Men vertelt ons dat Slobodan Milosevic het Servische volk heeft geïndoctrineerd met een haat tegen alles wat niet Servisch is, en vooral tegen de etnische Albanezen in Kosovo. Men vertelt ons dat Milosevic zijn nationalistische en racistische campagne begon met een toespraak in Kosovo in 1989, ter gelegenheid van de 600ste verjaardag van de slag op het Merelveld. Maar men citeert nooit zijn woorden. Waarom niet? Het is nochtans belangrijk precies te weten wat Milosevic tijdens zijn toespraak vertelde.
Milosevic hield zijn toespraak op een ogenblik dat een afscheidingsbeweging van Kosovaarse Albanezen was gestopt. Serviërs, zigeuners, Hongaren, joden, Turken en andere etnische groepen hadden zich verzet tegen de afscheidingsbeweging van de Albanese Kosovaren.
Voor de herdenking van de slag waren één miljoen mensen samengestroomd. Milosevic verdedigde duidelijk het bestaan van Servië als een natie. Maar hij beschreef die natie als een multi-etnische entiteit en beschouwde het samenleven van verschillende nationaliteiten als een sterk punt. De uittreksels bevatten nationalistische uitspraken van Milosevic. Maar ook expliciete standpunten rond multi-etniciteit en verdraagzaamheid.
"Omwille van de omstandigheden vindt deze grootse 6OOste verjaardag van de slag om Kosovo plaats in het jaar waarin Servië, na vele jaren, na vele decennia, eindelijk zijn nationale en spirituele integriteit heeft teruggewonnen.
Dat we - 600 jaar geleden - de slag in Kosovo hebben verloren, was niet enkel het resultaat van de sociale superioriteit en het voordeel van de wapens van het Ottomaanse Rijk, maar ook vanwege de tragische verdeeldheid in de leiding van de toenmalige Servische staat.
Dat de Servische natie in deze regio een van de grootste is, is geen zonde en we hoeven ons er niet voor te schamen. Het is een voordeel dat we niet tegen anderen hebben gebruikt. Servië is vandaag verenigd en gelijk aan de andere republieken, en we zijn bereid alles te doen om onze financiële en sociale positie en die van al haar inwoners te verbeteren. Als er eenheid is, samenwerking en doorzettingsvermogen zullen we daarin slagen.
In Servië hebben nooit alleen maar Serviërs gewoond. Vandaag, meer nog dan in het verleden, leven er leden van andere volkeren en andere nationaliteiten. Dit is geen nadeel voor Servië. Ik ben er eerlijk van overtuigd dat het een voordeel is. De nationale samenstelling van bijna alle landen van de wereld, voornamelijk van de geïndustrialiseerde landen, is in die richting geëvolueerd. Burgers van verschillende nationaliteiten, religies en rassen leven steeds vaker samen en met steeds meer succes.
Het socialisme in het bijzonder, als progressieve en rechtvaardige democratische samenleving, zou niet mogen toestaan dat mensen verdeeld worden op nationale of religieuze basis. De enige verschillen die onder het socialisme kunnen worden aanvaard, zijn die tussen hard werkende mensen en leeglopers, en tussen eerlijke en oneerlijke mensen. Daarom zijn alle mensen in Servië die leven van hun eigen arbeid, mensen die andere mensen en andere naties respecteren, thuis in hun eigen republiek. Joegoslavië is een multinationale gemeenschap en kan alleen maar overleven onder de voorwaarden van volledige gelijkheid van alle nationaliteiten die in dit land leven.
De crisis heeft nationale verdeeldheid gebracht, maar ook sociale, culturele, religieuze en andere scheidslijnen. Van deze tegenstellingen zijn de nationalistische de meest dramatische. Als we die oplossen, zal het eenvoudiger zijn de andere tegenstellingen te laten verdwijnen, en de gevolgen ervan te herstellen. Zolang multinationale gemeenschappen hebben bestaan, was hun zwakste punt de relatie tussen de naties. Het gevaar is dat de ene natie zich door andere bedreigd kan gaan voelen. Zoiets kan de start zijn van een golf van verdachtmakingen, beschuldigingen, intolerantie. Een golf die voortdurend aanzwelt en nog moeilijk te stoppen is.
Die dreiging heeft steeds als een zwaard boven ons hoofd gehangen. Interne en externe vijanden van de multinationale gemeenschappen zijn zich daarvan bewust en ze organiseren hun activiteiten tegen dergelijke multinationale maatschappijen door nationale conflicten aan te wakkeren. Gelijke en harmonieuze relaties tussen de volkeren van Joegoslavië zijn een noodzakelijke voorwaarde voor het bestaan van Joegoslavië en als we samen een uitweg willen vinden uit de crisis. Ze zijn ook een noodzakelijke voorwaarde voor onze economische en sociale voorspoed."
(Uittreksels uit de toespraak van Slobodan Milosevic tijdens de viering van de 600ste verjaardag van de 'Slag om Kosovo' op 28 juni 1989. Bron: Nationale Technische Informatiedienst van het ministerie van Handel van de VS)
(*) bladzijde 351 (enigszins bewerkt) van het boek van Michel Collon: 'Blufpoker, De grootmachten, Joegoslavië en de komende oorlogen'.