Vanaf het begin van 2002 verloopt alles in de burgerlijke politiek in Turkije naar verwachting. Maar toch kan men moeilijk zeggen dat de Turkse staat daar gelukkig mee is. De reden daarvoor is duidelijk: de bourgeoisie in Turkije heeft niet al te hoge verwachtingen van de toekomst.
Al lange tijd werd er een aardbeving verwacht in Afyon, een stad tussen centraal en west Anatolië. De beving kwam uiteindelijk enkele weken geleden, waardoor meer dan 45 mensen gedood werden en 300 mensen gewond raakten. Dit was zeer tragisch, omdat de intensiteit van de beving minder dan 6 op de schaal van Richter was, een niveau waarbij waarschijnlijk elders op de wereld niemand gedood zou worden. Wederom werd de uitgehongerde bevolking van Turkije het slachtoffer, door de vervallen gebouwen waarin zij wonen.
De sociaal-democraten die zijn afgesplitst van de CHP - de partij van Ataturk - hebben voor zichzelf de naam 'Nieuwe Formatie' gekozen. Zij staan aan het begin van het vormingsproces van een nieuwe sociaal-democratische partij. Zij verenigen allerlei soorten mensen met verschillende politieke achtergronden, die het over één motto eens zijn: 'de kapitalistenklasse in Turkije moet bedwongen worden.' Zoals te verwachten was wordt het aanvankelijke enthousiasme gaandeweg vervangen door twijfels. Het lijkt erop dat de ÖDP de enige politieke organisatie is die de Nieuwe Formatie serieus neemt. Vorige week heeft de leider van de ÖDP verklaard dat zij gesprekken zijn gestart met de Nieuwe Formatie en daarmee een grote stap voorwaarts hebben gezet in het project van 'de eenheid van links'. Aan de hand van deze actie is het goed te begrijpen waarom zij onlangs meer dan 20 socialistische groepen binnen hun eigen gelederen hebben geliquideerd, door het weigeren van het vernieuwen van lidmaatschappen in de partij. Alles bij elkaar genomen, de ÖDP kan als een van de 'burgerlijk democratische' partijen genoemd worden, in dit schrijven over Turkije. Zij zouden het opvatten als een compliment.
De democratisering in Turkije verloopt als verwacht. Aan artikel 312 van het Turkse strafrecht is een nieuwe uitdrukking toegevoegd: "handelingen die mogelijk schadelijk zouden kunnen zijn voor de openbare orde...". In feite maakt deze nieuwe uitdrukking het hele strafrecht overbodig. Alles zou mogelijk als een misdaad beschouwd kunnen worden vanaf nu.
Na veel bombarie is een aantal leden van fascistische bendes schadeloos gesteld door de staat. De seriemoordenaars, de huurmoordenaars van de bourgeoisie, werden veroordeeld van vier tot zes jaar gevangenisstraf in luxe gevangenissen, zoals verwacht.
Maar uiteindelijk blijkt dat de VS op het punt staan om een onwaarschijnlijke Turkse bourgeoispoliticus te steunen: Recep Tayyip Erdogan, de jonge fundamentalistische ster. Aan de ene kant lijkt het logisch dat de VS hem steunen, want de laatste opiniepeilingen laten zien dat als er nu verkiezingen zouden zijn, Erdogan's partij de enige is die het maximum van 10 procent van de stemmen kan overstijgen. Ecevit krijgt de laagste steun, met ongeveer drie procent. Aan de andere kant laat dit zien dat voor het Amerikaanse imperialisme de publieke opinie belangrijker is dan de militaire ondersteuning, aan de vooravond van een grote oorlog. Steun voor Erdogan irriteert de militairen, omdat zij niet bepaald dol op hem zijn. Met betrekking tot deze kwestie moeten we afwachten.
Op dit moment zijn er vier regio's waar de belangen van de VS en Turkije elkaar raken: Centraal Azië, het Midden-Oosten, de Kaukasus en Cyprus. De Balkan is ook een belangrijke regio in dit opzicht, maar dit gebied lijkt tijdelijk buiten beeld.
In Cyprus is de integratie tussen Turken en Grieken in gang gezet en de toetreding van Cyprus tot de Europese Unie is in aantocht. Maar terwijl aan de oppervlakte alles gladjes lijkt te verlopen, ligt er een conflict op de loer tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over het eiland. Op het moment dat de EU tevreden lijkt met het verloop van het proces op Cyprus, komt de vertegenwoordiger van VS, Weston, met een verwarrende verklaring. Weston zegt dat de militaire aanwezigheid van Turkije op Cyprus op dit moment juist en noodzakelijk is, om de veiligheid van de Turkse bevolking op het eiland te waarborgen. Deze uitspraak impliceert de gruwelijke mogelijkheid dat de VS bereid zijn om een nieuwe burgeroorlog tussen de twee gemeenschappen te forceren, om zich zo te verzekeren van een betere militaire en politieke positie voor het Amerikaanse imperialisme op het eiland. Hoe dan ook, de ervaring leert dat als de NAVO (VS) veel interesse heeft voor een regio, dit een voorteken is van burgeroorlog en bloedvergieten.
In de Kaukasus organiseren de VS in stilte een militaire unie tussen Georgië, Turkije en Azerbeidzjan. De VS hebben een zeer creatief excuus bedacht voor alle opmerkelijke militaire deining in de regio, inclusief de modernisering van de legers van Georgië en Azerbeidzjan, en de ongelooflijke hoeveelheid wapens. De VS zeggen dat alles gedaan moet worden voor de bescherming van de oliepijpleidingen die door Baku (Azerbeidzjan), Tbilisi (Georgië) en Ceyhan (Turkije) zullen gaan lopen.
Dan het beleid van de VS ten aanzien van het Midden-Oosten. Op dit moment zijn zoveel mensen er zeker van dat de VS vroeg of laat Irak zullen aanvallen, dat het gevaarlijk wordt om er zelf ook zo zeker van te zijn. En tegelijkertijd is het, zeker in Turkije, niet acceptabel om te geloven dat de bourgeoispolitici daadwerkelijk tegen de op handen zijnde oorlog zijn.
Na zijn bezoek aan de Verenigde Staten heeft de minister-president van Turkije een belangrijke verklaring afgelegd. Hij verklaarde dat voor een militaire operatie in Irak de VS niet alleen de instemming van Turkije moeten vragen maar ook moet vragen of Turkije eraan deel wil nemen. Natuurlijk, maar als de VS Turkije om een militaire bijdrage vragen, zal de regering dan ja of nee zeggen? Durft de Turkse bourgeoisie het risico te lopen om één van de landen 'van het kwaad' te worden op de lijst van het Amerikaanse imperialisme?
Direct na deze verklaring verkondigde Ecevit trots aan de Turkse bevolkingdat hij een waarschuwingsbrief aan Saddam had gestuurd, om zo zijn imago te versterken van de bemiddelaar die de op handen zijnde oorlog wil stoppen. Hij hoopte dat Saddam een vijandig antwoord zou sturen, want daardoor zou het voor Ecevit mogelijk zijn om de `nationale trots' van de massa te mobiliseren, door het onthullen van Saddam's houding tegenover Turkije, en het volk van Turkije voor te bereiden op een oorlog. Het antwoord was angstaanjagend: het was vriendschappelijk! Saddam waarschuwde Turkije voor het VS-imperialisme, niet voor Irak.
Het enige resultaat van het bemiddelingsproces was dat de beleidsmakers van de bourgeoisie eraan herinnerd werden dat Ecevit niet langer de juiste persoon is, in het Bush-tijdperk. Ecevit is oud en langzaam, hij kan niet sneller en daarom zal hij stilzwijgend verdwijnen.
Een laatste punt, maar daarom niet minder belangrijk, is de soepele integratie van de Koerdische politieke leiding in de veramerikanisering. Op 5 februari beschuldigde het partijcongres de Turkse staat ervan dat zij (onnodige, E.M.) conflicten creëren met de VS (in het Midden-Oosten, E.M.)! Bedroevend en overduidelijk, de Koerdische beweging heeft de boodschap begrepen en doet in een nog sneller tempo mee aan de veramerikanisatie dan de Turkse bourgeoisie. Nog een aangelegenheid die nauwkeurig gevolgd en onderzocht moet worden. (Vertaling J. Bernaven)