'Als wij werkgevers vinden dat de reisurenregeling die vorig jaar werd afgesproken, weer ongedaan gemaakt moet worden, heb je dat maar te doen. Anders onderhandelen we niet over de overige voorstellen van jullie.' Zo luidde de boodschap. Het is deze arrogante houding van werkgeverszijde, die leidde tot deze staking die gesteund wordt door FNV Bouw, Hout- en Bouwbond CNV en het Zwarte Corps (HCZ).
Op 31 december liep de bouw-CAO af. Het eisenpakket van de bouwbonden zag er als volgt uit:
De eis van verhoging van uitkeringen en toeslagen met 4 procent betekent inleveren, in vergelijking met de inflatie die afgelopen jaar 4,7 procent bedroeg. Logisch dat men op de kostenvergoedingen niet ook wenst in te leveren. Ook de eis om bij ziekte het loon volledig door te betalen, is in deze sector heel redelijk. De kostenvergoedingen, waaronder de reiskosten, vallen namelijk bij ziekte weg. En daardoor daalt het inkomen al onevenredig. Ook moet er druk op de ketel blijven om de werkgevers te dwingen de veiligheid in de sector te verhogen. Het aanvullen van de WAO-uitkering (in het eerste jaar!) wordt hoogstwaarschijnlijk wettelijk zelfs lager dan in het SER-akkoord over de WAO gevraagd wordt.
Al met al mag geconstateerd worden dat er op deze eisen niets meer ingeleverd mag worden. De werknemers in de bouw kunnen niet anders dan doorstaken totdat deze eisen ingewilligd zijn, tenzij zij er financieel en qua werkcondities op achteruit willen gaan. Zelfs met een loonsverhoging van 1,5 procent bovenop de prijscompensatie is er achteruitgang als er aan deze eisen nog geknabbeld gaat worden.