Foto's: Boyd Noorda, Socia Media. |
We staan hier voor de ambassade van de staat waarvan op dit moment de grootste oorlogsdreiging uitgaat. De agressieve politiek van Bush en Co is vredesbedreigend en niet vredebrengend, zoals het zichzelf graag afficheert. Het gevaar voor de vrede komt met name - maar uiteraard niet alleen - uit de VS. Onder het mom van vredesinitiatieven en vredesoperaties, wordt de ene oorlogshaard na de andere gecreëerd door de VS en haar volgzame bondgenoten in Europa en elders op de wereld. (deel 1)
Bush heeft ons eigenlijk allemaal de oorlog verklaard, door oorlogen te beginnen tegen zoiets vaags als 'terrorisme'. Dat begrip kan steeds weer opnieuw door iets anders worden ingevuld, en kan steeds weer nieuwe betekenissen en nieuwe benamingen krijgen. Op die manier ligt er eigenlijk een oorlogsverklaring aan de hele wereld. Wie niet voor de VS zijn, zijn tegen. Polariserend, ongenuanceerd, de taal van de machtigste.
Hoe komt dat toch, kun je je afvragen. De Amerikanen zijn toch niet veel anders dan wij? Waarom drijven de VS de wereld dan wel naar de afgrond? Waarom steunen zij extreem-rechtse regimes als dat van Sharon in Israël? Waarom zijn zij bereid om overal op de wereld hun soldaten in te zetten?
Om de ontwikkelingen te begrijpen is het van belang om de vraag te stellen: in wiens belang zijn die oorlogen, die oorlogsdreiging en die wapenproductie? Ik zal trachten om in de tien minuten die ik gekregen heb op deze symbolische plek een begin van een antwoord te geven.
In 2001 ging 4.200 miljard dollar in rook op aan de beurzen, als gevolg van de forse economische wereldcrisis. De productie daalde in sneltreinvaart, alhoewel er juist nu geluiden opgaan die beweren dat het ergste voorbij zou zijn. Toch valt dat nog steeds te betwijfelen, omdat alle drie de belangrijkste economische blokken in problemen verkeren, Japan, de EU en de VS. Het is dus niet makkelijk om elkaar uit de put te helpen. Omdat de exporten stagneren moet een eventuele economische opleving van de binnenlandse consumptie komen, maar die stagneert ook in alle drie de economische blokken. Uit deze analyse blijken al onmiddellijk twee zaken. Er is dringend behoefte aan nieuwe afzetmarkten en aan verhoging van de productiviteit. Is de gedachte dat men naar uitwegen zoekt uit deze crisis erg vreemd? En misschien is de gedachte dat men dat goedschiks, maar desnoods ook kwaadschiks doet, ook niet al te vreemd.
Het afgelopen jaar steeg het aantal werklozen in de VS met 30 procent tot 7,9 miljoen en ondanks alle mooi-weer-verhalen is er sprake van een voortdurende stijging van de werkloosheid. De totale (zichtbare) schuldenlast van het Amerikaanse bedrijfsleven was in het derde kwartaal van vorig jaar opgelopen tot het recordbedrag van 4.900 miljard dollar, een stijging van 6,6 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2000. De schulden van het bedrijfsleven maken nu 48,1 procent uit van het bruto binnenlands product. De aanzienlijk gestegen woonlasten in de VS leidden vorig jaar tot een groter aantal daklozen dan in de donkerste dagen van de laatste economische recessie. In New York alleen al 29.400 geregistreerden, waaronder - stel je dat eens voor - 12.500 kinderen.
Het is daarom niet verwonderlijk dat Republikeinen én Democraten de oorlogsbegroting van Bush omarmden. Het militair-industriële complex, het begripstaat weer volop in de schijnwerpers, krijgt in 2003 een injectie van 379,3 miljard dollar ofwel 440,1 miljard euro!!, 13,5 procent meer dan de keer ervoor. In 1999 was het nog 283 miljard dollar, ook altijd nog bij elkaar meer dan de zeven volgende leidende machten, waarvan vijf bondgenoten van de VS, die in totaal aan oorlogstuig 265 miljard dollar uitgaven. Het tweede grootste militaire budget is dat van Rusland, 51 miljard dollar of 55,8 miljard euro groot. De Amerikaanse uitgaven waren in 1999 al ruim 2,5 keer meer dan de totale militaire uitgaven van Rusland, China, Iran, Noord-Korea, Irak, Lybië, Syrië, Soedan en Cuba, die bij elkaar 109 miljard dollar besteedden. Het huidige militaire budget van de VS is 15 procent hoger dan tijdens de Koude Oorlog. Het Congres steunt gedwee het voorstel van Bush om in 2002 de militaire begroting op te drijven tot 328,9 miljard dollar (359,6 miljard euro), zo'n 38,2 miljard dollar (41,4 miljard euro) meer dan oorspronkelijk was voorzien. Bijkomende fondsen zijn al toegezegd voor de staatsveiligheid (onder andere de CIA en de FBI). Van 2003 tot 2007 zullen de Amerikaanse oorlogsuitgaven bij elkaar stijgen tot 2,1 biljoen dollar, ruim tweeduizend keer een miljard dollar, als het verzoek van de regering wordt ingewilligd. De plannen voor de komende tien jaar betekenen een uitgave ter grootte van het astronomische bedrag van 3,5 biljoen dollar. En nog is het kennelijk niet genoeg. Bush vroeg het Congres vorige week om nog eens 25 miljard dollar. Binnen vier jaar zullen de Verenigde Staten als gevolg daarvan weer een begrotingstekort hebben. Ter vergelijking: deze toename van publieke uitgaven aan de militaire sector is groter dan de bestedingen tijdens de regering Reagan. Nog een vergelijking: De VS besteedden in het begrotingsjaar 2001 in totaal 14 miljard dollar aan internationale diplomatie, samenwerking en humanitaire en ontwikkelingshulp.
En om helemaal stil van te worden: jaarlijks 27 miljard dollar - dus nog geen 1 procent van de oorlogsbegroting van de VS de komende 10 jaar - meer steun aan ontwikkelingslanden voor elementaire gezondheidszorg zou acht miljoen mensen het leven kunnen redden. Het is dus maar waar je voor kiest.
Sinds 11 september wordt de 'oorlog tegen terrorisme' als excuus gebruikt door de rijke landen, geleid door de VS, om hun beheersing over wereldzaken voort te kunnen zetten. Door 'angst en ontzag' te verspreiden, probeert de Amerikaanse regering om de wereldeconomie te controleren en te beheersen. Dit, niet de jacht op een man in een grot in Afghanistan, is het doel achter de dreigementen van Dick Cheney, vice-president van de VS, tegen 40 tot 50 landen. Het heeft weinig van doen met terrorisme, maar veel met het handhaven van de posities van de groepen die de 'kapitalistische globalisering' ondersteunen. Deze landen eisten en kregen kortgeleden in Qatar een nieuwe 'ronde' van 'handelsverruiming', wat betekent: de macht om te interveniëren in de economieën van arme landen, om privatisering en afbraak van openbare voorzieningen te eisen.
De internationale handel is vandaag ruim 19 miljard euro per dag waard. Een heel klein deel hiervan, 0,4 procent, wordt gedeeld met de armste landen. Amerikaans en G8-kapitaal beheert 70 procent van de wereldmarkt en vanwege de regel - die eist dat prijsbarrières en subsidies in arme landen gestopt moeten worden, hebben de arme landen een handelsverlies van 2,1 miljard euro per dag. De tol bedraagt meer dan 13 miljoen kinderen per jaar, waarvan 12 miljoen onder de vijf jaar, volgens de schatting van de Verenigde Naties.
De nieuwe reusachtige injectie in de oorlogseconomie met publieke middelen, opgebracht door de werkende mensen, ten koste van allerlei openbare voorzieningen zal, volgens Bush en Co, de Amerikaanse economie weer een tijdje op de been weten te houden. Dat is de eerste doelstelling.
Of dat lukt wordt door veel economen overigens betwijfeld. De stijging van de oorlogsuitgaven zal volgens die economen geen groeifactor zijn voor de Amerikaanse economie, en maar weinig bijdragen aan het tegengaan van de wereldwijde stagnatie en schuldenlast. De uitgaven hebben een negatieve invloed op rentestanden en kapitaalmarkt en bovendien een verwoestend effect op de economie van Latijns Amerika, vanwege de aflossing van de schuld, die zo de zwaarste klap krijgt van deze buitensporige stijging van de Amerikaanse militarisatie. Wat wordt gepresenteerd als iets dat de Amerikaanse economie kan reanimeren, zal het tegenovergestelde effect hebben, omdat militaire uitgaven een begrotingstekort creëren. De toename van de productie van wapens in de VS is geen teken van kracht, maar van zwakte. (wordt vervolgd)