De hoofdstad van Azerbeidzjan aan de Kaspische Zee is een plaats met groot begrip voor het veiligheidsbeleid en de moeilijke internationale houding van Israël. Op het eerste gezicht lijkt Azerbeidzjan, buurland van Iran met een overwegend Sjiïtische bevolking van 8 miljoen, niet een voor de hand liggende bondgenoot van Israël. Een artikel uit de rechtse hoek, maar zeer verhelderend.
Een scherpzinniger beschouwing van de Azerbeidzjaanse geschiedenis en geopolitieke situatie geeft echter een aantal vergelijkbare belangen aan, die verklaren waarom Azerbeidzjan interesse heeft in een goede band met de joodse staat.
Azerbeidzjan, net als Israël bewust van haar status als klein land, voelt zich bedreigd door een zeer problematische strategische omgeving. Het wordt geografisch ingesloten door twee imperialistische staten, Iran en Rusland, die in het verleden over dit gebied heersten.
Bovendien is Azerbeidzjan in staat van oorlog met buurland Armenië, dat eenvijfde van haar grondgebied bezet heeft en aan etnische zuiveringen doet. De ervaring die zij opdeden in het gewapend conflict vergemakkelijkte hun begrip over sommige dilemma's waar Israël voor staat. In tegenstelling tot de leiders van de meeste andere voormalige Sovjetrepublieken slaagde de wereldlijke elite van Azerbeidzjan erin de Russische troepen van haar grondgebied te krijgen en een pro-westerse houding in haar buitenlandpolitiek te hanteren. De etnisch en taalkundig sterk aan de Turken verwante Azeri's hebben geprobeerd om het Turkse model van modernisering en democratisering te volgen. Daarom is Azerbeidzjan ook tegen de pogingen van Iran om hun fundamentalistischer islam buiten de eigen grenzen te verspreiden. Turkije en Israël delen deze vrees voor de uitbreiding van Iraanse invloed in de Kaukasus en Centraal-Azië. De goede relaties van Ankara met Jeruzalem worden dan ook zeker opgemerkt in Bakoe en dragen bij aan het verbeteren van de status van Israël in dit land.
De gezamenlijke strategische visie van Israël en Turkije is dan ook van toepassing op Azerbeidzjan. Alle drie wensen een sterke en vastberaden Amerikaanse aanwezigheid, en tonen ondertussen een sterk ambivalente houding tegenover Europees beleid. De Europeanen aarzelen om Turkije te accepteren en tonen medeleven voor de Armeniërs en Palestijnen. Rusland wordt evenzeer argwanend bekeken vanwege de gespannen bilaterale verhoudingen uit het verleden.
Ankara, Bakoe en Jeruzalem hebben ook duidelijk geen belang bij het transport van de Kaspische energiereserves, inclusief de Azerbeidzjaanse olie, door Iran naar de Perzische Golf of over Russisch grondgebied. De gedachte is duidelijk: ontnemen van strategisch voordeel verkregen uit de controle over oliepijpleidingen. Ze ondersteunen liever de constructie van een alternatieve leiding die, na voltooiing in 2005, Kaspische olie en gas van Azerbeidzjan via Georgië naar een Turkse haven leidt. Dit is de Bakoe-Ceyhan route. Ze zien bovendien liever, net als veel andere landen, het verzwakken van de rol van de OPEC op het beheer van de energiemarkt.
In de drie hoofdsteden is ook consensus over de serieuze bedreiging die het islamitische regime in Iran vormt. De Azeri's betogen dat een levendigdemocratisch en welvarend Azerbeidzjan Iran verzwakt door het bieden van een alternatief model voor de meer dan 15 miljoen Azeri's in noord-Iran. Dit is duidelijk een egoïstisch argument om economische en politieke steun los te maken in het Westen. Het Westen zal alleen maar profiteren door moslimstaten te versterken die openlijk een democratie, markteconomie en vrijzinnige versie van de moslimleer nastreven.
Daarom was het opheffen van Amendement 907 in januari 2002, de beslissing van het Amerikaanse Congres ter voorkoming van hulp aan Azerbeidzjan die tot stand kwam door een Armeense lobby, ook al achterhaald. De bereidheid van de Azeri's om de Amerikaanse campagne tegen het Taliban-regime in Afghanistan te steunen, en de door het gunstig liggende, kleine moslimland geleverde diensten waren een openbaring voor Washington. Verschillende joods-Amerikaanse organisaties speelden ook een belangrijke rol in dit resultaat. Bakoe erkent de joodse hulp uit Washington, evenals Ankara.
Israël heeft een overwegend belang bij het smeden van sterke banden met staten met een grote moslimbevolking. Juist omdat de Arabische vijanden proberen om de islamitische kant naar voren te schuiven in hun strijd, moet Israël de religieuze factor in het Arabisch-Israëlische conflict verzwakken door het aanhalen van goede banden met landen als Turkije en Azerbeidzjan.
Beide landen hebben bovendien een geschiedenis van tolerantie voor hun joodse gemeenschappen die de mogelijkheid van vruchtbare symbiose tussen joden en moslims aantoont.
Tot nu toe aarzelde Azerbeidzjan om Turkije volledig te volgen en opende geen ambassade in Israël, hoewel er een Israëlische ambassade is in Bakoe. Ze vond zichzelf te zwak en was gevoelig voor druk vanuit Iran. Recent herhaalden Azerbeidzjaanse politici hun toezeggingen voor bezoek op hoog niveau aan Israël en het openen van een ambassade. De strategische situatie van Azerbeidzjan verbeterde aanzienlijk sinds 11 september, met de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Centraal Azië en Afghanistan en het toevoegen van Iran aan de 'As van het Kwaad'.
(*) The Jerusalem Post, 12 mei 2002. De auteur is professor Politieke Studies aan de Bar-Ilan Universiteit en directeur van het Begin-Sadat Centrum voor Strategische Studies. Artikel is enigszins ingekort, vertaling Sicco Jan Bier.