Er is geen strijd mogelijk voor een nieuwe menswaardige toekomst zonder lessen te trekken uit het verleden en zonder inzicht in de mogelijkheden van de klassenstrijd op een bepaald moment, nationaal en internationaal.
De NCPN zet de communistische beweging in Nederland voort. De NCPN is de enige erfopvolger van de CPN. Hoe klein en zwak nog, deze partij houdt de vlam brandend en zal de fakkel doorgeven aan de jeugd. De belangrijkste les die wij hebben geleerd en die we ook anderen zullen vertellen is dat er - je zou bijna zeggen nu meer dan ooit - een communistische partij nodig en mogelijk is in dit land. Hoe konden toch zoveel waardevolle kameraden vinden dat er geen zelfstandige communistische partij meer hoefde te bestaan? Het wordt tijd dat velen van hen zich weer opnieuw aansluiten bij onze partij. Bij de NCPN, ja zeker, want er is geen alternatief.
Natuurlijk moeten marxisten-leninisten openstaan voor alle nieuwe stromingen en gedachten, maar het is volstrekt verkeerd om in die nieuwe opvattingen en stromen kopje onder te gaan. Ondanks alle problemen, teleurstellingen en achteruitgang van onze partij zijn we erin geslaagd om het communisme levend te houden en blijkt overal waar we optreden dat onze mening er toe doet. Dat wij kennis en ervaring in huis hebben van onschatbare waarde, die nergens anders in ons land nog te verkrijgen is. Daar moeten we trots op zijn, daarmee moeten we naar buiten treden, we kunnen daarmee mensen overtuigen om zich bij ons aan te sluiten met ons samen te werken, met ons coalities te sluiten, die wat opleveren voor de gewone mensen die de verrechtsing tegengaan en die perspectief bieden voor de toekomst. De brede coalities ten tijde van de strijd tegen de Kruisraketten was een goed initiatief van de CPN. Het opgaan in die beweging, het ondergedompeld raken in deelterreinen en afgesloten actiegroepen, was onjuist en heeft de politieke kracht van de CPN ondermijnd. De CPN-leiding had de partij nooit mogen opgeven. Dat was een onvergeeflijke historische blunder.
Het laatste congres van de NCPN riep op om weer volop naar buiten te treden. Overal waar dat gebeurt zien we dat onze voorstellen goed worden ontvangen. Het is nodig om de verloren posities in de vakbeweging weer terug te veroveren. De vakbeweging moet weer over politiek gaan praten, moet zich niet laten versnipperen, verkleinen en uit elkaar laten spelen. De vakbeweging moet zich niet verschuilen achter ondernemingsraden en moet vooral weer strijdbaar worden. Laten we een voorbeeld nemen aan de onverzettelijkheid van de bouwvakkers die blijven staken voor hun gerechtvaardigde looneisen. De vakbeweging heeft onze bijdragen nodig, zeker nu de aanvallen op de grootste massabeweging in ons land steeds harder en gevaarlijker worden.
Voor de NCPN gaan klassenstrijd in eigen land en internationale solidariteit hand in hand. Daar is geen speld tussen te krijgen. En dat geldt vandaag de dag meer dan ooit. De wereld wordt met de dag kleiner. Steeds meer heeft wat aan de andere kant van de aardbol gebeurt onmiddellijk invloed op wat in eigen land gebeurt. De deur kan niet op slot bij de grensovergang.
Mensen, geld, goederen, regels en bepalingen houden zich niet meer aan de landsgrenzen.
Ook op dit punt onderscheidt de NCPN zich van veel andere partijen. Wij maken deel uit van een communistische wereldbeweging die in kracht groeit. Tegenslagen op de ene plaats worden teniet gedaan door successen elders. De wetenschappelijke inzichten en ervaringen van communisten elders op de wereld kunnen ons helpen de weg te vinden en andersom hebben wij anderen kennis, ervaring en soms ook materiële goederen te bieden. Communisten zijn wereldburgers. Maar vooral blijft gelden proletariërs aller landen verenigt u. En dat is dringend nodig als we een blik slaan op de gevolgen van de westerse plundertochten, vooral in de ontwikkelingslanden, maar ook in eigen land. Nog altijd geldt immers: de rijkdom van Groningen bevindt zich onder de grond, de armoe erboven. Er is genoeg geld, maar het moet anders worden verdeeld.
De barbaarse hardheid van de huidige Amerikaanse regering overtreft die van vele andere regeringen van dat land en dat betekent wat, want de VS hebben een spoor van vernieling achter zich gelaten sinds de Tweede Wereldoorlog. Sinds het wegvallen van de Sovjet-Unie is de brutaliteit echter zienderogen groter geworden. We maken op dit moment in de westerse landen een duidelijke ruk naar rechts mee. In Europa wordt de rij van rechts tot ultra-rechts geregeerde landen steeds groter. Noorwegen, Denemarken, Oostenrijk, Italië, kortgeleden Portugal en de val van Jospin in Frankrijk demonstreren dat duidelijk. En ook in Duitsland, Engeland en in ons eigen land dreigen de sociaal-democraten het onderspit te delven. Daar zijn uiteraard redenen voor. De teleurstelling bij veel mensen dat het juist die sociaal-democraten, of zoals sommigen ze nog noemen juist die socialisten, waren die vaak het voortouw namen in de uitverkoop van publieke middelen en verlaging van de lonen, zonder de rijken en machthebbers aan te pakken is zeer groot. De sociaal-democraten zijn daarom medeschuldig aan het feit dat zoveel mensen niet meer gaan stemmen. Of je door de hond of door de kat wordt gebeten maakt niet uit, vindt men. Zij zijn medeschuldig aan het feit dat rechtse opportunisten als Fortuyn en ultra-rechtse figuren als Haider, Berlusconi en Le Pen kansen krijgen op het politieke toneel. Zij zijn medeschuldig aan het feit dat de neoliberalen en conservatieven in al die landen de vruchten dreigen te gaan plukken van de tegenzin bij de bevolking tegen vriendjespolitiek, zakkenvullerij, achterkamertjespolitiek en afbraak van werk, loon en gezondheidszorg, openbaar vervoer en onderwijs.
De maatschappelijke tegenstellingen groeien met de dag. De onderdrukking en uitholling van de democratische rechten groeien net zo hard als het verzet ertegen toeneemt. Ontevredenheid en verbittering gisten overal. Er bestaat verzet tegen de imperialistische plundering en het tot op het bot uitbuiten door de respectievelijke heersende of met de imperialisten collaborerende klassen. De aantallen mensen die in protest de straat opgaan en verzet plegen tegen deze collaborerende achterbakse uitbuiting worden iedere dag groter. Het gebeurt overal van Seattle tot Argentinië, we waren erbij in Praag, Brussel en Valencia, een paar weken geleden, we zagen het recent in Italië en Barcelona en in vele tientalle andere plaatsen op grote en kleinere schaal.
We maakten het in Amsterdam mee, waar 30.000 mensen tegen de moordenaarsregering van Sharon protesteerden. Het gebeurt in de voormalige socialistische landen. Het gebeurt in groeiende mate in de ontwikkelde kapitalistische landen van Europa en Amerika op een schaal die alleen gezien werd in de voormalige koloniale en halfkoloniale landen. Maar dat verzet is nog versnipperd en vaak niet doelmatig, noch gericht op de juiste doelen. Eén ding staat echter onomstotelijk vast: Het is ondenkbaar dat één enkele linkse partij de aanvallen van rechts kan stoppen. De aanvallen komen van veel kanten tegelijk en zijn zeer massief.
We moeten ons voorbereiden op zeer moeilijke tijden. De aanvallen op het loon, de WAO, het ziekengeld en binnenkort ook op het pensioen zullen in omvang en kracht toenemen. De aanvallen op de democratische verworvenheden zullen daarmee hand in hand gaan. Dat is de echte boodschap van Fortuyn: dit land moet zich voorbereiden op Amerikaanse toestanden. Politiek is voor de rijken en vindt alleen nog op de TV plaats. In werkelijkheid mag een kleine elite zich verder verrijken achter muren in gebieden beschermd door particuliere bewakingsdiensten. De rest moet het zien te rooien met goedkoop massavertier en moet weer leren met weinig genoegen te nemen. Dat zijn de droombeelden van rechts, dat is ook waar Fortuyn voor staat.
We moeten en kunnen die verrechtsing tegenhouden, maar alleen als we brede bondgenootschappen weten te sluiten. Niet wat ons scheidt moet hoofdzaak zijn, maar wat ons verbindt. Daar moeten we naar zoeken. Niet om ons weer te verliezen in een nieuwe illussie. Niet door onze eigen opvattingen en organisatie op te offeren, maar vanuit kracht.
De NCPN is bij alles wat practisch mogelijk is als kleine partij actief, internationaal en nationaal. We kunnen zeer veel leren in de gezamenlijke strijd, maar hebben anderen ook erg veel te vertellen. Communisten laten zich de mond niet snoeren, maar zijn geen betweters die niet inzien dat we alleen samen het rechtse gevaar kunnen tegenhouden. Het idee van de Groningse volkscongressen, hoe moeilijk ook te realiseren, was zo gek nog niet en verdient heroverweging.
Morgen komen in Brussel, zoals dat nu al vele jaren gebeurt, tientallen vertegenwoordigers van communistische partijen uit vele landen van over de hele wereld bijeen om te overleggen over nieuwe gemeenschappelijke stappen. Er zijn regelmatig meer van dit soort ontmoetingen op andere plaatsen. De vertegenwoordigers van revolutionaire en progressieve krachten komen bij elkaar om over de taken en strijdvormen van gedachten te wisselen. Dat is nodig na de tegenslagen op wereldschaal en het is nodig om de gemaakte fouten te analyseren. De gemaakte fouten moeten worden begrepen en nieuwe gezamenlijke antwoorden moeten worden gevonden. En dat lukt steeds beter. De discussies, de ideologische strijd om de ideologische verschillen op te lossen worden levendiger, terwijl ook de kameraadschappelijkheid groeit en het inzicht dat we alleen maar met z'n allen vooruit kunnen komen. Het idee van één communistisch machtscentrum wordt alom afgewezen. De noodzaak van gemeenschappelijk optreden daarentegen wordt door steeds meer communistische en arbeiderspartijen onderstreept. De opbouw van de communistische wereldbeweging zal niet snel gaan. Stap voor stap, zoals de Cubaanse kameraden ons altijd voorhouden.
Tot slot wil ik nog terugkomen op de Nederlandse situatie. Het was een pijnlijk besluit om niet aan de Kamerverkiezingen deel te nemen, maar financiële en organisatorische belemmeringen zouden deelname tot een onverantwoorde kamikazepoging hebben gemaakt. Maar dat maakt het des te belangrijker om de volgende keer wel voluit en met alle krachten deel te nemen. De raadsverkiezingen toonden aan dat, ondanks de mediahype rond Fortuyn de NCPN, overal waar gewerkt werd, meer stemmen heeft gekregen.
De Nederlandse bevolking mag straks waarschijnlijk kiezen tussen centrum-links en centrum-rechts. Het is globaal gezien of PvdA, CDA en GroenLinks of VVD, CDA en Fortuyn. Zoals de progressieve Franse bevolking wordt gedwongen op een aartsconservatieve president Chirac te stemmen om Le Pen buiten de deur te houden, worden wij gedwongen er alles aan te doen om Fortuyn en de VVD buitenboord te houden. Het idee om het soort mensen als Fortuyn maar eens een tijdje mee te laten doen, omdat de bevolking dan meteigen ogen kan zien wat voor vlees er in de kuip zit, wijzen we af. Berlusconi werd al eerder door de Italiaanse bevolking naar huis gestuurd, maar kwam beter bewapend terug. Haider is nog lang niet van het politieke toneel verdwenen. In het Financieele Dagblad van vandaag, juist op 1 mei, staan een aantal artikelen met dezelfde boodschap: Ondernemers willen een centrumrechts kabinet en liever Fortuyn dan GroenLinks. Het is met steun van het kapitaal dat Haider, Berlusconi, Fortuyn en anderen hun werk als breekijzer voor een meer neoliberale politiek mogen doen. Hun belangrijkste doelen zijn een vakbeweging die nog meer water bij de wijn doet, dan nu al het geval is en het dumpen van de sociaal-democratie, die zijn werk heeft gedaan, maar nu een sta in de weg wordt voor de verdere aanval op het levenspeil van de bevolking. In 1982 onstond het Nederlandse Poldermodel en kreeg Kok de kans om dat samen met 'zijn' FNV in te kleuren. Nu zit die route er op en wordt het Poldermodel een hindernis voor verdergaande ongebreidelde aanvallen op de koopkracht van de bevolking, op de publieke middelen en op allerlei verworven rechten. Het Europese kapitaal kan alleen overleven als de lonen en sociale verzekeringen in dit continent slechter zijn dan in de VS. Het CNV heeft al publiekelijk opgemerkt dat er een nieuw, voor de bevolking slechter, sociaal contract moet komen.
Bij zo'n omslag horen communisten zich te beraden over de te nemen stappen. Het betekent ook dat we nog zorgvuldiger, nog minder sektarisch en dogmatisch op zoek moeten gaan naar iedereen die onze bondgenoot kan en wil zijn in de klassenstrijd. Dat lijkt me de belangrijkste les van de eerste mei 2002.
Wij hebben de historische opdracht de anti-imperialistische strijd te voeren, zelfs nu we organisatorisch en getalsmatig zwak zijn. Die strijd vindt op alle niveaus plaats, dichtbij om de hoek, landelijk en internationaal. Die strijd kent daarom ook vele gezichten en heeft verschillende vormen. Van knokken voor een zwembad en veilige wegen, voor goede huisvesting en lage huren tot wederzijdse consultatie en samenwerking bij het juist begrijpen van de betekenis van de huidige nationale en internationale situatie. Het is een lange weg te gaan, maar de tijd staat aan onze kant.
Leve de eerste mei!
Leve de Eenheid van de Onderdrukte Werkende Mensen van de Wereld!
Weg met Imperialisme en Kapitalisme!
Voor sociale rechtvaardigheid en socialisme!