "Aangezien u me de gelegenheid geeft...", verklaarde hij, "laat mij proberen ze uit de droom te helpen. Cuba heeft geen enkele stap genomen die noodzakelijk is om een verbetering van de betrekkingen mogelijk te maken."

Cuba moet politieke gevangenen vrijlaten, vrije verkiezingen uitschrijven of anderszins de mensenrechten garanderen, aldus Boucher. Andere functionarissen weigerden Castro's uitgestoken hand, als ware het een truc om Cuba's ploeterende economie door de Verenigde Staten uit de penarie te laten helpen. In het kielzog van Reich, een voormalige regeringsfunctionaris van Reagan, en ex-ambassadeur in Venezuela volgt de andere topdiplomaat voor het westelijk halfrond, zijn adjunct Lino Guttierrez, de vroegere ambassadeur in Nicaragua. Beiden zijn Cubaans-Amerikanen die zich niet vereenzelvigen met een politiek van dialoog.

Nog een Cubaans-Amerikaan, Emilio Gonzales, is als adjunct bij de Nationale Veiligheidsraad verantwoordelijk voor Caribische zaken, inclusief die van Cuba. "Vooral die van Cuba", aldus kolonel Gonzales, een vroegere instructeur aan West Point, die recentelijk dienst deed bij het Zuidelijk Legervan de Verenigde Staten (United States Southern Command) in Miami. Op Capitol Hill neemt José Cardenas de Latijns-Amerikaanse portefeuille inzake het minderhedenpersoneel van de Senaatscommissie voor Buitenlandse Betrekkingen (Senate Foreign Relations Committee) over. Een groot gedeelte van de afgelopen tien jaar heeft hij gelobbyd voor de Stichting van Cubaanse bannelingen (Cuban American National Foundation), die ernaar streeft de sancties te handhaven.

De verdediging van de harde lijn is zo hardnekkig, zeggen sommige functionarissen, dat de nieuw benoemden inzake de Latijns-Amerikaanse zaken een lakmoestest tegemoet zien. Bush' installatie van Reich, de voornaamste hoeder van het Cuba-beleid van Buitenlandse Zaken vond vorige maand pas na een vertraging plaats, omdat democraten in de Senaat de bekrachtiging ervan geblokkeerd hadden, op grond van het feit dat Reich onethisch functioneerde in het Witte Huis ten tijde van Ronald Reagan, en omdat hij te bevooroordeeld was. Reich was niet beschikbaar voor commentaar, verklaarde een woordvoerder. Wel zette hij in een toespraak in november 2000 zijn visie uiteen. "Laat ik zeggen dat, hoewel dit een populair idee is in sommige kringen, het fout is de VS de schuld te geven van Cuba's tegenslagen", zei hij. "Het is Castro's regime dat de aard en de omvang van alle wederzijdse betrekkingen met Cubaanse burgers bepaalt."

Dit standpunt komt in toenemende mate onder vuur te liggen van zowel boerenorganisaties die erop gebrand zijn meer van hun producten aan Cuba te verkopen, als hun medestanders in het Congres. Veel van de nieuwe critici zijn Republikeinen die benadrukken dat het huidige beleid niet meer van deze tijd is en dat het zijn doel voorbij schiet.

Een Republikeinse volksvertegenwoordiger uit Missouri, Jo Ann Emerson, die deze week in Mexico tijdens een conferentie over de verkoop van landbouwproducten aan Cuba wel bereikbaar was, zei dat de wetgevende macht als gevolg van deze veranderende inzichten nu op ramkoers ligt met de regering. "Het leidt geen twijfel dat de meerderheid van onze collega's in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden meer handel met Cuba voorstaat, en de opheffing van het reisverbod, dat de kern van alles raakt, ondersteunt", zei ze.

(*) The New York Times. Vertaling: F. Willems