(Begin citaat) "Wat vindt Ibrahim?", vraagt Zineta Mujic als eerste over de telefoon. "Kunnen we een interview houden met enkele nabestaanden uit Srebrenica?", hadden wij aan haar gevraagd. Daarover kon Zineta Mujic, president van de vereniging van Moeders van Srebrenica niet zelf beslissen, zei ze. Dat moest Ibrahim doen.
Ibrahim Mustavic is begeleider van de moeders. Een opportunist pur sang, zeggen internationale werkers in de Bosnische hoofdstad Sarajevo. "Hij heeft zijn hele carrière op het leed van deze vrouwen gebouwd", meent een medewerkster van een hulporganisatie die nauw is betrokken bij Srebrenica.
De nabestaanden van Srebrenica, voornamelijk vrouwen, zijn een gevoelig onderwerp. Bij de presentatie van het NIOD-rapport liepen ze boos weg. In Bosnië is men langer aan hun acties gewend. Laatst nog verschenen ze woedend voor de deur van het hoofdkantoor van de Verenigde Naties in de Bosnische hoofdstad Sarajevo. Vraag aan medewerkers van internationale organisaties in Bosnië naar de regie achter zulke acties, dan klikken ze vaak geërgerd met hun tong. "De vrouwen van Srebrenica worden gemanipuleerd door extremisten binnen de moslimgemeenschap", zeggen ze. De vrouwen worden gebruikt om de moslims af te schilderen als enig slachtoffer in de Bosnische oorlog; om de haat levend te houden en concessies aan de Bosnische Serviërs af te wijzen; om het schuldgevoel van de internationale gemeenschap aan te wakkeren.
"Wil ik zaken doen met de vrouwen van Srebrenica, dan krijg ik altijd drie mannen op bezoek. Hardlijners", zei de speciale vertegenwoordiger van de VN, Jacques Klein in december tegen deze krant. De mannen zijn volgens Klein gelieerd aan de SDA, de hardline-partij van Alija Izetbegovic, president van de Bosnische moslims tijdens en na de oorlog. Het is allemaal ingegeven door moslim-politici, mopperde Jacques Klein in december al. Die willen geen concessies doen aan de Bosnische Serviërs.
Bij de presentatie van het NIOD-rapport, drie weken geleden, liepen de Vrouwen van Srebrenica weg, boos om een uitspraak van NIOD-directeur Blom. De colonne die uitbrak uit de enclave, bestond voornamelijk uit gewapende moslimmannen, zei deze. Het bleek een fout van het instituut te zijn, waarvoor het inmiddels zijn excuses heeft aangeboden.
Zes jaar lang probeerden de medewerkers (van het Internationale Comité van Vermiste Personen - ICMP, red. Man.), mede op aandringen van de nabestaanden, de opgegraven lijken te identificeren. Met hulp van een recent ontwikkelde DNA-test zijn inmiddels 370 mensen geïdentificeerd.(einde citaat)