Franse verkiezingen

 

Van redactie buitenland(*)

In Frankrijk komt er een tweede verkiezingsronde tussen een onbetrouwbare president en de leider van extreem-rechts, beiden pure producten van het grootkapitaal. Jospin, vroeger de hemel ingeprezen door de voltallige Europese sociaal-democratie, kiest intussen voor vluchten en trekt zich terug uit het politieke leven. De hele burgerlijke politieke klasse is in crisis.

De Communistische Partij wordt, met 3,5 procent, met recht en rede door de werkende klasse afgestraft voor haar deelname aan de macht, de oorlog in Joegoslavië en Afghanistan, de privatiseringen, kortom haar totaal verloochenen van alle communistische idealen.

De dag voor de verkiezingen analyseerde een Franse politicoloog scherp de afkeer van de Fransen voor deze verkiezingscampagne. De kiezers, zo stelde hij, zien geen verschil tussen het programma van Chirac en dat van Jospin en in elk geval worden alle verschillen uiteindelijk uitgevlakt door de Europese multinationals.

De Franse kiezers staan in de tweede ronde voor een vergelijkbaar probleem. Welk verschil is er tussen het programma van een Chirac, die zich in 1995 tot president liet verkiezen op basis van een programma voor meer markteconomie en de belofte het Franse leiderschap in Europa en in de wereld in ere te herstellen, en het huidige programma van Le Pen, die zich "sociaal links, economisch rechts en op nationaal vlak Frans noemt"?

In Europa: Italië, Oostenrijk, Nederland en België, betwisten de klassieke burgerlijke partijen en de partijen van extreem-rechts elkaar steeds meer de macht. En het wordt elke dag moeilijker om het verschil te zien tussen het programma en het beleid van de klassiek burgerlijke en extreem-rechtse partijen. De Europese leidende klassen, ongeacht van welke stroming, zijn louter marionetten van de Europese multinationals. Die eisen sinds dertig jaar een eengemaakte markt, een eengemaakt buitenlandbeleid en een eenheidsleger. Dat alles om op de wereldmarkt te kunnen concurreren, desnoods met geweld, met de Amerikaanse en Japanse multinationals. En om aan die bevelen tegemoet te komen, hebben de liberale, sociaal-democratische, christelijke en groene partijen en zij die het communisme de rug toekeerden, die stuk voor stuk aan de macht deelnamen, alles in stelling gebracht: privatiseringen, inkrimping van de sociale, culturele en onderwijsbudgetten, onderdrukking van de migrantenpopulatie, deelname aan imperialistische oorlogen. De regering Jospin privatiseerde als nooit te voren. Ze aarzelde geen moment om zich aan de kant van Bush in een oorlog te storten. De hele Europese leidende klasse sprong zonder dralen in het gelid toen Bush zijn oorlogstrom begon te slaan. Ze steunde hem geruisloos in zijn veronderstelde jacht op het terrorisme. Omdat de Europese Unie de Verenigde Staten geen vrij spel wil geven op deze planeet. Ze profiteert van elke oorlog, van elke crisis om haar eigen pionnen naar voren te schuiven, om de integratie van haar politie en legers verder vorm te geven. Alle burgerlijke politici blijven de Verenigde Staten afschilderen als een grootse, democratische republiek, terwijl er niet één land ter wereld is waar de verrechtsing en militarisering zo ver zijn doorgedreven.

Met een dergelijk programma kan de tegenzin van de werkers voor de burgerlijke politici alleen maar toenemen. En dat is op zichzelf een goede zaak. Het biedt de echte communisten in Europa meer kansen. Het komt er op aan de misleide werkers bij extreem-rechts terug te winnen door hen te tonen dathun gerechtvaardigde grieven tegen het kapitalisme geen oplossing zullen vinden bij het fascisme, in tegendeel! Aan de progressieven en jongeren moeten we tonen dat een antifascist die niet óók resoluut antikapitalist is een volk er toe veroordeelt zijn lot in de handen van de Chiracs, Jospins en consorten te leggen!

De dringenste opdracht is de heropbouw van een echte Europese communistische, revolutionaire, anti-imperialistische en internationalistische beweging. Tegen die hele leidende politieke klasse, al een eeuwigheid verkocht aan het kapitaal, zullen de communisten de gezamenlijke strijd moeten leiden om een systeem te vernietigen dat uit al zijn poriën onveiligheid uitwasemt, omdat het ellende en oorlog brengt.

Tegelijkertijd herbergen partijen als GroenLinks, SP en PvdA en hun Europese zusterpartijen duizenden arbeiders die een andere kant op willen dan de huidige rechtse leiders van het type Chirac, Jospin, Kok, Schröder, Blair en De Waal in de FNV. Ook zij zullen, wil de strijd effectief zijn, voor de antikapitalistische strijd moeten worden gemobiliseerd. Alleen de combinatie van een sterke communistische beweging en een brede coalitie zal het rechtse offensief kunnen breken. Want één ding staat onomstotelijk vast: Het is ondenkbaar dat één enkele linkse partij de aanvallen van rechts kan stoppen. De aanvallen komen van veel kanten tegelijk en zijn zeer massief.

We moeten en kunnen de verrechtsing tegenhouden, maar alleen als we brede bondgenootschappen weten te sluiten. Niet wat ons scheidt moet hoofdzaak zijn, maar wat ons verbindt. Daar moeten we naar zoeken. Niet om ons weer te verliezen in een nieuwe illusie. Niet door onze eigen opvattingen en organisatie op te offeren, maar vanuit kracht en zelfverzekerdheid.


(*) gebaseerd op artikel van Nadine Rosa-Rosso.